HAND- EN PERSPECTIEFTEKENEN
 
Wordt gegeven in 2de jaar Landschaps- en tuinarchitectuur, keuze tuinarchitectuur
2de jaar Landschaps- en tuinarchitectuur, keuze tuinarchitectuur
Theorie [A] 0.0
Toepassingen [B] 50.0
Stages en scriptie [C] 0.0
Studietijd [D] 110
Studiepunten [E] 4
Doceertaal Nederlands
Titularis Hendrik DE VIS
Referentie BGLSTA02A02832
 
Trefwoorden
Hand- en perspectieftekenen

Doelstellingen
De student kan:

  • zowel stillevens als detailstudies ervan scherp en juist tekenen;
  • met een juiste schaalkeuze een spannende compositie opbouwen;
  • de hoofdrichtingen van een gebouw en een stadszicht achterhalen;
  • de samenstellende delen van het 'landelijk zicht' doorzien;
  • de ruimte- en dieptesuggestie door middel van licht en schaduwvlakken weergeven.

Competenties

  • zich creatief uitten;
  • al schetsend communicatief handelen.


Leerinhoud
  • stillevens van gebruiks- en kunstvoorwerpen;
  • bouwkundige fragmenten en meubels;
  • bomen, planten en vruchten, interieurs, gebouwen en stadszichten;
  • tuin-, park- en landschapszichten.


Begincompetenties
De studenten kennen de basistaal van het tekenen vanuit de benadering van eenvoudige geometrische vormen en beheersen de perspectiefregels.

Eindcompetenties


Leermaterialen
Een cursus is beschikbaar met voorbeelden van schetsoefeningen gemaakt door studenten en lesgever, voorzien van praktische aanwijzingen.

Studiekosten
cursus: +/- € 4,00

RAADGEVING:

Ga het gevecht met het witte schetsblad niet uit de weg. De "vreugde" van het schetsen kan je slechts smaken na de inspanning. Minimum twee uren per week is noodzakelijk om het ambacht meester te worden.


Studiebegeleiding
Tussen de lessen door is de lesgever steeds bereid vragen aangaande de leerstof te beantwoorden.

Onderwijsvormen
Schetsoefeningen in de schetsklas, in de stad of in het landschap, met klassikale en individuele begeleiding.
Er wordt een schetsmap aangelegd van iedere student. Zodoende krijgen wij een reële kijk op de vordering van zijn of haar schetsvaardigheid.
Er dienen minimum drie schetsen per week gemaakt en tijdig ingediend te worden: d.w.z. één schets in de schetsklas en twee schetsen als thuisopgave.

Evaluatievorm
Er worden twee loges ingericht als examen. Er is dus een partieel en een eindexamen.

Wegingscoëfficiënt:

Permanente evaluatie: 4/5 (klasschetsen, thuisopgaven)
Loges: 1/5

OP-leden
Hendrik DE VIS