WETENSCHAP EN FILOSOFIE 1.2
 
Wordt gegeven in 1ste jaar Bachelor in de audiovisuele kunst - afstudeerrichting: animatie
1ste jaar Bachelor in de audiovisuele kunst - afstudeerrichting: film
1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: fotografie
1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: grafische vormgeving en grafiek
1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: textiel en mode
1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: schilderkunst
1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: gecombineerde media
1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: beeldhouwkunst
Hoorcollege [A] 20.0
Werkcollege [B] 20.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 80
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Onderwijstaal Nederlands
Titularis ACAD VAKGROEP
Referentie ABAKUA01A00009
 
Trefwoorden
Wetenschap en filosofie 1.2

Doelstellingen
De student dient vertrouwd te zijn met de grote tendensen in de actuele filosofie, waarop wordt verdergebouwd in opleidingsonderdelen uit 2e en 3e Bachelor (nl. kunstfilosofie, theorie van de moderniteit, esthetica m.b.t. specifieke media).
Hij dient van bij de aanvang van de opleiding de methodiek van intellectueel onderzoek te leren hanteren, en een houding van grondigheid en precisie ontwikkelen.
Hij dient de complexiteit van wetenschappelijke vraagstellingen te beseffen, en vertrouw te zijn met met de methodologie van (mens)wetenschappelijk, cognitief onderzoek, met voorhanden bronnenmateriaal, en met de methodologie van analytisch lezen.

Leerinhoud
1. Historische inleiding filosofie: Verdere kennismaking met de geschiedenis van de wijsbegeerte en haar cultuurhistorische contexten. Kant en zijn relatie tot de actualiteit. Vogelvlucht-introductie in het actuele debat: Marx en de kritische theorie, positivisme en analytische filosofie, fenomenologie en existentiefilosofie, Nietzsche en het structuralisme en post-structuralisme.
2. Practicum onderzoeksmethodiek: de student(e) zal in enkele algemene hoorcolleges ingeleid worden in een algemeen-wetenschappelijke onderzoeksmethodiek.
Daarop volgen werkcolleges die toegespitst zijn op het eigen vakdomein, en waar studenten via het maken van een oefening vertrouwd worden gemaakt met het instrumentarium.

Begincompetenties
Cognitieve vaardigheden en algemeen kennisniveau en die men aan het einde van een middelbare schoolopleiding kan verwachten. Geen specialistische voorkennis, wel de motivering om met grondigheid een thematiek te onderzoeken, een onderzoeksdossier samen te stellen en om teksten grondig te lezen. Een openheid van geest en motivering om de actuele filosofie te verkennen en de items ervan te linken aan andere kennis- en ervaringsdomeinen, en in het bijzonder aan vraagstellingen over de kunsten.

Eindcompetenties
1. de student(e) kent (schematisch en inleidend) de belangrijkste modellen uit de moderne en hedendaagse filosofie. Hij/zij kan in deze kennisdomeinen zelf gegevens opzoeken, kan aan de hand van deze referentiekaders een probleemstelling situeren en analyseren, en kan deze denkkaders hanteren bij het analyseren van kunst. Hij kan actuele zingevingsvragen en vraagstellingen in verband met de kunst open en kritisch ovrdenken.
2. de student(e) heeft inzicht in de problematiek van (mens)wetenschappelijk onderzoek en onderzoeksmethoden; kan een persoonlijk onderzoeksproject bepalen en in functie daarvan een structuurplan ontwerpen; is in staat op een efficiënte manier informatie op te zoeken in bibliotheken, databanken en op het internet. In staat zijn literatuurgegevens, beeldmateriaal en documentatie te classificeren, te citeren en te bibliograferen. In functie van het onderzoeksproject indien nodig efficiënt gebruik kunnen maken van interviewtechnieken en het opstellen van enquêtes. Hij/zij beheerst de nodige technieken om literatuurgegevens te raadplegen, analyseren, synthetiseren en verwerken; heeft inzicht in de organisatie van de informatie in referentiële teksten; kan gebruik maken van gerichte leesstrategieën; is in staat zijn probleemstellingen te formuleren, feitenmateriaal te beoordelen, opvattingen te evalueren, een persoonlijk standpunt te argumenteren en conclusies te formuleren.

Leermaterialen
Syllabus, boeken, tijdschriften, referentiewerken enz. ontleenbaar en consulteerbaar in openbare bibliotheken en in bibliotheken van de Associatie Gent, soms ook consulteerbaar op het net.

Studiekosten
Cursus betaald uit ateliergeld, eventuele aankoop van boeken uit lectuurlijst (ook ontleenbaar in openbare bibliotheken en in de bibliotheken van de Associatie Gent)

Studiebegeleiding
Algemene studiebegeleiding, zoals voorzien in het departement; verder na afspraak met de docent.

Onderwijsvormen
Hoorcollege, praktische oefeningen voor practicum onderzoeksmethodiek. De studenten kiezen, lezen én bespreken ook twee teksten uit de lektuurlijst filosofie.

Evaluatievorm
1. Historische inleiding filosofie: mondeling examen, schriftelijk lektuurverslag.
2. Practicum onderzoeksmethodiek: permanente evaluatie, schriftelijk werkstuk.

Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
Voor iedere deelcompetentie van dit opleidingsonderdeel moet minstens de helft van de punten worden behaald.
Examenzittijd op einde van het semester, tweede zittijd in september.

OP-leden
Wim De Temmerman & Peter De Smet.