Trefwoorden Park- en landschapsbeheer
Doelstellingen
De student kent de basisprincipes en de technieken van park- en landschapsbeheer.
De student kan de technieken, eventueel na vergelijkend onderzoek, adviseren en correct toepassen in om het even welk werkveld.
De student kan na evaluatie van de bestaande toestand een geschikt beheersmodel opstellen, aanwenden en realiseren.
Competenties
De student(e) kan de sferen van openbaar stedelijk groen en landschappelijk groen met hun eigenschappen herkennen en toetsen aan de mogelijke beheervisies en mogelijke combinaties.
De student(e) kent de mogelijke beheer - en natuurvisies en de aangewende technieken en kan een gepast scenario vooropstellen.
Een verantwoord beheer kan voorgesteld worden naargelang de omkadering en doelstellingen gekoppeld aan de ingrepen en de chronologie van uitvoering om het gewenste eindbeeld te bekomen.
Leerinhoud
Overzicht van beleidsinstanties naargelang planningsniveau en aanverwante voorwaarden, verordeningen en realisatie.
Plan- en beheersvisies en -principes naargelang planniveau, terreinsituatie, vegetatievorm.
Begincompetenties
geen
Eindcompetenties
Leermaterialen
Cursus beschikbaar, aanvullende nota's zelf nemen.
Vakliteratuur met voorbeelden van planmaterialen en nota's.
"Natuurbehoud", M. Hermy, 224 p., uitg. Van de Wiele, Brugge, 1994
"Natuur inschakelen - uitschakelen", L.G. Le ROY, Deventer, 1973, 205 p.
"Ecologisch Groenbeheer", Arnhem, IPC Groene Ruimte, 1993, 490 p.
"Vademecum Wilde Planten", Schuyt en Co, Haarlem 1993, 272 p.
"Tussen Beplantingsplan en Eindbeeld", Stichting Praktijkonderwijs Arnhem, 1989.
"Aanleg en beheer van bos en beplantingen", Pudoc, Wageningen, 1982, 504 p.
"Ecologische Flora", Westra e.a. , IVN Hilversum, 1995.
Tijdschrift :"Natuurreservaten".
"Ecologisch Parkbeheer", Bos en groen maart en juni 2002
Studiekosten
Cursus +/- € 45,00
Studiebegeleiding Tussen de lessen door is de lesgever steeds bereid vragen aangaande de leerstof te beantwoorden.
Onderwijsvormen
Hoorcolleges
Evaluatievorm
Schriftelijk partieel- en eindexamen
Wegingscoëfficiënt:
Theorie: 2/3
Oefeningen: 1/3
OP-leden
Andre VAN DER STRICHT
|
|