Trefwoorden Stages
Doelstellingen
Algemene:
- integreren van theorie en praktijk
- bekend raken met de beroepswereld; de beroepsethiek en beroepsspecifieke situaties
- opdoen van praktische en relationele vaardigheid
- werken aan specifieke beroepshoudingen zoals:
contactbereidheid, dienstverlenende ingesteldheid, empathie, kritische ingesteldheid, leergierigheid, nauwkeurigheid, nemen van initiatief, netheid, organisatievermogen, patiëntgerichtheid, probleemoplossend gedrag, raadpleging van informatiebronnen, samenwerkingszin, verantwoordelijkheidszin, zelfstandigheid, ...
- oefenen van schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid via het schrijven van verslagen, syntheserapporten, rapportering naar verwijzer, ...
Terreinspecifieke:
zie formulering per stageterrein
Leerinhoud
zie formulering activiteitenplan per stageterrein
Begincompetenties
leerinhouden van 1e en 2e jaar
Eindcompetenties
Leermaterialen
Studiekosten
- verplaatsingsonkosten
- verplaatsings- en verblijfsonkosten in geval van buitenlandse stage
- onderhoud uniform
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen
zie Stagereglement en Stagecontract
Evaluatievorm
De stage-evaluatie en stagequotatie zijn tweeledig.
Zowel de stageactiviteiten als het stageverslag worden geëvalueerd en gequoteerd.
De evaluatie gebeurt tussentijds (tussentijdse evaluatie) en op het einde van de stageperiode (eindevaluatie van de desbetreffende stageperiode).
De eindevaluatie van de stageactiviteiten gebeurt in principe door de dienstverantwoordelijke of stageverantwoordelijke en dit na ruggespraak met de personen onder wiens begeleiding of in wiens opdracht de student de activiteiten uitvoerde.
De hoger vermelde eindevaluatie komt in gemeenzaam gesprek tussen dienstverantwoordelijke/stageverantwoordelijke, stagebegeleid(st)er en student(e) tot stand.
De schriftelijke neerslag ervan gebeurt aan de hand van het stage-evaluatieformulier.
Elke bespreking van de prestaties van de stagiair is in principe een stage-evaluatie die mee in aanmerking wordt genomen voor de eindevaluatie van de desbetreffende stageperiode.
De belangrijkste aanwijzingen, adviezen en opmerkingen worden door de stagebegeleid(st)er en (of) dienstverantwoordelijke/stageverantwoordelijke op het "stagebegeleidingsformulier" ingevuld.
De student en de perso(o)n(en) die de beoordeling gaf (gaven) dateren en ondertekenen dit begeleidingsformulier.
Het begeleidingsformulier vormt de basis voor het invullen van het evaluatieformulier bij de eindevaluatie.
De schriftelijke neerslag van de eindevaluatie wordt na het verloop van de stageperiode ter ondertekening aan de student aangeboden. Desgewenst kan de student bemerkingen op het evaluatieformulier aanbrengen.
De evaluatie van het stageverslag gebeurt eveneens tussentijds en op het einde van de stageperiode.
Deze evaluatie gebeurt door de stagebegeleid(st)er, gebeurlijk op aanwijzingen of in overleg met de stageverantwoordelijke.
De tussentijdse evaluatie wordt op de deeltijds, ingeleverde verslagen genoteerd.
De desbetreffende eindevaluatie wordt op het daarvoor bestemde evaluatieformulier ingevuld en eveneens na het verloop van de stageperiode en dit binnen een redelijke termijn, ter ondertekening aan de student aangeboden.
Ongewettigde afwezigheid op de stagebespreking maakt tevens voorwerp uit van hogervermelde eindevaluatie van het stageverslag en kan een onvoldoende voor gevolg hebben.
Aangezien het K.B. betreffende de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van diëtist o.a. stelt dat: "minstens 600 uren stage dient gelopen in klinische diëtetiek en diëtetiek voor collectiviteiten, ten bewijze waarvan de kandidaat een stageboek moet bijhouden" kunnen gepresteerde uren, waarvan geen verslag is opgemaakt binnen de afgesproken periode, hiervoor niet in aanmerking komen. Als sanctie kan dergelijke situatie een onvoldoende voor de stage tot gevolg hebben.
De stagebespreking gaat door in de school.
Via mededelingen welke ad valvas bekend worden gemaakt, kunnen de stagebegeleid(st)ers de stagiair oproepen.
De stagebespreking biedt de mogelijkheid om specifieke problemen m.b.t. de stage en het stageverslag te bespreken, documenten in te dienen, afspraken te maken, ... .
Zowel de eindevaluatie van de stageactiviteiten als het stageverslag resulteren in het toekennen van een algemene beoordelingscode.
Er zijn op de evaluatieformulieren 6 beoordelingscodes (van AA t.e.m. E) voorzien.
Ze zijn gekoppeld aan de volgende eindwaarderingen:
"uitmuntend" AA
"onderscheidt zich" A
"goed" B
"voldoende" C
"zwak" D
"onvoldoende" E
Op basis hiervan wordt op het einde van het academiejaar het stagecijfer van de student bepaald.
Dit stagecijfer komt in gezamenlijk overleg tussen de stagebegeleid(st)ers van de student tot stand.
De stagebegeleider bepaalt de uiteindelijke quotatie en is tevens de verantwoordelijke t.a.v. de examencommissie.
Dit is evenzeer van toepassing op stages gelopen in het buitenland.
Evaluaties van dienstverantwoordelijke/stagementoren/stageverantwoordelijken zijn adviserend.
Hierbij wordt de volgende verdeelsleutel gehanteerd:
AA groter dan tot gelijk aan 8
A groter dan tot gelijk aan 7 en kleiner dan 8
B groter dan tot gelijk aan 6 en kleiner dan 7
C groter dan tot gelijk aan 5 en kleiner dan 6
D groter dan tot gelijk aan 4 en kleiner dan 5
E kleiner dan 4
Het stagecijfer, dat volgens decretale bepalingen uitgedrukt wordt op een totaal van 20 is het verrekeningsresultaat van zowel de stageactiviteiten als het stageverslag.
De stageactiviteiten en het stageverslag zijn hierin beiden voor vijf tienden vertegenwoordigd voor het 3de jaar Voedings- en dieetkunde.
Voor het 3de jaar Voedings- en dieetkunde zijn beide deelcijfers het resultaat van de berekening van het rekenkundig gemiddelde van de eindevaluaties van de gelopen stageperiodes.
Op het einde van het academiejaar moet de student(e) minimaal drie schriftelijk uitgewerkte gevalsstudies (m.i.v. een omstandige voedingsanamnese) kunnen voorleggen.
De evaluatie hiervan zal ten belope van 2 studiepunten verrekend worden in het stagecijfer.
De wegingscoëfficiënt die aan stage is toegekend bedraagt:
22 omvattende
10 stage (4,5/10)
10 stageverslag (4,5/10)
2 voor de gevalsstudies (1/10)
Bij verwijzing naar de 2de zittijd wordt het stagecijfer in principe ongewijzigd overgedragen.
Na afloop van de stage maakt de student een sterkte-zwakte analyse van de gelopen stage (reflectieverslag).
De bevindingen van deze zelfevaluatie worden geregistreerd op het zelfevaluatieformulier.
Hierop worden tevens aanwijzingen geformuleerd naar de volgende stageperiode toe.
OP-leden
Annie DE WITTE-VAN JOLE
|
|