Trefwoorden
Doelstellingen Aan het einde van je studie moet je professioneel kunnen functioneren binnen een Duitstalige omgeving. Je moet in staat zijn in het Duits te communiceren, dit zowel in niet?beroepsgebonden als in beroepsgerichte omstandigheden.
Bovendien moet je ook beschikken over een metaculturele competentie; je bent op de hoogte van verschillende culturele opvattingen, gebruiken, sociale gedragsregels en gewoontes bij je Duitstalige communicatiepartners en je kan over de bij jezelf geldende regels, gewoontes, instellingen… in het Duits een gesprek voeren.
Je kan ook aan de hand van tekstbouwplannen (productief) of van tekstbouwstenen (reproductief) teksten opstellen.
Na het derde jaar kan je ook effectief telefoneren; je kan in een kort tijdsbestek via de telefoon een boodschap adequaat overbrengen.
Voorkennis
Leerinhoud
Onderwijsvormen Er wordt gewerkt vanuit een aantal cases die ontleend zijn aan de beroepspraktijk. Het zijn situaties waarin één of meer deelvaardigheden centraal staan. Uitgaande van deze situaties werden schriftelijke en mondelinge opdrachten ontworpen die de vaardigheden verder ontwikkelen. In het begin ligt het accent op het op verschillende manieren verwerken van de leerstof voor luister- en leesvaardigheid, waarna het verschuift in de richting van de productieve vaardigheden spreken en schrijven. De verworven grammaticale kennis kan onderhouden worden via het computerprogramma "Scala".
Studiematerialen Zie cursuslijst
Studiebegeleiding
Beoordeling Zie evaluatietabel
Studiekosten
OP-leden
Taal Nederlands
|
|