Trefwoorden Basisbegrippen van informatietechnologie, de computer gebruiken en beheren, Tekstverwerken, Bin-normen, Informatie en communicatie, Presenteren en tekenen, Observatie, rapportage
Doelstellingen Partim 1:
Observeren en rapporteren zijn twee basisvaardigheden voor de maatschappelijk werker. Hoewel de elementaire principes van beide vaardigheden, via theoretische modellen kunnen aangereikt worden, moeten ze doorheen het ganse opleidingscurriculum ingeoefend worden.
Partim 2:
Het vak en de kennis die de studenten opdoen in verband met ICT zijn niet uit de 3 jarige opleiding weg te denken. De studenten moeten voor elk vak, over elk onderwerp bekwaam zijn om opzoekingen de doen en deze op een behoorlijke manier digitaal kunnen verwerken. Naar stage toe moet de student op een degelijke manier verslagen kunnen opmaken. Een archief kunnen beheren, berekeningen kunnen maken…enz. Een eindwerk (3de jaar) kan niet opgemaakt worden zonder een behoorlijke kennis ICT. We denken dan ook aan opzoekingen, digitale verwerking en het getypte eindwerk zelf.
Indien de student volledig geïntegreerd wil zijn in onze samenleving, moet die vertrouwd zijn met het gegeven ‘PC’.
Leerinhoud Partim1:
- bespreking van een aantal waarnemingsmodellen, dienstig voor verschillende observatievormen in situaties uit het werkveld;
- er wordt aandacht besteed aan de verschillende factoren die dewaarneming kunnen vervormen;
- verschillende rapportvormen en de plaats en betekenis ervan in het hulpverleningsproces worden besproken;
- oefeningen om te observeren, zowel via vrije observatie als aan de hand van observatieschema's;
- aan deze oefeningen worden rapporteringsopdrachten gekoppeld;
- ...
Partim2:
1. Basisbegrippen van informatietechnologie.
Wat verstaat men onder de termen:
Computers, hardware, software…
Hoe een computer toepassen:
thuis, op het werk, in het bedrijf…
Netwerken en internet
Beveiliging: virussen, beveiligen van soft- en hardware
2. De computer gebruiken en beheren.
besturingssysteem, instellingen vb:printers toevoegen, lettertypes downloaden en installeren..., de Windows verkenner, bestandsbeheer, systeembeheer, Windows in een netwerk.
3. Tekstverwerking: Microsoft Word 2000
Word verkennen, tekst typen, bewerken en opmaken, documenten bewaren en oproepen, afdrukken, documenten controleren, tabellen, overige mogelijkheden: vb: autocorrectie, sjabloon aanmaken, tekening maken...
Word en Bin-normen
4. Informatie en communicatie
Internet, werken met internet exploren, zoeken op internet, enkele instellingen, elektronische post, versturen en ontvangen, Outlook, werken met een adresboek
5. Presenteren en tekenen: Microsoft PowerPoint 2000
een presentatie maken, teksten in dia’s, figuren en objecten, werken met modellen diavoorstelling maken
Begincompetenties Partim1:
Geen specifieke voorkennis vereist
Partim2:
Geen specifieke voorkennis vereist
Eindcompetenties Partim1:
De student:
- omschrijft de betekenis van het observeren in het algemeen en van de verschillende vormen in het bijzonder;
- houdt rekening met de verschillende factoren die de observatie kunnen beïnvloeden;
- hanteert de verschillende soorten rapporten en hun specifiek toepassingsveld;
- hanteert vlot de noodzakelijke structurering bij de opbouw van een rapport;
- vermeldt op correcte wijze zijn bronnen;
- observeert objectief eenvoudige situaties, gerelateerd met het werkveld van de maatschappelijk assistent en maakt daarover een correct rapport.
Partim2:
1. Basisbegrippen van informatietechnologie.
- De verschillende onderdelen van een computer kunnen benoemen.
- De opbouw en de werking van een computer kunnen uitleggen.
- Het verschil weten tussen hardware en software.
- Een aantal voorbeelden van hardware kunnen definiëren.
- Een aantal voorbeelden van software kunnen definiëren.
- Een aantal toepassingen in de maatschappij, in het bedrijf, in het onderwijs, thuis kunnen opnoemen.
- Het principe van een netwerk schematisch kunnen aantonen.
- De begrippen internet, e-mail, virus kunnen uitleggen.
- Computer en ergonomie kunnen verklaren waarom dit zo goed mogelijk moet worden afgesteld.
2. De computer gebruiken en beheren.
- weten wat een besturingssysteem is
- Verschillende besturingssystemen kunnen opnoemen
- De verschillende onderdelen van een bureaublad herkennen.
- De eigenschappen van de muis kunnen instellen.
- Kunnen werken met vensters.
- Een snelmenu leren gebruiken.
- Het configuratiescherm kunnen ontleden.
- Windows ‘verkenner’ kunnen gebruiken.
- Bestanden kunnen beheren. (mappen verplaatsen, openen, aanmaken, kopiëren…)
- Het nut van een backup leren inzien.
- Kunnen inloggen in een netwerk.
3. Tekstverwerking: Microsoft Word 2000
Een maatschappelijk assistent moet een verslag naar behoren kunnen typen volgens de Bin-normen met de nodig opmaak eigenschappen.
- De student moet in staat zijn de eigen productiviteit te verhogen door een grondige kennis en gebruikservaring te hebben van snelle cursorverplaatsingen, handige toetscombinaties.
- De student moet de verschillende onderdelen van het beeldscherm van MS Word (user interface) kunnen herkennen en gebruiken: menusysteem, werkbalken, het liniaal, weergavenknoppen, belangrijkste iconen, belangrijkste dialoogvensters en iconen.
- Een nieuw document kunnen openen
- Een document kunnen opslaan
- Een document kunnen uitprinten
- Tekst opmaken. Lettertype, grootte, kleur, knippen, kopiëren, plakken…
- Vertrouwd geraken met het automatisch kopieer opmaakteken.
- Het nut van opmaakprofielen inzien.
- Opmaakprofielen kunnen gebruiken.
- Een figuur zowel uit bestand als standaard kunnen invoegen.
- De figuur verder aanpassen. Ten opzichte van de tekst, grootte, kleur…
- Kunnen een tabel gebruiken. Converteren, tekenen, opmaakmodel,…
- Een grafiek aanmaken.
- Opsommingstekens kunnen hanteren.
- Een rand en/of een arcering op zowel tekst, alinea, pagina aanbrengen.
- Alle elementen uit de werkbalk tekenen kunnen toepassen.
- Gebruik kunnen maken van de tabtoets.
- Tekst in kolommen kunnen plaatsen.
- Een kop en voettekst kunnen aanmaken, met datum, tijd, paginanummers.
- Een inhoudstabel kunnen definiëren.
- Het verschil weten tussen een sectie einde en een pagina einde en ze kunnen invoegen.
- Een document kunnen uitprinten.
4. Informatie en communicatie
- De begrippen: Internet, Provider, ‘het WORLD WIDE WEB’, browser, surfen, zoekmachine kunnen verklaren.
- Het programmavenster van ‘internet exploren’ kunnen ontleden.
- De werkbalk standaardknoppen kunnen toepassen.
- Favoriete pagina’s kunnen beheren.
- Een zoekmachine kunnen hanteren.
- Een e-mail bericht kunnen: versturen, lezen, afdrukken, beantwoorden, verwijderen.
- Een adresboek kunnen aanmaken en gebruiken.
- Een attachment kunnen versturen.
- Setting van het e-mail programma kunnen aanpassen.
5. Presenteren en tekenen: Microsoft PowerPoint 2000
- Het programmavenster van PowerPoint kunnen onderscheiden en toepassen.
- Een nieuwe presentatie kunnen aanmaken.
- Een presentatie kunnen opvragen en kunnen bekijken.
- De verschillende weergaven om een presentatie te bekijken kennen.
- De presentatie wizard kunnen toepassen.
- Figuren en objecten kunnen toepassen.
- Kunnen werken met modellen.
- Een organigram kunnen aanmaken.
- Een diavoorstelling kunnen instellen.
- Animaties kunnen toepassen.
- Tekst kunnen opmaken.
Leermaterialen Partim1:
Een reader is voorhanden, een syllabus wordt voorbereid
Partim2:
Cursus met werkdocumenten, Webleerpakketten en andere ICT-tools.
Studiekosten Partim1:
Voor cursusmateriaal en korte verplaatsingen : ongeveer € 10
Partim2:
Kopijen: ongeveer 15 euro.
Studiebegeleiding Partim1:
De oefeningen worden besproken in kleine groepen.
Monitoraat is mogelijk, na afspraak.
Partim2:
Na het einde van een module wordt er uitgelegd wat wordt verwacht.
Er is altijd een terugkom moment zodat de toepassingen geëvalueerd worden.
Iedere student kan individueel uitleg komen vragen. Persoonlijk of via e-mail.
De studenten kunnen bijkomende oefeningen aanvragen waar er feedback op kan worden gegeven.
Onderwijsvormen Partim1:
13 uur theoretische lessen (in de vorm van hoorcolleges en met ev. gebruik van videofragmenten)
13 uur geleide oefeningen
13 uur persoonlijke oefeningen met grondige bespreking
Partim2:
Webleren, Toepassingen maken, Doceermomenten
Evaluatievorm Partim1:
Mondeling examen (A-groep in juni en B-groep in januari)
Permanente evaluatie van de oefeningen
Verdeling: 1/2 examen; 1/2 oefeningen
Partim2:
- Permanente evaluatie,
- toepassingen, opdrachten, syntheseproeven
- Toepassingen
- Eindexamen
Studenten die op het deel Observatie en rapportage en/of Informatie- en communicatietechnologie van het opleidingsonderdeel Informatieverwerving en -verwerking minstens 10/20 behalen in de 1ste zittijd zijn niet verplicht hierover opnieuw examen af te leggen in de 2de zittijd.
OP-leden Partim1:
Greet De Brauwere, Guy Quackelbeen
Partim2:
Gaëtane Laplasse, André Van Butsel, Alain Lescur
|
|