Trefwoorden Interieurvormgeving
Doelstellingen Hoofdatelier:
Het studieprogramma voor het derde jaar interieurvormgeving richt zich op aspecten die deel zullen uitmaken van de beroepsopdrachten van de interieurvormgever, met bijzondere aandacht voor de socio - culturele aspecten (de doelgroep, de gebruiker).
Plananalyse van bestaande toestand op niveau van de bouwfysica. In het gegeven planmateriaal wordt aandacht besteed aan ingrepen (kleine verbouwingen) die toegelaten kunnen worden, of grotere ingrepen in samenwerking met een architect, bij het uitwerken van het ontwerp, de complexiteit en de aard van deze ingrepen zijn gradueel per opdracht gekozen.
Het studie- en ontwerpproces bestaat uit een korte analysefase (individueel of in groep), gevolgd door een persoonlijke synthesestudie (ontwerpen). Er wordt ruimte gemaakt om dieper op het ontwerp in te gaan, zodat het niveau van zowel de technische uitwerking, de voorstelling, en de interieurvormgeving (bewust gekozen design) kan opgedreven worden.
De student werkt een geheel uit dat gepast kan functioneren, origineel en verantwoord is op vlak van ruimtelijkheid, design, materiaalgebruik en (bouw)techniek. Het moet tevens op persoonlijke wijze creatief, correct en communicatief boeiend voorgesteld zijn. De student leert zijn werk toelichten.
Het basisatelier Vormgeving wordt aangevuld door enkele deelaspecten zoals:
Voorstellingstechnieken, manueel of digitaal:
Toepassen van technische kennis betreffende de materialen en de constructie.
Ergonomie: de inhoud van de cursus Ergonomie (1ste jaar IV) praktijkgericht toepassen op de atelierontwerpen.
Technische Uitrusting: toepassen van de theorie ''Afbouwtechnieken'' en ''Uitrustingen'' op de atelierontwerpen.
Aanleggen van studiebundels over materialen, kleuren en verlichting, specifiek aanleunend bij de atelieropdrachten 3de jaar.
Voorkennis Geslaagd zijn in het 2de jaar Interieurvormgeving.
Een ontwerpidee tweedimensionaal (grondplans, doorsneden, aanzichten) kunnen voorstellen.
Een idee ruimtelijk kunnen visualiseren (perspectieven, schetsen, maquettes).
Blijk geven van inzicht in de (actuele) interieurarchitectuur.
Ruimtelijk inzicht hebben en deze grafisch kunnen weergeven.
Leerinhoud Hoofdatelier:
Oefening: Een oefening zonder een duidelijk programma waarbij de student zijn, haar verbeeldingsvermogen moet ontginnen, en deze op een relevante wijze weten uit te drukken.
Oefening: ''Kledingwinkel'', waarbij de student zelf het thema en de doelgroep van de kledij kan kiezen, naar aard, collectie en ontwerper. De oefening beoogt het toepassen en versterken van de beschikbare inspiratie, en het leren werken naar een herkenbaar doel. Belangrijk is de relatie trussen stijl, product en doelgroep. Door het gebruik van meer dan één verdiepingsniveau wordt de klemtoon gelegd op de ruimtelijke interactie.
Oefening:''Horeca''. Waarbij de student uit een aantal thema' s kan kiezen. Belangrijk zijn stijl, sfeer, gezelligheid versus doelgroep, de organisatie van de verschillende functies…. Accent ligt op de detaillering van de binnenafwerking, akoestiek, geluidsisolatie, brandveiligheid, dag - en kunstlicht - stemming.
Eén van deze projecten wordt het afstudeerproject. De laatste weken van het jaar worden voorbehouden om bijsturing en detailuitwerking te laten plaatsgrijpen.
Korte tussentijdse ondersteunende oefeningen kunnen steeds worden ingelast.
Onderwijsvormen
Hoofdatelier:
Werkatelier (proces / productgericht), hoorcolleges, oefeningen, vrij werk, verslaggeving, zelfstudie, georganiseerde evaluatie en bespreking met de studenten, al dan niet ondersteund door deelateliers vanuit andere vakken. De aanwezigheid in het atelier is vereist (begeleiding, onderlinge uitwisseling, en gesprekken met de opdrachten).
Bibliotheekbezoek en raadplegen van boeken en tijdschriften zijn nodig (kan ook tijdens de atelieruren mits afspraak met de titularis).
Studiematerialen zelfde als in 2de jaar IV.
Studiebegeleiding Hoofdatelier:
Hoorcolleges, seminaries, begeleiding, analyse - opdrachten met uitwisseling van de resultaten, verslaggeving, syllabi en werknota's. Verplichte lectuur: zie de lijst uit 2° IV, welke actueel blijft. Aanbevolen lectuur : boeken en vakpublicaties m.b.t. de opdrachten. Daarnaast worden één of meer studiereizen ondernomen. Begeleiding met voorstellingstechnieken, manueel of digitaal:
Beoordeling
Hoofdatelier:
A -een permanente evaluatie: 2/3 van de punten.
Tijdens het academiejaar worden een aantal oefeningen gegeven die telkens tegen een bepaalde datum moeten afgeleverd worden.
Per opdracht geldt:
de klastitularis evalueert de evolutie van het dagelijks werk ( het studieproces via de begeleiding en het ontwerpboek) van de student. Aangevuld hierop:
- Een interne jury bestaande uit de titularis en enkele collega's beoordeelt in de loop van het jaar het product (de synthese van het project) met aandacht voor: de diepgang van het werk, de volledigheid, het conceptueel denken, de grondigheid van de studie, de creatieve benadering, de grafische en verzorgde voorstelling en de vernieuwende vormgeving.
- Beide vormen van evaluaties geven aanleiding tot het geven van een waardecijfer. De titularis is verantwoordelijk voor dit cijfer en beslist zelfstandig hoe dit cijfer tot stand komt.
- Het toegekend cijfer heeft een gewicht dat afhankelijk is van de tijdsduur van de oefening of de belangrijkheid ervan.
- De oefeningen en planning worden medegedeeld aan de studenten bij het begin van het academisch jaar. Het totaal cijfer van deze permanente evaluatie geldt voor 2/3 van het totaal aantal punten te behalen voor het opleidingsonderdeel Interieurvormgeving.
B. Eindjury:
Het afstudeerproject (één van de oefeningen) wordt op het einde van het jaar gepresenteerd aan een jury bestaande uit ateliertitularis(sen) en een aantal externe juryleden. De groepstitularis beslist, op advies van deze jury, over 1/3 van het totaal van de punten.
In dit eindproduct komen alle ontwerpaspecten aan bod welke deel uitmaakten van de permanente evaluatie, aangevuld met een dossier waarbij de technische aspecten zoals materiaaltoepassing, constructie, verlichting en uitrusting, uitgewerkt zijn en aangevuld met de nodige documentatie.
Algemeen:
-Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieaciviteiten.
-Evaluatie tijdens de 1ste examenperiode, geen 2de zittijd.
-Werkstukken moeten op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. Bij wettige afwezigheid van de student, moeten de werkstukken door iemand anders worden ingediend.
-Examencijfer van de 1ste examenperiode blijft behouden in de 2de examenperiode.
-Overzetting examencijfer naar een volgend academiejaar volgens de bepalingen van het examenreglement.
Studiekosten
600 €
OP-leden
J. Raman, H. De Belder, e.a.
Taal
|
|