INTRODUCTIE TOT DE KUNSTACTUALITEIT 1.1
 
Wordt gegeven in 1ste jaar Bachelor in de audiovisuele kunst - afstudeerrichting: animatie
1ste jaar Bachelor in de audiovisuele kunst - afstudeerrichting: film
1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: fotografie
1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: grafische vormgeving en grafiek
1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: textiel en mode
1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: schilderkunst
1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: gecombineerde media
1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: beeldhouwkunst
Hoorcollege [A] 20.0
Werkcollege [B] 15.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 80
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Onderwijstaal Nederlands
Titularis ACAD VAKGROEP
Referentie ABAKUA01A00003
 
Trefwoorden
Introductie tot de kunstactualiteit 1.1

Doelstellingen
De student dient van bij de start van zijn opleiding de hedendaagse kunst en haar recente geschiedenis (1945 e.v.) te kennen, zowel in via kaderende overzichten als via de concrete confrontatie met actueel beeldend & audio-visueel werk.

Leerinhoud
deelcompetentie:
1. De kunst van 1945 tot nu: overzicht van en inzicht in de ontwikkelingsgeschiedenis van de plastische kunsten van 1945 tot nu. De benadering is eerder cultuurhistorisch dan encyclopedisch: duiding van relaties binnen de kunsten en tussen kunst en maatschappij. Verschillende kunststromingen worden gesitueerd en in hun logische samenhang verduidelijkt.
2. Practicum kunstactualiteit: een initieel onderscheid aangeven binnen de hedendaagse kunsten met als voorbeeld Yves Klein en Joseph Beuys. Overzicht van de belangrijkste tentoonstellingen en manifestaties doorheen het jaar. Overzicht van en duiding van de belangrijkste musea en galeries in België. Een summiere opsomming van 'wie, wat, waar, wanneer, waarom' in de Belgische en internationale wereld van de beeldende kunst. Het voorbereiden, bezoeken en bespreken van een tentoonstelling van hedendaagse kunst. Het zelfstandig leren lezen, synthetiseren, analyseren en beoordelen van kritische teksten op dit vlak.

Begincompetenties
Motivatie om de actuele beeldende en audiovisuele kunsten zowel op affectief als op cognitief vlak te beleven en kritisch te volgen. Cognitieve vaardigheden en algemeen kennisniveau die men aan het einde van een middelbare schoolopleiding kan verwachten. Geen specialistische voorkennis, wel een openheid van geest en sterke motivering om het eigen artistiek werk te ervaren tegen de achtergrond van de actuele kunst in het algemeen.

Eindcompetenties
De student kent (schematisch en inleidend) de belangrijste data uit de beeldende kunst van 1946 tot nu. Hij/zij kan de kunst kritisch volgen via tentoonstellingsbezoek en publicaties. Via het medium 'tentoonstelling' weet de student zich te oriënteren in de hedendaagse kunst. Hij kan op elementaire wijze omgaan met het instrumentarium dat tentoonstellingsbezoek 'omkadert': kunstktritiek, catalogusteksten, galeries en musea... Hij ontwikkelt een open en soepele attitude ten aanzien van evoluties in de kunst & vormgeving.

Leermaterialen
Cursus, studieboek, didactisch material n.a.v. tentoonstellingen.

Studiekosten
1. Kunst van 1945 tot nu: cursus betaald vanuit ateliergelden; aankoop studieboek.
2. Practicum kunstactualiteit: toegangsprijs van bezochte tentoonstellingen.

Studiebegeleiding
Algemene studiebegeleiding, zoals voorzien in het departement; verder na afspraak met de docent.

Onderwijsvormen
Hoorcollege, werkcollege, tentoonstellingsbezoek.

Evaluatievorm
1. Kunst van 1945 tot nu: mondeling examen.
2. Practicum kunstactualiteit: permanente evaluatie, geschreven werkstuk (bespreking van tentoonstelling).

Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
Voor iedere deelcompetentie van dit opleidingsonderdeel moet minstens de helft van de punten worden behaald.
Examenzittijd op einde van het semester én 2e zittijd in september.


OP-leden
Piet Van Robaeys & Ignace Bernolet.