TEKSTANALYSE EN KUNSTFILOSOFIE 2.2.
 
Wordt gegeven in 2de jaar Bachelor in de audiovisuele kunst - afstudeerrichting: animatie
2de jaar Bachelor in de audiovisuele kunst - afstudeerrichting: film
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: fotografie
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst, grafische vormgeving - afstudeerrichting: grafische vormgeving en grafiek
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst, Grafiek - afstudeerrichting: grafische vormgeving en grafiek
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst, illustratie - afstudeerrichting: grafische vormgeving en grafiek
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst, webdesign - afstudeerrichting: grafische vormgeving en grafiek
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst, textiel - afstudeerrichting: textiel en mode
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst, mode - afstudeerrichting: textiel en mode
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: schilderkunst
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: tekenen
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: gecombineerde media
2de jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: beeldhouwkunst
Hoorcollege [A] 40.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 80
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Onderwijstaal Nederlands
Titularis ACAD VAKGROEP
Referentie ABAKUA02A00010
 
Trefwoorden
Tekstanalyse en kunstfilosofie 2.2.

Doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel telt twee deelcompetenties:
1. wereldliteratuur 2
2. kunstfilosofie 2

1. De geschiedenis van het proza reflecteert de grote lijnen van de Europese cultuurgeschiedenis.
Door middel van concrete lectuur worden de studenten door de voornaamste ontwikkelingen in het artistieke en het literaire denken geloodst.
De ontwikkeling van het proza laat tevens toe de evolutie van het Europese 'innerlijk', de discussietechniek, de introversie als kritisch werktuig, artistieke individualisering, morele emancipatie, groei van sociaal bewustzijn, ideologiekritiek e.d. te illustreren met literaire teksten.
Het referentiekader dat de studenten in het eerste semester reeds hebben opgebouwd, wordt verder aangevuld en verfijnd.
2. Doel van het filosofisch luik is de studenten een gespecialiseerdere kennis van de filosofie te laten verwerven, meer specifiek betrokken op de kunst en voortbouwend op de algemene inleiding filosofie uit de eerste bachelor.
De grondige inleiding die hier wordt beoogd, beperkt zich tot de fenomenologische en structuralistische/post-moderne kunstfilosofie.

Leerinhoud
1. Deze cursus is de voortzetting van de lessen literatuur in het 1ste semester.
Enerzijds ligt de klemtoon op het project van de moderniteit, dat hand in hand gaat met de geschiedenis van het proza.
Anderzijds wordt expliciet aandacht besteed aan de ontwikkeling van de poëtica in de verschillende stromingen (Sturm und Drang, Romantiek, Realisme, Naturalisme, Symbolisme, Decadentisme, Estheticisme, Expressionisme, Surrealisme, Futurisme, Dadaïsme, Modernisme en Postmodernisme) en bij de specifieke schrijvers die behandeld worden.
Deze lessen zijn eveneens gericht op de concrete analyse van teksten en verhalen.
2. Grondige studie van het fenomenologisch luik van de kunstfilosofie én van de kunstfilosofie uit structuralisme en post-modernisme: haar thema’s, mogelijkheden en beperkingen.
Analyse van het werk van Kierkegaard, Heidegger/Sartre/Merleau-Ponty… alsook van Nietzsche/Foucault/Lyotard.
Het ontologische statuut van de kunst en van de kunstenaar worden verkend, alsook de relatie tussen beeld en waarheid.

Begincompetenties
Een openheid van geest en sterke motivering om het studiegebied te verkennen, via bijwonen van de overzichtscolleges en via persoonlijke lectuur.
Geslaagd zijn voor de opleidingsonderdelen Wetenschap en Filosofie 1.1. en 1.2.

Eindcompetenties
Kennen/kunnen
De student kent de voornaamste ontwikkelingen in de literatuurgeschiedenis en kan die plaatsen in een cultuur-historische context.
Ook de eigen lectuur moet zelfstandig geanalyseerd kunnen worden, het verhaal en de poëtica achter het verhaal blootgelegd.
De student kent de basisideeën en methodieken van de fenomenologische en structuralistische/post-modernistische kunstfilosofie.
Hij/zij kan deze methodieken toepassen in het analyseren van beeldend werk, zowel kunstwerken als beeldmateriaal uit de populaire cultuur.

Leermaterialen
syllabus, teksten ontleenbaar in bibliotheken.

Studiekosten
syllabus betaald met ateliergeld, verder geen studiekosten, tenzij eventueel aankoop van boeken

Studiebegeleiding
Algemene studiebegeleiding zoals voorzien door het departement.
De docenten kunnen op afspraak worden geconsulteerd.

Onderwijsvormen
Hoorcolleges.
De studenten moeten zelf goede notities leren maken als training synthetiserend denken, schriftelijk verwerken en kritisch selecteren.
Persoonlijke lectuuroefening: drie literaire werken uit een aanbod van romans; één kunstfilosofische tekst te kiezen uit lijst.
Oefening voor het luik kunstfilosofie: de student dient door middel van één analysemodel uit de kunstfilosofie een beeld, een kunstenaar of oeuvre te analyseren.
Dit vindt zijn neerslag in een paper.

Evaluatievorm
Literatuur: schriftelijk examen.
Lectuurlijst: elke student wordt verondersteld uit het aanbod van romans 3 boeken te lezen.
Filosofie: mondeling examen over lessen en lectuur; paper als neerslag van de oefening.
Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
Voor iedere deelcompetentie van dit opleidingsonderdeel moet minstens de helft van de punten worden behaald.
Examenmogelijkheid in de 1ste en 2de examenperiode.

OP-leden
Wereldliteratuur: Martine Clierieck
Kunstfilosofie: Wim De Temmerman