Wordt gegeven in |
2de jaar Bachelor in de audiovisuele kunst - afstudeerrichting: animatie
2de jaar Bachelor in de audiovisuele kunst - afstudeerrichting: film
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: fotografie
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst, grafische vormgeving - afstudeerrichting: grafische vormgeving en grafiek
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst, Grafiek - afstudeerrichting: grafische vormgeving en grafiek
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst, illustratie - afstudeerrichting: grafische vormgeving en grafiek
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst, webdesign - afstudeerrichting: grafische vormgeving en grafiek
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst, textiel - afstudeerrichting: textiel en mode
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst, mode - afstudeerrichting: textiel en mode
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: schilderkunst
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: tekenen
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: gecombineerde media
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: beeldhouwkunst
|
Hoorcollege |
[A] 40.0 |
Werkcollege |
[B] 0.0 |
Begel. zelfst./extern werk |
[C] 0.0 |
Totale studietijd |
[D] 80 |
Studiepunten |
[E] 3 |
Niveau |
|
Onderwijstaal |
Nederlands |
Titularis |
ACAD VAKGROEP
|
Referentie |
ABAKUA02A00005 |
|
Trefwoorden Tekstanalyse en kunstfilosofie 2.1.
Doelstellingen Het opleidingsonderdeel telt 2 deelcompetenties:
1. wereldliteratuur 1
2. kunstfilosofie 1
1. De geschiedenis van het proza reflecteert de grote lijnen van de Europese cultuurgeschiedenis.
Aan de hand van concrete lectuur worden de studenten door de voornaamste ontwikkelingen in het artistieke en het literaire denken geloodst.
De ontwikkeling van het proza laat tevens toe de evolutie van het Europese 'innerlijk', de discussietechniek, de introversie als kritisch werktuig, artistieke individualisering, morele emancipatie, groei van sociaal bewustzijn, ideologiekritiek e.d. te illustreren met literaire teksten.
Op die manier bouwen de studenten een referentiekader op en krijgen ze een overzicht van de voornaamste gecanoniseerde werken en schrijvers.
2. Doel van het filosofisch luik is de studenten een gespecialiseerdere kennis van de filosofie te laten verwerven, meer specifiek betrokken op de kunst en voortbouwend op de algemene inleiding filosofie uit de eerste bachelor.
De grondige inleiding die hier wordt beoogd beperkt zich tot de taalanalytische én marxistische kunstfilosofie.
Leerinhoud Het opleidingsonderdeel telt 2 deelcompetenties:
1. wereldliteratuur 1
2. kunstfilosofie 1
1. Aan de hand van een grondige analyse van een aantal representatieve prozaverhalen uit de verschillende tijdperken en stromingen krijgen de studenten een historisch overzicht van de voornaamste ontwikkelingen in de westerse literatuur van de Klassieke Oudheid tot en met de Verlichting.
De klemtoon ligt hierbij op de satire (Petronius, Boccaccio, Rabelais, Lazarillo de Tormes, Cervantes, Swift, enz.), op het ontstaan van de anti-held en op die werken die een blijvende invloed hebben gehad op de literatuurgeschiedenis.
Voorts wordt ingegaan op de ontwikkeling van diverse literatuuropvattingen en op de relatie literatuur-werkelijkheid.
2. Grondige studie van het taalfilosofische luik van de kunstfilosofie én van de kunstfilosofie geïnspireerd door het marxisme: haar thema’s, mogelijkheden en beperkingen. Analyse van het werk van Wittgenstein, Adorno e.a. De relatie tussen kunst en taal en tussen kunst en maatschappij is het werkveld dat wordt verkend.
Begincompetenties Een openheid van geest en sterke motivering om het studiegebied te verkennen, via bijwonen van de overzichtscolleges en via persoonlijke lectuur.
Geslaagd zijn voor de opleidingsonderdelen Wetenschap en Filosofie 1.1. en 1.2.
Eindcompetenties Kennen/kunnen
De student kent de voornaamste ontwikkelingen in de literatuurgeschiedenis en kan die plaatsen in een cultuur-historische context.
Ook de eigen lectuur moet zelfstandig geanalyseerd kunnen worden, het verhaal achter het verhaal blootgelegd.
De student kent de basisideeën en methodieken van de marxistische en taalanalytische kunstfilosofie.
Hij kan deze methodieken toepassen in het analyseren van beeldend werk, zowel kunstwerken als beeldmateriaal uit de populaire cultuur.
Leermaterialen Syllabus, teksten ontleenbaar in bibliotheken
Studiekosten Syllabus betaald met ateliergeld, verder geen studiekosten
Studiebegeleiding Algemene studiebegeleiding zoals voorzien door het departement.
De docenten kunnen op afspraak worden geconsulteerd.
Onderwijsvormen Hoorcolleges.
De studenten moeten zelf goede notities leren maken als training in synthetiserend denken, schriftelijk verwerken en kritisch selecteren.
Persoonlijke lectuuroefening.
Evaluatievorm Schriftelijk examen over de leerstof van beide deelcompetenties.
Lectuurlijst literatuur: elke student wordt verondersteld uit het aanbod van romans 3 boeken te lezen.
Lectuurlijst filosofie: één tekst uit het aanbod kunstfilosofische teksten.
Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
Voor iedere deelcompetentie van dit opleidingsonderdeel moet minstens de helft van de punten worden behaald.
Examenmogelijkheid in de 1ste en 2de examenperiode.
OP-leden Wereldliteratuur: Martine Clierieck
Kunstfilosofie: Wim De Temmerman
|
|