Trefwoorden Kunstgeschiedenis
Doelstellingen De student(e) inleiden in de kunstgeschiedenis (pre-historie en oudheid), een denkkader leren hanteren voor het analyseren van actuele kunst.
1. De kunst van prehistorie en oudheid: de ontwikkelingsgang van de kunst zichtbaar maken van de vroegste tijden tot en met de val van het West-Romeinse rijk. Het maatschappelijk kader bijbrengen door studie van de artistieke expressie, en de student inzicht laten verwerven in de structuren, mechanisme en mentaliteitsgeschiedenis van toen. De relevantie van de studie van de oudheid aantonen via vergelijkingen met de hedendaagse wereld en kunst.
2. Practicum analyse van het beeld: de student stimuleren en in staat stellen om te participeren aan het actuele kunstgebeuren, via aanleren van een methodiek om de actuele kunst te decoderen, om bevindingen te verwoorden en verbanden te leggen tussen diverse kunstdisciplines.
Leerinhoud 1. De kunst van prehistorie en oudheid: per land en/of periode wordt de architectuur, beeldhouw- en schilderkunst van prehistorie tot en met de Romeinse tijd behandeld, met accent op de grote lijnen van de evolutie. Sprekende voorbeelden worden in detail besproken met referentie naar latere stijlen en naar hedendaagse kunst, zowel vormelijk als inhoudelijk.
2. Practicum analyse van het beeld: methodiek voor het leren 'lezen' van actuele kunst als 'gecodeerde materie', via praktische oefeningen (aan de hand van dia's en van tentoonstellingsbezoek). In uiteenzetting, dialoog en discussie wordt gezocht naar terugkoppeling en duiding van door de student bezochte kunstmanifestaties (alle mogelijke disciplines). De student krijgt een inleidend begrippenkader omtrent kunst aangereikt.
Begincompetenties Een sterke motivering om de actuele beeldende en audiovisuele kunsten zowel op affectief als op cognitief vlak te beleven, te duiden en te begrijpen; en om de kunst historisch te situeren. Cognitieve vaardigheden en algemeen kennisniveau die men aan het einde van een middelbare schoolopleiding kan verwachten.
Eindcompetenties "kennen/kunnen": de student kent de belangrijkste data uit de kunst van prehistorie en oudheid. Hij/zij kan participeren aan het actuele kunstgebeuren, hanteert een methodiek om de actuele kunst te decoderen, kan zijn bevindingen verwoorden en kan verbanden leggen tussen diverse kunstdisciplines.
Leermaterialen
Studiekosten 1. Kunst van prehistorie en oudheid: cursus betaald vanuit ateliergelden.
2. Practicum analyse van het beeld: toegangsprijs tentoonstellingen, aankoop studieboek.
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen
Evaluatievorm Permanente evaluatie, mondeling examen en geschreven werkstuk.
1. Kunst van prehistorie en oudheid: mondeling examen, 2e examenzittijd mogelijk.
2. Practicum analyse van het beeld: permanente evaluatie, geschreven werkstuk; 2e examenzittijd mogelijk.
OP-leden
|
|