Trefwoorden observatie, rapportage
Doelstellingen De student omschrijft de betekenis van het observeren in het algemeen en van de verschillende vormen in het bijzonder;
De student houdt rekening met de verschillende factoren die de observatie kunnen beïnvloeden;
De student hanteert de verschillende soorten rapporten en hun specifiek toepassingsveld;
De student hanteert vlot de noodzakelijke structurering bij de opbouw van een rapport;
De student vermeldt op correcte wijze zijn bronnen;
De student observeert objectief eenvoudige situaties, gerelateerd met het werkveld van de maatschappelijk assistent en maakt daarover een correct rapport.
Leerinhoud Observeren en rapporteren zijn twee basisvaardigheden voor de maatschappelijke werker. Hoewel de elementaire principes van beide vaardigheden, via theoretische modellen kunnen aangereikt worden, moeten ze doorheen het ganse opleidingscurriculum ingeoefend worden.
In dit opleidingsonderdeel worden vooreerst, onder de vorm van een beperkt aantal hoorcolleges, een aantal waarnemingsmodellen besproken, dienstig voor verschillende observatievormen in situaties uit het werkveld. De plaats van de observatie in de sociale diagnose wordt verduidelijkt en tevens wordt aandacht besteed aan de verschillende factoren die de waarneming kunnen vervormen. In deze, meer theoretische lessen komen ook de verschillende rapportvormen en de plaats c.q. betekenis ervan in het hulpverleningsproces aan bod.
De hoofdbrok van dit opleidingsonderdeel wordt echter gevormd door een reeks praktische oefeningen om te observeren, deels via vrije observatie, deels aan de hand van een observatieschema, in herkenbare situaties uit het werkveld. Het observeren van één persoon in diverse omstandigheden, een gesprek, een gezin, een woning, een buurt, ... zijn voorbeelden van oefeningen waarin de student geleerd wordt kritisch, objectief en onbevooroordeeld te observeren binnen een globaal diagnosekader. Door aan deze oefeningen een rapporteringsopdracht te koppelen wordt ook deze vaardiogheid aangeleerd. Elke oefening wordt gevolgd door een grondige bespreking binnen de kleine groep, waarbij wordt teruggekoppeld naar de theoretische inhouden.
Begincompetenties geen
Eindcompetenties
Leermaterialen een reader is voorhanden
Studiekosten 12 Euro: cursus en kleine verplaatsingen
Studiebegeleiding De oefeningen worden besproken in kleine groepen. Monitoraat is mogelijk, na afspraak.
Onderwijsvormen 13 uur theoretische lessen, 13 uur geleide oefeningen, 13 uur persoonlijke oefeningen met grondige bespreking.
Evaluatievorm Mondeling examen
A-klas: juni
B-klas: januari
Permanente evaluatie van de oefeningen. Verdeling : 1/2 examen, 1/2 oefeningen.
OP-leden Guy Quackelbeen, Corine Leunens, Greet De Brauwere
|
|