AANVULLINGEN TUINBOUWMACHINES
 
Wordt gegeven in 2de jaar Landbouw en biotechnologie, keuze tuinbouw
2de jaar Landbouw en biotechnologie, keuze tuinbouw
Theorie [A] 12.5
Toepassingen [B] 12.5
Stages en scriptie [C] 0.0
Studietijd [D] 75
Studiepunten [E] 3
Doceertaal Nederlands
Titularis Lucas HANNES
Referentie BGLABI02A02913
 
Trefwoorden
Aanvullingen tuinbouwmachines

Doelstellingen
Competenties

De studenten verwerven inzicht in de werking van machines en technieken.
Vertrekkend vanuit deze kennis worden ze opgeleid tot betere gebruikers die in staat zijn om deze machines correct en verantwoord te gebruiken en te onderhouden.
Qua attitudes wordt er vooral gestreefd naar accuratesse, beslissingsvermogen, doorzettingsvermogen, flexibiliteit, inzicht in de arbeidsorganisatie, kwaliteitsbewustzijn, leergierigheid, planmatig denken, problemen onderkennen en oplossen, resultaatgerichtheid, veiligheids- en milieubewustzijn, verantwoordelijkheidszin, zelfstandigheid en zin voor initiatief.

Leerinhoud
Als machines worden behandeld: oogstmachines, sorteermachines, plantmachines, grondvoorbereiding, verzorgingsmachines.

Begincompetenties
Geen

Eindcompetenties


Leermaterialen
Centrale school voor tuinbouwtechniek, Maaiwerktuigen, Ede
L. Van Wingerden, Landbouwwerktuigen, VAM, 1987, ISBN 90 405 26133

Studiekosten
€ 150,00

Studiebegeleiding


Onderwijsvormen
De theoretische leerstof wordt behandeld als een hoorcollege met continue vraagstelling. Als toepassing op de theorie worden oefeningen ingericht. De aanwezigheid van de studenten is er verplicht.

Evaluatievorm
Over de theorie wordt een schriftelijk examen georganiseerd met open vragen. De praktijkdagen worden permanent geëvalueerd tijdens de oefeningen. De theorie heeft als wegingscoëfficient 1/2 en de praktijk 1/2.

OP-leden
Lucas HANNES