Trefwoorden Land- en tuinbouwmachines
Doelstellingen
- De studenten verwerven inzicht in de werking van motoren, andere onderdelen van een tractor en een aantal machines;
- Vertrekkend vanuit deze kennis worden ze opgeleid tot betere gebruikers die in staat zijn om deze correct en verantwoord te gebruiken en te onderhouden.
Qua attitudes wordt er vooral gestreefd naar:
accuratesse, beslissingsvermogen, doorzettingsvermogen, flexibiliteit, inzicht in de arbeidsorganisatie, kwaliteitsbewustzijn, leergierigheid, planmatig denken, problemen onderkennen en oplossen, resultaatgerichtheid, veiligheids- en milieubewustzijn, verantwoordelijkheidszin, zelfstandigheid en zin voor initiatief.
Voorkennis Geen
Leerinhoud In het eerste gedeelte wordt de tractor behandeld:
- de motor en aanverwante apparatuur,
- de andere hoofdonderdelen zoals koppelingen, wielen, remmen, hefinrichting, versnellingsbak, wielaandrijving, stuurinrichting, ...
In het tweede gedeelte komen de volgende machines aan bod:
zaai-, poot- en plantmachines, gewasverzorging, kunstmeststrooiers, hooiwerktuigen, ploegen, eggen, rollen en frezen.
Onderwijsvormen De theoretische leerstof wordt gedoceerd als hoorcollege gecombineerd met continue vraagstelling. Als toepassing op de theorie worden oefeningen ingericht. De aanwezigheid van de studenten is verplicht.
Studiematerialen
- L. Van Wingerden, Motoren en trekkers, deel 1, INNOVAM, 1986, ISBN 90 405 2511 7
- L. Van Wingerden, Landbouwwerktuigen, VAM, 1987, ISBN 90 405 2512.5 3
Studiebegeleiding De studenten kunnen schriftelijk vragen stellen die dan gegroepeerd tijdens herhalingssessies worden behandeld.
Beoordeling Over de theorie wordt er een schriftelijk examen georganiseerd met open vragen. De praktijkdagen worden permanent geëvalueerd tijdens de oefeningen.
Studiekosten De praktijkdagen kosten ongeveer € 150 per student.
RAADGEVING:
De leerstof wordt beschouwd als een praktische handeling voor het juiste gebruik en onderhoud van machines.
OP-leden Lucas HANNES - Kurt VAN MELLO
Taal Nederlands
|
|