Trefwoorden Plantkunde
Doelstellingen De doelstellingen van de cursus worden zo opgevat dat de studenten na het succesvol afwerken van de leerstof
- grondig inzicht verworven hebben in de morfologie en fysiologie van de planten;
- kennis hebben over de inwendige en uitwendige morfologie van hogere planten met inbegrip van zaad- en vruchtvorming.
- inzicht verwerven in de systematiek van het plantenrijk
- Vaardig kunnen gebruik maken van het labomateriaal en overzichtelijke samenvattingen kunnen maken van de oefeningen, hierbij verband leggend met de theoretische cursus.
- De plantaardige cel en plantenweefsels kunnen identificeren;
- Inzicht hebben in de ontwikkelings- en de evolutietheorie van de dieren.
Leerinhoud Volgende kernonderdelen worden behandeld:
- cytologie geeft een beschrijving van de verschillende celorganellen en membraanstructuren van de plantaardige cel en hun relatie tot de levensprocessen. Tevens wordt ingegaan op de bouw en coördinatiefunctie van de celkern waarbij de link gelegd wordt naar de erfelijke informatie aanwezig op de chromosomen.
- histologie behandelt de diverse plantenweefsels. Aandacht wordt besteed aan: bedekkingweefsels - parenchymatisch weefsel - steunweefsels - secretieweefsel - geleidingsweefsel.
- de organisatievorm van hogere planten. Achtereenvolgens worden de uitwendige en inwendige bouw beschreven van de stengel,wortel, blad en bloem. Eveneens wordt een beschrijving gegeven van het voortplantingsmechanisme bij hogere planten en van de eigenlijke vrucht- en zaadvorming.
- de CO2- assimilatie, met bijzondere aandacht voor het mechanisme van CO2-inbouw (C3, C4 en CAM-planten) en de omgevingsfactoren die de CO2assimilatie beïnvloeden.
- de dissimilatie of afbraak van assimilaten. Vooral het mechanisme en de energiewinst komen hierbij aan bod.
- de waterhuishouding van de plant, zowel op cellulair niveau als in het bodem - plant - atmosfeer continuüm. Ruime aandacht wordt besteed aan de factoren die de waterhuishouding van de plant beïnvloeden.
- De belangrijkste fysiologische functies van de essentiële minerale voedingselementen.
Het vijfde hoofdstuk is gewijd aan morfogenese, meer in het bijzonder aan de stoffen die groei en ontwikkeling van de plant beïnvloeden, nl. de plantengroeiregulatoren. Hierbij wordt een overzicht gegeven van de natuurlijke en synthetische plantengroeiregulatoren, hun voornaamste functies in de plant en hun mogelijke toepassingen in land- en tuinbouw.
Begincompetenties Basiskennis van plantkunde en biomoleculen
Eindcompetenties - Het verschaffen van inzicht in het functioneren van de hogere plant, zowel op cellulair niveau als in het milieu
- Een inzicht verwerven in de levensverrichtingen van de plant voor het met goed begrip hanteren van de gewasplant en diens producten, in teelt en bewaring, bij veredeling en ziektebestrijding
- Zoveel mogelijk bruggen slaan naar die vakgebieden waar de plantenfysiologische kennis kan worden toegepast op de gewasplant.
Leermaterialen Cursus "Plantkunde" - 139 blz. - 1998
Begeleidende nota's voor oefeningen
Studiekosten Geraamde totaalprijs: 130.0 EUR ± 130 Euro voor dissectiemateriaal + cursus
Studiebegeleiding Herhalingsles + permanente mogelijkheid tot vraagstelling.
Onderwijsvormen Hoorcollege, praktische oefeningen en geïntegreerde opdrachten
De praktische oefeningen dienen niet enkel om de leerstof te illustreren. Er wordt naar gestreefd om een aantal vakgerichte laboratoriumtechnieken aan te leren en een integratie van verschillende aspecten (cytologie, morfologie,…) te bekomen.
De studenten zullen zich deze materie met een grote zelfstandigheid eigen maken door zelf gemaakte coupes te bestuderen met microscopische technieken.
De grote diversiteit in het plantenrijk wordt ontdekt door de individuele opdracht tot het aanleggen van een herbarium. De systematische indeling van het plantenrijk en de in praktijk bruikbare taxonomie van vnl. zaadplanten vormt hierbij een belangrijke basis en wordt in een inleidend practicum aan de hand van illustraties toegelicht. Bij het determineren van de planten voor het herbarium verwerven de studenten eveneens een uitgebreide kennis van de morfologie van de plant.
De plant is een organisme dat in een ecosysteem leeft. Daarom worden de reactiemechanismen door externe factoren beïnvloed. Specifiek wordt aandacht besteed aan fytohormonen en lichtinvloeden.
Tijdens laboratoriumexperimenten wordt steeds vanuit cellulaire en morfologische kenmerken lijnen getrokken naar de functionele processen van de hele plant. Bij inleidende fysiologische praktica starten de studenten experimenten om (bv. licht- vs. Donkerkiemers, stressfysiologie, mineralenhuishouding, behandeling van scheuten met groeihormonen,…), die ze vervolgens zelf verder moeten opvolgen (meten, waarnemen, ontwikkeling,…) en eventueel fotografisch vastleggen. Informatiebronnen en toepassingen in de praktijk (bv. groeihormonen in tuinbouw) worden opgezocht. Tenslotte wordt alles verwerkt in een verslag. In een afsluitend practicum worden de bestudeerde processen en fenomenen verder besproken en toegelicht in groepsverband.
Evaluatievorm Theorie : mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
Oefeningen : permanente evaluatie
Wegingscoëfficient : theorie: 3/4 - oefeningen : 1/4
OP-leden T : G.Haesaert
O : V.Derycke, B. Heremans
|
|