BEELD & INSTALLATIE
 
Wordt gegeven in 1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: gecombineerde media
Hoorcollege [A] 20.0
Werkcollege [B] 35.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 20.0
Totale studietijd [D] 175
Studiepunten [E] 6
Niveau  
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Noël DE BUCK
Referentie ABBKUM01K00013
 
Trefwoorden
Beeld & installatie

Doelstellingen
A.Beeldontwikkeling
1. student is alert voor het oorspronkelijke en behoed zich voor het clichématige
2. Student beseft dat het concept de aftastzone is tussen enerzijds de kracht van de visie en anderzijds de uitvoermogelijkheden van het gewenste beeld.
3. Student beseft dat de beeldende kunstenaar zeer dikwijls (net zoals een architect of een componist) afhankelijk is van uitvoerders. En dat bij de ontwikkeling van een know how bij uitvoermogelijkheden een evenwicht moet gezocht worden tussen het ontwikkelen van eigen technische mogelijkheden en het ontwikkelen van de kennis van de mogelijkheden daarbuiten.
4. Student kan in grote mate zijn persoonlijke mogelijkheden (financieel, organisatorisch, technisch, intellectueel) inschatten, en voorstellen formuleren die realistisch zijn t.o.v. deze inschatting.

B.Beeld & installatie
Ontwikkelen van de basis elementen voor een totaalaanpak mbt. ontwerpen, uitvoeren, presenteren en becommentariëren van eigen werk; individuele trajectcoaching;
1. Individuele positionering uitlokken bij de student, - onder begeleiding - ,
2. door bevraging van bestaande stellingnames van anderen (kunstenaars , filosofen enz.), door collectieve bevraging van de eigen stellingnames , onderzoek van de stellingname van medestudenten
3. Situering van het hedendaags beeld in de ruime zin. via klassikale groepsgesprekken en aan de hand van eenvoudige oefeningen mbt. het hedendaagse beeld (sculptuur, installatie, foto, video, tekst en literatuur , schilderij, theater, …)
4. Spirituele en materiële assemblage(technieken).
5. Associatief denkend en beeldend vormgeven.
6. Lezen en leren lezen van een beeld

In deze deelcompetentie gaat de aandacht naar de werking van het beeld in de ruimte. Beelden worden gedacht en gematerialiseerd, afgetast, en getoetst naar zeggingskracht. Studenten leren nadenken over, en praktisch ervaren hoe een beeld werk.

C.Bewegend beeld & installatie.
Introducerende kennismaking en verwerven van basiselementen ivm Artistieke toepassingen op het vlak video & audio (opname, montage en bewerking), het kinetisch beeld, lichtprojectie, enz.
1. begeleid realiseren van autonome kunstwerken aan de hand van nieuwe mediatechnieken.
2. inzicht verwerven omtrent de werking van het bewegende beeld, video en audio, en het kinetisch beeld, lichtprojectie, enz.
3. begeleid en ondersteunend onderzoek ontwikkelen binnen het gebied van het bewegend beeld binnen de autonome kunst om uitvoering van eigen project voor te bereiden . Experiment , veelzijdigheid in benadering van onderwerp op inhoudelijk en formeel vlak ontwikkelen.
4. Student aanzetten en ondersteunen om voorstellen voor mogelijke uitwerkingen te formuleren met behulp van eenvoudige expressiemiddelen en deze onder begeleiding en feedback uit te voeren.
5. Ontwikkelen van gesprek, dialoog, confrontatie en reflectie over het eigen werk en het proces .De klemtoon ligt in deze module vooral op het proces, het onderzoek , en de verworven inzichten. De aanzetten van artistieke keuzes binnen beperkte deelproblematieken en de artistieke standpunten worden onderworpen aan bevraging in functie van artistiek inzicht . Het artistieke (eind)resultaat weegt in deze opstartmodule (voorlopig) minder door in de evaluatie.
6. Kennisname en ontwikkelen van Opname-, Montage- en Presentatietechnieken met artistieke doelstellingen.
7. Gebruik maken video om het werk van de student te (leren) archiveren en te ondersteunen, als schetsboek en documentatie.


Leerinhoud
Deelcompetenties :
A. Beeldontwikkeling
"Confrontatie"; visie, concept, realisatie
1. Individuele positionering door confrontatie, bevraging en situering met en van het hedendaags beeld. Er wordt gewerkt met minimale oefeningen die als taak hebben een verbreding van denkpatronen en werkmethoden te bewerkstelligen. Studenten leren keuzes maken binnen hun eigen mogelijkheden (technisch, intellectueel, spiritueel, karakterieel...).
2. De grote honger naar techniek om de techniek wordt gekanaliseerd en herleid tot het leren versoberen, vereenvoudigen en doelgericht denken en werken waarbij respect voor visie, concept en techniek centraal staan.
3. Ze worden begeleidend geconfronteerd met het belang van vorm, inhoud, materiaal en betekenis van het beeld.
B. Beeld & installatie
1. studie van de beeldelementen (algemeen) aan de hand van oefeningen en gesprekken .De projecten worden inhoudelijk en artistiek ondersteunend bevraagd.
2. onderzoek via praktische oefeningen naar de relatie concept, beeld , inhoud, vorm, betekenis ,techniek en materiaal (algemeen) 'ruimtelijkheid' in een brede opvatting . die als taak hebben een verbreding van denkpatronen en werkmethoden te bewerkstelligen. De grote honger naar techniek om de techniek wordt gekanaliseerd en herleid tot het leren versoberen, vereenvoudigen en doelgericht denken en werken. Concept, uitvoering , demonstratie, presentatie van en communicatie rond het beeld.
3. 'oefeningen' omtrent vorm, inhoud, materiaal, realisatie en betekenis van het beeld. Meervoudig proefondervindelijk uittesten, dwz. meerdere alternatieve uitvoeringsmogelijkheden (op vlak van concept en technische uitvoering, presentatie) overwegen en uitvoeren. Een brede waaier aan technische middelen en materialen( van klassieke en nieuwe media) toegankelijk maken door een aanschouwelijke begeleiding in functie van de persoonlijke evolutie van de student. Onderzoeken van de technische, financiële haalbaarheid, en overwegen desgewenst alternatieve mogelijkheden. De studenten worden begeleid in een consequente technische aanpak en uitvoering van een concept; Het inschatten, onder begeleiding, van de technische haalbaarheid binnen het atelier of het opzoeken van professionele technische uitvoeringen of aanvullende, gespecialiseerde opleidingen buiten het atelier.
4. 'oefeningen' in Spirituele en materiële assemblage.
5. 'oefeningen' in Associatief denken en 'beeldend' vormgeven
6. Lezen en leren lezen van beelden. (het beeld 'spreekt')
7. praktische oefeningen in presentatietechnieken. Het belang van de systematische presentatie wordt vanaf het ontstaan van het concept, en tijdens de afwikkeling consequent onderkend en ondersteund. Het eindresultaat wordt bij de finale presentatie veel aandacht besteed aan de dialoog die ontstaat met de kijker, de omgeving, andere werken, ...
8. De studenten oefenen in het respecteren van deadlines.
9. Eenvoudige schriftelijke neerslag van zijn activiteiten.
De lessen worden opgevat als kleine interne oefeningen waar de praktijk van het beeld, praten en reflecteren over de werken sterk gestimuleerd wordt binnen een breder referentiekader . Afgewerkte oefeningen worden geïsoleerd van de werksfeer en als uitspraak gepresenteerd
(concept <>uitwerking :
- artistiek : communicatie en betekenisoverdracht tussen beeld en toeschouwer ? gaat beeld al of niet een relatie aan met andere beeldvormen, schrijft een beeld zich in een cultuur ? ontstaat er een boeiende (associatieve) lezing van het beeld, opent het beeld een (breed) veld van associaties , waar 'complexiteit' aanvullend en stimulerend werkt om een proces op te starten.
- technisch : efficiëntie van middelen en technieken ; ondersteunt of ondermijnt de gebruikte techniek het beoogde doel of concept ; is er eenduidigheid in het gebruik van de middelen en de technieken ; kan een andere materiaalkeuze overwogen worden, en wat is de eventuele meerwaarde ?
Daarom wordt er een geïndividualiseerd programma gehanteerd waarin elke student persoonlijk begeleid wordt op technisch, vormelijk en inhoudelijk vlak. De student wordt geleerd zijn acties te funderen, argumenteren en consequent uit te voeren.
C. Bewegend beeld & installatie
Artistiek atelier : ontwikkeling in functie van Artistieke toepassingen op het vlak video (opname, montage en bewerking), het kinetisch beeld, lichtprojectie, enz.
1. en beperkte en beknopte introductie van een aantal karakteristieken van het bewegende beeld binnen de benadering van de beeldende kunstenaar met betrekking op sculptuur, installatie en performance . De benadering vanuit de beeldende kunst met uitgesproken aandacht voor een fysisch - ruimtelijke presentatie , environnementale integratie, integratie binnen installatie of autonoom als installatie (monitorenopstelling en / of projecties)
2. asiseigenschappen van digitale montage (ten overstaan van analoge montage.)
3. Basiseigenschappen van goede opnametechnieken : licht (belichting, eenheid van licht) , hanteren van camera, cameravoering, camerastandpunten, ...enz...Beeld, geluid , licht, ritme , enz. als inhouddragende en vormgevende elementen met hun associatie-uitlokkende mogelijkheden. Relatie beeld en klank, geluid : autonoom beeld + autonoom geluid <>synchroon beeld en geluid
4. Beeldduiding en beeldlezing. Het is de bedoeling hier inleidend de eigenschappen, de kracht en het potentieel van bewegende beelden onder de aandacht te brengen welke in de loop van de verschillende opeenvolgende modules grondiger uitgewerkt worden. )
5. Verdichting van beelden en inhouden
6. Spirituele en technische assemblage
7. Associatief denkend en beeldend vormgeven, suggestieve kracht van beeld en geluid
8. Op het vlak van opname, montage en presentatie worden meerdere mogelijkheden binnen het zelfde project naast elkaar geplaatst om inzichten te verwerven in verschillende manieren van hoe het bewegende beeld werkt en een (zelfde) inhoud vorm te geven en over te brengen . Het accent ligt hier reeds op het onderscheidende vermogen om de specifieke mogelijkheden van verschillende versies bewust te onderkennen en selectief te gaan gebruiken om een keuze te motiveren voor de uiteindelijke presentatie van het project.

Begincompetenties
Basiskennis van de technieken en computertoepassingen, uit algemeen inleidende opleidingsonderdeel 'digitaal'.
De student moet basisinteresse hebben voor hedendaagse kunst en de hedendaagse kunstpraktijk, het stilstaand en in het bijzonder' het bewegende beeld' binnen de driedimensionale context, al of niet in relatie met installatie.
Hij moet onderwerpen weten aan te brengen, en een creërende behoefte aantonen, die zich in eerste instantie vertaalt in een onderzoekende houding , waar experiment en veelzijdigheid in benadering van onderwerp primeren.
Hij moet - onder begeleiding- in staat zijn deze behoefte beknopt te formuleren (verbaal en/of schetsmatig) als een onderzoeksproject en voorstellen te formuleren om deze beeldend om te zetten met behulp van eenvoudige expressiemiddelen.
De student moet een behoefte hebben aan gesprek, dialoog en confrontatie.
De student moet een onbevooroordeelde openheid vertonen ten opzichte van basisgedachten omtrent vorm, inhoud, materiaal en betekenis van het beeld, en deze verder te ontwikkelen .

Eindcompetenties
De student moet specifieke interesse in functie van zijn ontwerp / project voor hedendaagse kunst en de hedendaagse kunstpraktijk, in het bijzonder' het bewegende beeld', al of niet in relatie met installatie, weten aan te wenden binnen zijn onderzoeksproject en (bij uitbreiding) artistiek projekt.
Zijn creërende behoefte heeft zich in eerste instantie vertaald in een doorgedreven onderzoek, waar experiment en veelzijdigheid in benadering van onderwerp op inhoudelijk en formeel vlak primeren en zichtbaar worden in het resultaat.
De student is in staat tot gesprek, dialoog, confrontatie en reflectie over het eigen werk en het proces : becommentarieerde voorstellen voor mogelijke uitwerkingen heeft hij beeldend omgezet met behulp van (eenvoudige) expressiemiddelen, positief gebruikmakend van feedback.
De student is in staat tot gesprek, dialoog, confrontatie en reflectie over het eigen werk en het proces .De klemtoon ligt in deze module vooral op het proces, het onderzoek , en de verworven inzichten, het maken van logische keuzes , onder begeleiding leren incalculeren en aanwenden van logica, toeval, open experiment, hanteren van variabele parameters, hypothetisch denken ( 'wat als'), - ieder nieuw werk vereist zijn nieuwe ordening en verschuiving van referentiekader ) binnen de context van het concept - , en de consequente uitvoering. De (artistieke) standpunten en de gemaakte (artistieke) keuzes binnen beperkte deelproblematieken dienen te wijzen op een aanzet van artistiek inzicht . Het artistieke eindresultaat weegt in deze opstartmodule door in de evaluatie. Enerzijds het methodisch denken en anderzijds het paradoxaal denken (al of niet samenvallen van beeld en inhoud : het opzoeken van conflicten, spanningsvelden ... ) en openstaan voor andere (dan de zuiver economische, voor de handliggende ) werkmethodes primeert.
De klemtoon ligt in deze module vooral op het proces, het onderzoek , en de verworven inzichten . De artistieke standpunten en de gemaakte artistieke keuzes binnen beperkte deelproblematieken dienen te wijzen op artistiek inzicht . Een evenwicht tussen proces en artistiek project is beoogd : het artistieke resultaat weegt in deze (tweede) inleidende module door in de evaluatie.

Leermaterialen


Studiekosten
a.) 50 euro : videocassette(s), cd r & rw .
b.) Bij grote projecten wordt aangeraden een externe harddisk aan te schaffen wat bovendien mogelijk maakt op verschillende locaties aan het project verder te werken (kostprijs +/- 250 euro). Deze investering is eenmalig en kan verder gebruikt worden tijdens volgende modules.

Studiebegeleiding


Onderwijsvormen
Projectatelier, gesprekken

Evaluatievorm
Criteria: Het artistiek werk moet blijk geven van een grote zelfstandigheid en artistieke individualiteit en een afgewerkt product zijn
. Permanente evaluatie op basis van o.a. deelname aan projecten en tentoonstellingen,.. binnen en buiten de school. In de loop van het academiejaar zijn er voor iedere student(e) minimum twee evaluaties voorzien afhankelijk van de individuele planning en in overleg met titularis.
Periodegebonden evaluatie: het eindwerk wordt eind juni door een jury beoordeeld.
Algemeen:
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. Bij wettige afwezigheid van de student moeten de werkstukken door iemand anders worden ingediend.
- Evaluatie tijdens de 1ste examenperiode, geen 2de zittijd.

OP-leden