BEWEGEND BEELD & INSTALLATIE
 
Wordt gegeven in Keuzelijst 1ste jaar animatie - afstudeerrichting: animatie
Keuzelijst 1ste jaar film - afstudeerrichting: film
Keuzelijst 1ste jaar fotografie - afstudeerrichting: fotografie
Keuzelijst 1ste jaar grafische vormgeving en grafiek - afstudeerrichting: grafische vormgeving en grafiek
Keuzelijst 1ste jaar textiel en mode - afstudeerrichting: textiel en mode
Keuzelijst 1ste jaar schilderkunst - afstudeerrichting: schilderkunst
Keuzelijst 1ste jaar Gecombineerde media - afstudeerrichting: Gecombineerde media
Keuzelijst 1ste jaar beeldhouwkunst - afstudeerrichting: beeldhouwkunst
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 25.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 50.0
Totale studietijd [D] 150
Studiepunten [E] 6
Niveau  
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Noël DE BUCK
Referentie ABAKUA01K00001
 
Trefwoorden
Bewegend beeld & installatie

Doelstellingen
Begeleid realiseren van (aanzetten tot) autonome kunstwerken aan de hand van nieuwe mediatechnieken, ontwikkelen van beginnende autonomie bij begeleid onderzoek naar en realiseren van autonome kunstwerken aan de hand van nieuwe mediatechnieken, accent op video en audio, het kinetisch beeld, lichtprojectie, enz.
Inzicht uitbouwen omtrent de werking van het bewegende beeld.
Begeleid en ondersteunend onderzoek ontwikkelen en uitbouwen naar een grotere autonomie van de student om binnen het gebied van de video binnen de autonome kunst de uitvoering van eigen project aan te vatten. Doorgedreven experiment, veelzijdigheid in benadering van onderwerp op inhoudelijk en formeel vlak laten uitmonden in een (beperkte want 2e opleidingsonderdeel ) eigen vormtaal en standpunten.
Uitwerkingen formuleren en realiseren met behulp van eenvoudige expressiemiddelen en deze onder begeleiding en regelmatige feedback uitvoeren.
Bevragen en inzicht ontwikkelen in functie van relevantie en efficiëntie van aangewende middelen om het vooropgestelde doel te bereiken binnen het eigen project met het doel de artistieke kwaliteiten van Opname- Montage- en Presentatietechnieken te verbeteren.
De student ondersteunen in actieve deelname in gesprek, dialoog, confrontatie en reflectie over het eigen werk en het proces.
De klemtoon ligt in deze module op het proces, het onderzoek , en de verworven inzichten, de relatie tussen technische en artistieke keuzes binnen deelproblematieken en de actieve deelname in de bevraging in functie van artistiek inzichten en argumentatie van artistieke standpunten.(de student wordt aangezet uit eigen initiatief feedback op te zoeken). Het (artistieke) resultaat getuigt reeds van een eigen(zinnig)heid op artistiek vlak.

Leerinhoud
1.)
Basiseigenschappen van digitale montage ten overstaan van analoge montage.
Basiseigenschappen van niet-lineaire montage ten overstaan van lineaire montage.
Basiseigenschappen van goede opnametechnieken : licht (belichting, eenheid van lichttemperatuur ) , hanteren van camera, cameravoering, camerastandpunten, …enz…
2.)
Onderscheid tussen de benadering van en bepaling van het veld waarbinnen deze modules zich bewegen.
- ( een sterk scenariogebonden filmstructuur met tweedimensionale weergave, projectie op doek ) = doorverwijzen naar optie film.
- (( videomontage en -realisatie voor specifiek gebruik binnen werkveld van computer (weergave op computerscherm ) of binnen webtoepassingen )) = doorverwijzen naar optie digitaal en interactief.
+ de benadering vanuit de beeldende kunst met uitgesproken aandacht voor een fysisch - ruimtelijke presentatie , environnementale integratie, integratie binnen installatie of autonoom als installatie. (monitorenopstelling en / of projecties )
3.)
Beeldduiding en beeldlezing (Aanhalen en vermelden, onder de aandacht brengen van elementen van beeldduiding en -lezing) zonder grondige bespreking en uitwerking. Het is de bedoeling hier inleidend de eigenschappen , de kracht en het potentieel van bewegende beelden onder de aandacht te brengen welke in de loop van de verschillende opeenvolgende modules grondiger uitgewerkt worden.
4.)
Een beperkte en beknopte introductie van een aantal karakteristieken van het bewegende beeld binnen de benadering van de beeldende kunstenaar met betrekking op sculptuur, installatie en performance.
Verhalende structuur, scenario <> niet-verhalende vertelstructuur.
Het verhaal letterlijk 'vertellen' , d.w.z alle elementen in hun logische en chronologische verbanden aanbrengen en beeldend plaatsen om het geheel te construeren binnen een klassieke verhaalstructuur. <> door montagetechnieken het te construeren verband in 'de ogen en in de hoofden' van de toeschouwers een zinvol geheel laten vormen door een participatieve, deductieve, associatieve houding van de kijker uit te lokken en een dieperliggende problematiek en interpretatie, een 'tweede en derde (?) laag', van kijken naar lezen, en toegankelijk te maken ( een proces opstarten bij de kijker dat van een andere orde is dan louter kijken en waarnemen van de gegeven beelden.)
Reële tijdsverloop <> 'tijd' binnen de video : (relatieve) tijdsbeleving en -ervaring, en hoe te bereiken.
Beeld, geluid , licht, ritme , enz. als inhouddragende en vormgevende elementen met hun associatie-uitlokkende mogelijkheden.
Verdichting van beelden en inhouden.
Spirituele en technische assemblage.
Associatief denkend en beeldend vormgeven, suggestieve kracht van beeld en geluid.
Relatie beeld en klank, geluid : autonoom beeld + autonoom geluid <> synchroon beeld en geluid.
Montage beeldweergave afgestemd op het menselijk 'kijken', 'horen', enz. (Aandachtverplaatsing).
5.)
Aan de hand van kleine oefeningen, vertrekkend van een projectvoorstel van individuele student , worden eenvoudige gehelen van gemonteerde bewegende beelden (door middel van video) onderzocht, besproken en aan de hand van feedback op artistiek en technisch vlak suggesties voorgesteld voor bijsturing tijdens nieuwe opname (heropname van zelfde onderwerp) of volgende opnames van andere projecten.
6.)
Op het vlak van montage worden meerdere mogelijkheden binnen hetzelfde project naast elkaar geplaatst om inzichten te verwerven in verschillende manieren van hoe het bewegende beeld werkt en een (zelfde) inhoud vorm te geven en over te brengen.
Artistiek atelier : verdere ontwikkeling in functie van Artistieke toepassingen op het vlak video (opname, montage en bewerking), het kinetisch beeld, lichtprojectie, enz. al of niet geïntegreerd of in relatie met project uit hoofdtraject of als autonoom kunstwerk (artistiek atelier) aan de hand van door de student aangebrachte onderwerpen in overleg met docent.
Een student- en projectgebonden uitbreiding van een aantal karakteristieken van het bewegende beeld binnen de benadering van de beeldende kunstenaar specifiek van toepassing binnen de context van het door de student aangeboden project en in functie van de ontwikkeling van de betreffende student.
De benadering omvat een specifieke invalshoek vanuit de beeldende kunst met uitgesproken aandacht voor een fysisch - ruimtelijke presentatie, environnementale integratie, integratie binnen installatie of autonoom als installatie (monitorenopstelling en / of projecties).

Eigenschappen van goede opnametechnieken verder ontwikkelen: licht (belichting, eenheid van lichttemperatuur ), hanteren van camera, cameravoering, camerastandpunten, ...enz...
Eigenschappen van verschillende mogelijkheden van montagetechnieken onderzoeken en doelmatig aanwenden (o.a. overgangen, dubbel beeld, insert, blue key, enz.)
lichtprojectie
(dia, film, video, laser, enz.)
ontwikkelen van eigen experimentele middelen, natuurlijke lichtinval, reflectie.
Beeldduiding en beeldlezing : Het is hier de bedoeling de eigenschappen, de kracht en het potentieel van bewegende beelden onder de aandacht te brengen welke in de loop van de verschillende opeenvolgende modules grondiger uitgewerkt kunnen worden.
Uitwerken van de volgende (directe en indirecte) beeldgenererende elementen : aan de hand van oefeningen en projecten, vertrekkend van een projectvoorstel van individuele student, worden gehelen van gemonteerde bewegende beelden (door middel van video) onderzocht, besproken en aan de hand van feedback op artistiek en technisch vlak de kwaliteiten van de aangeleverde beelden onderzocht en suggesties voorgesteld voor verbreding van benaderingswijze bij opname en eventuele bijsturing tijdens nieuwe opname (heropname van zelfde onderwerp) of volgende opnames van andere projecten.
Verhalende structuur, scenario <> niet-verhalende vertelstructuur.
Het verhaal letterlijk 'vertellen', d.w.z alle elementen in hun logische en chronologische verbanden aanbrengen en beeldend plaatsen om het geheel te construeren binnen een klassieke verhaalstructuur. <>door montagetechnieken het te construeren verband in 'de ogen en in de hoofden' van de toeschouwers een zinvol geheel laten vormen door een participatieve, deductieve, associatieve houding van de kijker uit te lokken en een dieperliggend problematiek en interpretatie, een 'tweede en derde (?) laag', van kijken naar lezen, en toegankelijk te maken ( een proces opstarten bij de kijker dat van een andere orde is dan louter kijken en waarnemen van de gegeven beelden.)
Chronologische montage <> creatieve functionele montage i. f. v. inhoud.
Op het vlak van montage en presentatie worden meerdere mogelijkheden binnen het zelfde project naast elkaar geplaatst om inzichten te verwerven in verschillende manieren van hoe het bewegende beeld werkt en een (zelfde) inhoud vorm te geven en over te brengen. Het accent ligt hier reeds op het onderscheidende vermogen om de specifieke mogelijkheden van verschillende versies bewust te onderkennen en selectief te gaan gebruiken om een keuze te motiveren voor de uiteindelijke presentatie van het project.

Begincompetenties
Basiskennis van de technieken en computertoepassingen, uit algemeen inleidende opleidingsonderdeel 'digitaal'.
De student moet basisinteresse hebben voor hedendaagse kunst en de hedendaagse kunstpraktijk, het stilstaand en in het bijzonder' het bewegende beeld' binnen de driedimensionale context, al of niet in relatie met installatie.
Hij moet onderwerpen weten aan te brengen, en een creërende behoefte aantonen, die zich in eerste instantie vertaalt in een onderzoekende houding, waar experiment en veelzijdigheid in benadering van onderwerp primeren.
Hij moet - onder begeleiding - in staat zijn deze behoefte beknopt te formuleren (verbaal en/of schetsmatig) als een onderzoeksproject en voorstellen te formuleren om deze beeldend om te zetten met behulp van eenvoudige expressiemiddelen.
De student moet een behoefte hebben aan gesprek, dialoog en confrontatie.
De student moet een onbevooroordeelde openheid vertonen ten opzichte van basisgedachten omtrent vorm, inhoud, materiaal en betekenis van het beeld, en deze verder te ontwikkelen .

Eindcompetenties
De student moet specifieke interesse in functie van zijn ontwerp / project voor hedendaagse kunst en de hedendaagse kunstpraktijk, in het bijzonder' het bewegende beeld', al of niet in relatie met installatie, weten aan te wenden binnen zijn onderzoeksproject en (bij uitbreiding) artistiek projekt.
Zijn creërende behoefte heeft zich in eerste instantie vertaald in een doorgedreven onderzoek, waar experiment en veelzijdigheid in benadering van onderwerp op inhoudelijk en formeel vlak primeren en zichtbaar worden in het resultaat.
De student is in staat tot gesprek, dialoog, confrontatie en reflectie over het eigen werk en het proces: becommentarieerde voorstellen voor mogelijke uitwerkingen heeft hij beeldend omgezet met behulp van (eenvoudige) expressiemiddelen, positief gebruikmakend van feedback.
De student is in staat tot gesprek, dialoog, confrontatie en reflectie over het eigen werk en het proces. De klemtoon ligt in deze module vooral op het proces, het onderzoek, en de verworven inzichten, het maken van logische keuzes, onder begeleiding leren incalculeren en aanwenden van logica, toeval, open experiment, hanteren van variabele parameters, hypothetisch denken ( 'wat als'), - ieder nieuw werk vereist zijn nieuwe ordening en verschuiving van referentiekader ) binnen de context van het concept - , en de consequente uitvoering. De (artistieke) standpunten en de gemaakte (artistieke) keuzes binnen beperkte deelproblematieken dienen te wijzen op een aanzet van artistiek inzicht. Het artistieke eindresultaat weegt in deze opstartmodule door in de evaluatie. Enerzijds het methodisch denken en anderzijds het paradoxaal denken (al of niet samenvallen van beeld en inhoud : het opzoeken van conflicten, spanningsvelden ... ) en openstaan voor andere (dan de zuiver economische, voor de handliggende ) werkmethodes primeert.
De klemtoon ligt in deze module vooral op het proces, het onderzoek, en de verworven inzichten. De artistieke standpunten en de gemaakte artistieke keuzes binnen beperkte deelproblematieken dienen te wijzen op artistiek inzicht. Een evenwicht tussen proces en artistiek project is beoogd: het artistieke resultaat weegt in deze (tweede) inleidende module door in de evaluatie.

Leermaterialen


Studiekosten
a.) 50 euro: videocassette(s), cd r & rw .
b.) Bij grote projecten wordt aangeraden een externe harddisk aan te schaffen wat bovendien mogelijk maakt op verschillende locaties aan het project verder te werken (kostprijs +/- 250 euro). Deze investering is eenmalig en kan verder gebruikt worden tijdens volgende modules.

Studiebegeleiding


Onderwijsvormen
Projectatelier, gesprekken.

Evaluatievorm
Criteria: Het artistiek werk moet blijk geven van een grote zelfstandigheid en artistieke individualiteit en een afgewerkt product zijn.
Permanente evaluatie op basis van o.a. deelname aan projecten en tentoonstellingen,.. binnen en buiten de school. In de loop van het academiejaar zijn er voor iedere student(e) minimum twee evaluaties voorzien afhankelijk van de individuele planning en in overleg met titularis.
Periodegebonden evaluatie: het eindwerk wordt eind juni door een jury beoordeeld.
Algemeen:
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. Bij wettige afwezigheid van de student moeten de werkstukken door iemand anders worden ingediend.
- Evaluatie tijdens de 1ste examenperiode, geen 2de zittijd.

OP-leden