De studenten :
- definiëren de begrippen moraal, ethiek en deontologie
- analyseren elementen uit hun stage vanuit een moreel en vanuit een etisch standpunt
- reflecteren en argumenteren binnen een etisch-deontologisch kader
- passen het stappenplan toe op etisch-deontologische problemen
- analyseren het beroepsprofiel en de code van de maatschappelijk werker
- definiëren het juridisch kader waarbinnen zij werken als maatschappelijk assistent en reflecteren over de grenzen van dit juridisch kader
- passen het etisch-deontologisch reflecteren en argumenteren toe op praktijkcases.

Leerinhoud
In deze cursus wordt het verschijnsel moraal uitgediept en wordt er ingegaan op ethiek in het algemeen en de ethische dimensie van het beroep en de beroepsuitoefening in het bijzonder. Een stappenplan voor analyse van etische dilemma's wordt toegelicht en via cases ingeoefend. De deontologie van de maatschappelijk werker wordt toegelicht aan de hand van de code en haar probleemstelling. Het wettelijk kader waarbinnen de maatschappelijk werker zich beweegt wordt uitgewerkt via de wet op het beroepsgeheim en de wet ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.


Begincompetenties
De cursus bouwt verder op de vakken filosofie en sociale filosofie uit de voorgaande jaren.

Eindcompetenties


Leermaterialen
Er wordt een syllabus met inbegrip van de code voor maatschappelijk werk ter beschikking gesteld van de studenten.


Studiekosten
Cursus ongeveer 1 euro

Studiebegeleiding
Individueel monitoraat op afspraak.

Onderwijsvormen
Hoorcollege met mogelijkheid tot vraagstelling en discussie.
Oefeningen en opdrachten : uitdieping en bespreking van voorbeelden uit de stagepraktijk, individueel, in werkgroepen of klassikaal.


Evaluatievorm
Oefeningen - Opdrachten: tijdens de lessen
Examen werkstuk:
        - getypt
        - ethisch-deontologisch spanningsveld uit de stage
        - uitgewerkt a.h.v. het stappenplan
        - toetsen aan de code en aan vakliteratuur
        - eigen visie uitwerken

OP-leden
Freya PONTEUR