Trefwoorden Ervaringsweken, stage
Doelstellingen Voor het departement HABE-opleiding bestuurskunde is de stage opgebouwd rond drie doelstellingen: een verder verfijnen van de aangereikte kennis en vaardigheden via praktijkgerichte ervaring, ontwikkelen van de nodige socio-normatieve kennis en vaardigheden en een brug vormen tussen theorie en praktijk (overgang van leercarrière naar arbeidscarrière).
De stage geeft de student de mogelijkheid om de tijdens de opleiding opgedane kennis en vaardigheden via een praktijkgerichte ervaring verder te verfijnen en/of toe te passen. De stage confronteert de studenten op een zo actief mogelijke manier met de praktijk in domeinen als personeelsmanagement, organisatiemanagement, financieel management, beleidskunde, politiek ,…
De rechtstreekse contacten met diverse personen uit de organisatie en haar omgeving laten toe dat de student de noodzakelijke/gewenste sociale vaardigheden aanleert/verder verfijnt (vb. teamwork, zakelijk communiceren, werk plannen, onderhandelen, …).
De stage draagt op deze manier ook bij tot de (verdere) ontwikkeling van de socio-normatieve kennis en vaardigheden van de student.
Voorkennis De stage dient aan te sluiten bij het door de student gekozen licentieprogramma (gekozen bestuursniveaumodules, gekozen managementmodules en/of eindverhandeling). De studenten bouwen op deze manier verder op de reeds opgedane kennis. De beperkte omvang van de stage vergt dit trouwens. Door het afstemmen van de stage op de reeds door de student in zijn/haar opleiding gemaakte keuzes kunnen er synergetische leereffecten ontstaan.
Leerinhoud De stage geeft de student een realiteitsgetrouw inzicht in de verschillende functie-/jobinhouden en ondersteunt op die manier -zij het eerder beperkt- de (latere) beroeps- en loopbaankeuze.
Kennismaking met en voorstelling van de personeelsleden van de dienst alsook van hun taak en functie door informatie en rondgang. Kennismaking met de dienst door middel van het doornemen van jaarverslagen, folders, publicaties, werkdocumenten, verslagen en wetgeving.
Observatie van het werkgebeuren door o.m. het bijwonen van vergaderingen, van contacten met de klanten, van contacten met collega's en medewerkers, van samenwerking met andere diensten en organisaties.
Uitvoeren van concrete en afgelijnde opdrachten die een weerspiegeling zijn van de beroepsfunctie zoals o.m. uitvoeren van deelstudies, beleidsinhoudelijke opdrachten, managementgerichte opdrachten, opdrachten van administratieve aard, contacten met de doelgroep, contacten met andere diensten, deelname aan vergaderingen, opmaken van verslagen, …
Onderwijsvormen De stage wordt georganiseerd tijdens het tweede semester van de tweede licentie
... de stage bedraagt 180 u of 4 weken en wordt georganiseerd a rato van een (aantal) vast(e) dag(en) per week.
De stage zal ten vroegste aanvangen in de week van 04/02/02 en uiterlijk lopen t.e.m. de week van 20/05/02 (academiejaar 2001-2002).
De stage vormt een eerste confrontatie met het werkveld en biedt de studenten de mogelijkheid om nog tijdens hun studies (beperkte) praktijkervaring op te doen. De opleiding bestuurskunde heeft de stage bewust gepland aan het einde van de studies: op dit ogenblik ronden de meeste studenten immers het werken aan hun eindverhandeling af zodat zij voldoende tijd vrij kunnen maken om op een geconcentreerde manier hun 'stage' voor te bereiden en uit te voeren.
Studiematerialen
Studiebegeleiding Het departement (de stagecoördinator) zal tijdens de verschillende fasen van de organisatie van de stage een coördinerende rol spelen, wat engagement en een serieuze inzet vereist. Het departement opteert immers om op termijn duurzame relaties uit te bouwen met organisaties uit de non-profit en overheidssector.
Tussen het departement en de betrokken organisaties worden duidelijke en heldere afspraken gemaakt omtrent de opdrachten en verantwoordelijkheden van de drie betrokken partijen. Dit alles vindt zijn neerslag in een beknopt rapport.
De betrokken organisaties zorgen ervoor dat de stage kan gerealiseerd worden zoals overeengekomen met het departement en de student. Ze stellen hiervoor de nodige middelen ter beschikking en verlenen eveneens de gewenste ondersteuning. Vooral de stagebegeleider speelt hierbij een belangrijke rol. De stagebegeleider zorgt ervoor dat de student zijn plaats vindt in de dienst door het geven van concrete opdrachten, deze al dan niet met de student voor te bereiden, de uitvoering op te volgen en het resultaat ervan te bespreken. Een regelmatige bespreking van de stagebegeleider met de student is onontbeerlijk om het werken van de student te evalueren naar kwantiteit en kwaliteit van het werk en om het verder verloop van de stage te plannen. Vervolgens is het nodig nauwkeurige afspraken te maken met de student over te nemen of te laten vrijheden inzake het nemen van maaltijden, gebruik van computer, bibliotheek, telefoon, postzegels en ander materiaal.
Beoordeling De student zorgt ervoor dat de stage effectief door hem/haar wordt gerealiseerd zoals overeengekomen met de opleiding en de betrokken organisatie. De student zal een stagedagboek bijhouden. Daarin worden de activiteiten per dag gepland en worden de uitgevoerde opdrachten opgetekend. Zodoende kan een overzicht worden verkregen van de werkzaamheden tijdens de stageperiode. Dit stagedagboek dient als hulpmiddel bij de tussentijdse bespreking en de eindevaluatie.
De student heeft een tussentijdse bespreking met de stagecoördinator over het wat en hoe van de uitgevoerde taken. Deze permanente evaluatie kan gezien worden als een 'voortgangsverheldering'. Ter voorbereiding van deze tussentijdse bespreking schrijft de student een beknopt tussentijds rapport (max. 3-tal pagina's) dat hij de stagecoördinator minstens 5 werkdagen voorafgaand aan de bespreking bezorgt. Dit rapport bevat:
§ Een beschrijving van wat de student tot nu toe meegemaakt, ervaren en zelf gedaan heeft.
§ Bedenkingen, vragen en reflecties daarbij.
Tijdens de (voor)laatste week van de stage is er een gesprek tussen de drie betrokkenen: student, stagebegeleider en stagecoördinator. Deze eindevaluatie is de gestructureerde synthese van de besprekingen gedurende de stage waardoor enerzijds een zicht verkregen wordt op de evolutie en het proces die de student tijdens zijn stage heeft doorgemaakt en anderzijds op de kwantiteit en de kwaliteit van de prestaties. Tijdens de eindevaluatie komen in principe geen nieuwe elementen aan bod, behoudens zaken die niet te voorzien zijn. Als dusdanig kan deze bespreking moeilijk nog 'verrassingen' inhouden voor de student.
De ervaringsweken worden, zoals elk ander opleidingsonderdeel, gequoteerd op 20 punten. Tijdens de eindevaluatie worden alle elementen (stageverslag, tussentijdse evaluatie met student en stagebegeleider, respecteren van deadlines voor indienen van verslagen,...) voor deze quotering in aanmerking gebracht. De stagebegeleider kan een gemotiveerd voorstel tot quotering aanbrengen, maar het is evenwel de stagecoördinator die -na overleg met het team 'stagebegeleiding'- de definitieve quotering vastlegt. Indien de student niet slaagt voor de ervaringsweken -omwille van tekortkomingen aan het stageverslag, tekortkomingen i.v.m. de uitvoering van de stage of door overmacht- dan zal het team stagebegeleiding bepalen wat de student, gegeven de omstandigheden, precies moet doen.
Studiekosten Verplaatsingskosten van en naar stageplaats
OP-leden HELEYN Sandra
Taal Nederlands
|
|