Trefwoorden Hand- en perspectieftekenen
Doelstellingen Het zich vlot als schetser kunnen uitdrukken, helpt de Landschaps- en tuinarchitect in zijn analyse, synthese en ontwerpvermogen. Het schetsen zet aan tot kritische reflectie en voedt de noodzakelijke creativiteit. Dit onderdeel sluit nauw aan bij de verworvenheden op de leerlijn van het eerste jaar en legt duidelijke linken met het atelier.
Leerinhoud De leerstof wordt thematisch geordend.
- Stillevens van gebruiks- en kunstvoorwerpen.
- Bomen, planten en vruchten.
- Interieurs, pleinen, straten en stadszichten.
- Park- en landschapszichten.
Begincompetenties
De studenten kennen en kunnen de basistaal van het tekenen vanuit de benadering van eenvoudige geometrische vormen toepassen. Zij beheersen grondig de perspectiefregels. Bij eventuele tekorten moet de student teruggrijpen naar de cursus van het eerste jaar.
Eindcompetenties De student beseft dat de Landschaps- en tuinarchitect zich als schetsend moet uitdrukken. Schetsen is communicatief handelen en creatief uitten. De student bezit het middenniveau als schetser en weet een juiste schaalkeuze toe te passen. De student kan de hoofdrichtingen van een gebouw, en stadszicht achterhalen en de samenstellende delen van het landschap doorzien. Op het einde van de cursus moet de student de vreugde van het schetsen smaken.
Leermaterialen Er is een cursus beschikbaar met voorbeelden van schetsoefeningen gemaakt door studenten en de docent, voorzien van praktische aanwijzingen.
Studiekosten Geraamde totaalprijs: 4.0 EUR
cursus: +/- € 4,00
RAADGEVING:
Ga het gevecht met het witte schetsblad niet uit de weg. De "vreugde" van het schetsen kan je slechts smaken na de inspanning. Minimum twee uren per week is noodzakelijk om het ambacht meester te worden.
Studiebegeleiding Van iedere student wordt een schetsmap aangelegd. Zodoende krijgen wij een reële kijk op de vordering van de schetsvaardigheid. Er worden drie schetsen per week gemaakt: d.w.z. één schets in de schetsklas en twee schetsen als thuisopgave. De docent schetst mee en is steeds bereid de voorgelegde schetsen te bespreken.
Onderwijsvormen
Schetsoefeningen in de schetsklas, in de stad of in het landschap, met klassikale en individuele begeleiding.
Evaluatievorm
Er worden twee loges ingericht als examen. Er is dus een partieel en een eindexamen.
Wegingscoëfficiënt:
Permanente evaluatie: 4/5 (klasschetsen, thuisopgaven)
Loges: 1/5
OP-leden
Hendrik DE VIS
|
|