Trefwoorden Bijzondere aspekten administratief recht
Doelstellingen
De studenten hebben inzicht in de wijze waarop de overheid functioneert, is georganiseerd en in de draagwijdte van de verschillende overheidsbeslissingen. Ze hebben inzicht in de betekenis van "decentralisatie" en het statuut van de gedecentraliseerde besturen (zoals ocmw's, gemeenten, provincies, ...), kunnen de interactie tussen deze besturen en de hogere overheden duiden en kunnen de bewegingsvrijheid van deze besturen omschrijven. De studenten kunnen een onderscheid maken tussen publiekrechtelijke rechtspersonen (bv. ocmw) en privaatrechtelijke rechtspersonen (bv. vzw). Ze hebben basisinzicht in het juridisch kader waarbinnen een vzw functioneert. Ze hebben basisinzicht in de taak en het functioneren van de gemeenten en provincies en hebben een grondige kennis van de taak en werking van het ocmw. Ze hebben basisinzicht in de rechten en plichten van ambtenaren. De studenten hebben kennis van de belangrijkste methodes om zich te beschermen tegen willekeurig optreden van de overheid (administratief beroep, jurisdictioneel beroep, de ombudsman, formele motivering, openbaarheid van bestuur). Ze hebben basisinzicht in het administratiefrechtelijk statuut van vreemdelingen . De studenten hebben de vaardigheid ontwikkeld om juridische teksten te begrijpen en toe te passen.
Leerinhoud
1. overzicht van de belangrijkste rechtsnormen (wet, decreet, ...) en de controle van de verschillende rechtbanken (Raad van State, Arbitragehof, ...) op de wettigheid van deze normen
2. de notie rechtspersoonlijkheid (o.m. behandeling vzw-wetgeving)
3. de karakteristieken van de openbare diensten en de publiekrechtelijke rechtspersonen (o.m. centralisatie en decentralisatie, administratief toezicht, gemeenten, provincies, een overzicht van de belangrijkste functioneel gedecentraliseerde besturen, zoals NMBS, VRT, BELGACOM, ...)
4. organen, structuur en de belangrijkste bevoegdheden van het OCMW
5. statuut van de ambtenaar en de belangrijkste verschilpunten met werknemers
6. methodes van rechtsbesherming van de burger tegen de overheid:
a. openbaarheid van bestuur
b. formele motivering
c. klacht bij de verschillende ombudsdiensten
d. administratief beroep
e. jurisdictioneel beroep (voornamelijk de Raad van State)
7. administratiefrechtelijk statuut van vreemdelingen (o.m. vluchtelingenprocedure, verblijfsreglementering)
Begincompetenties Basiskennis van grondwettelijk recht (zie 1e jaar) en het sociaal recht (zie 2e jaar).
Eindcompetenties
Leermaterialen
Syllabus.
Studiekosten Prijs van de syllabus
Studiebegeleiding Individueel monitoraat na afspraak.
Onderwijsvormen
Hoorcollege met mogelijkheid tot vraagstelling en discussie.
Evaluatievorm
Examen: Ja
Periode: Juni
Vorm: Schriftelijk
OP-leden
Geert GOEDERTIER
|
|