Trefwoorden Autonoom werk
Doelstellingen Aan de hand van een opdracht wordt de student geconfronteerd met een aantal specifieke vaardigheden eigen aan de taal fotografie.
*Oefening in het formuleren, omschrijven van een autonoom werk.
*Wegwijs maken in opzoekingswerk, inspiratiebronnen.
*Moeilijkheidsgraad inschatten en eigen doel uitzetten.
*Eigen maken van technische vaardigheden als lichtmeting, filmontwikkeling, afdruk.
*Bijbrengen van de manipulatie van het digitale bestand, beeld.
*Werkritme, organisatie en planning stimuleren.
Leerinhoud Artistiek.
Technische aspecten.
*Opnametechnieken in kleinbeeld, lichtmeting. (Verder vervolmaken).
*Filmontwikkeling, afdruk zwart-wit. (Verder vervolmaken)
*Basis van de digitale vorm van het beeld.
Aspecten van vormgeving.
*De relatie tussen cadrage, compositie en de inhoud van het beeld. (Verder uitdiepen).
*Bestaande licht, gradatie en richting van het licht. (Verder uitdiepen).
*Scherpte,onscherpte.
*Begeleiding in het vormen van een idee.
*Begeleiding bij het pre-visualiseren van een werk, eindresultaat.
*Verschil in uitvoeringsvorm van een idee verduidelijken.
*Onderzoek van het project, formulering van eigen standpunt.
Inhoudelijke aspecten.
Deelcompetenties:
-Autonoom werk: het formuleren en uitvoeren van een eigen idee, project.
-Digitale beeldvorming: een eerste kennismaking met het digitale proces.
Begincompetenties Zie eindcompetenties studie van de fotografische beeldtaal.
Eindcompetenties Creërend vermogen.
De student kan een eigen idee vorm geven en in beperkte mate realiseren.
*Heeft inzicht in de principes en technieken van vormgeving, beeldvormgeving.
*kan welomschreven opdrachten tot een goed einde brengen en kan omgaan met open opdrachten.
*geeft blijk van een eigen vorm- en beeldtaal te ontwikkelen.
*demonstreert interesse voor de basiskennis en -kunde i.v.m. het gebruik van de technische middelen en systemen eigen aan de fotografie.
Kritische reflectie.
De student leert het eigen werk en dat van de anderen te beschouwen, analyseren, duiden en evalueren.
*toont evolutie om een gestelde opdracht te analyseren en erover te communiceren.
*toont in staat te zijn relevante informatie op te zoeken en te verwerken.
*ontwikkelt verder zijn kritische zin en een intellectueel weerbare persoonlijkheid.
Communicatief vermogen.
De student kan zijn werk presenteren en toelichten.
*oefent zich in een kritisch gesprek rond proces en resultaat.
Organiserend vermogen.
De student geeft aanzet tot het plannen en organiseren van eigen werk.
*vertoont de nodige discipline waardoor hij regelmatig werkt.
*kan overweg met deadlines.
Vermogen tot samenwerken.
De student kan in een samenwerkingsverband een actieve bijdrage leveren met respect voor de rol en de verantwoordelijkheid van alle betrokkenen.
*kan deelnemen aan een overleg met respect voor planning en timing.
Vermogen tot groei en vernieuwing.
De student beschikt over voldoende gedrevenheid om zich maximaal te ontplooien in een eigen artistieke discipline.
*is gemotiveerd om een persoonlijke artistieke visie en uitdrukkingsvorm verder te ontwikkelen
.
*gaat constructief om met kritiek.
*geeft blijk van een duidelijke evolutie in inhoud en vorm tussen de 1ste en laatste opdracht.
*heeft de juiste motivatie aan de dag gelegd t.o.v. het vakgebied.
Beroepsgerichte competenties.
De student heeft kennis en inzicht in het beroepsmatig functioneren als fotograaf.
*heeft het terrein van het instroomgebied, waarvoor hij initieel heeft gekozen, verkend.
Leermaterialen
Studiekosten Aankoop films, ontwikkelprodukten en fotopapier, (verbruiksmateriaal), geschat op 225 euro.
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen Theoretische uiteenzettingen, groepsbespreking van de resultaten, individuele bespreking, beeldanalyse, werkatelier (labo), buitenopname en eigen werk organisatie.
Evaluatievorm Permanente evaluatie, tussentijdse jury.
*Eindcompetenties.
*Regelmatige aanwezigheid en inzet.
*Beantwoorden aan de gestelde deadlines voor het afwerken van opdrachten.
Algemeen:
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. Bij wettige afwezigheid van de student moeten de werkstukken door iemand anders worden ingediend.
- Evaluatie tijdens de 1ste examenperiode, geen 2de zittijd.
OP-leden
|
|