Trefwoorden Beeldverhaal 2.2.
Doelstellingen - De student kan, op basis van een eigen idee, een kort beeldverhaal bedenken dat getuigt van een persoonlijke stijl en visie op het medium.
- De student krijgt inzicht in het ontwikkelen van karakters en dialogen.
- De student kan een eenvoudig idee ontwikkelen tot synopsis, outline en scenario.
- De student kan zijn/haar scenario omzetten in een storyboard.
- De student kan het storyboard uitwerken tot een kort beeldverhaal.
Leerinhoud - Technieken van het scenarioschrijven
- Character driven story
- Analyse van films & tv-series
- Complementariteit van beeld en tekst in het beeldverhaal
- Kenmerken van gestructureerde synopsis , treatment, step outline
- Kenmerken van verschillende karakters (case-study uit film, literatuur…)
- Techniek en vormvereisten van een scenario (Word, Final Draft…)
- Omzetten van een scenario in storyboard d.m.v. decoupage / opdelen in scènes
Begincompetenties De studenten die zich aanbieden voor het traject tekenen 2 bachelor beschikken in principe over de competenties van een eerste bachelor beeldende kunsten. Het zou toch wenselijk zijn dat de student over de volgende competenties beschikt:
- De student kan een bestaand kortverhaal (of beeld) bewerken tot een beeldverhaal (zie BA2 1e semester).
- De student heeft voldoende kennis van het Nederlands en haar elementaire grammatica.
- De student heeft voorkennis van de geschiedenis van literatuur, film en beeldende kunst.
- De student kan voldoende tekenen. (waarneming, perspectief…)
- Een manier van waarnemen waardoor hij/zij in staat is om een eigen beeldtaal te ontwikkelen als bron van persoonlijk creatief werk.
- Demonstreert dat hij/zij gebruik maakt van kennis en inzicht in de manier waarop de verschillende communicatiemiddelen en –vormen ervaringen veroorzaken en betekenissen overdragen.
- Kritische zin en een intellectueel weerbare persoonlijkheid.
- Kan een kritisch gesprek aan rond proces en resultaat.
- Toont een bijzondere affiniteit met tekenen en schrijven (in zijn complexiteit)
- Geeft blijk van een ruime culturele interesse.
Eindcompetenties - De student heeft de nodige bagage om vanuit een eigen idee een goed geconstrueerd kort beeldverhaal uit te werken.
- De student demonstreert een goede kennis en kunde van schrijf- en tekentechnieken.
- De student is flexibel, kan een kritisch gesprek aan en is in staat een project voortdurende te herwerken.
- De student heeft discipline en kan overweg met deadlines.
- Geeft bewijs van procesmatig denken.
- Heeft de nodige werkdiscipline.
- Selecteert informatie en kennis op relevantie voor het eigen werk.
- Legt verbanden tussen beeldverhaal en andere kunstdisciplines.
- Documenteert en doet onderzoek in functie van zijn werk.
Leermaterialen
Studiekosten
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen - Zelfstandig werk in het atelier/thuis.
- Individuele begeleiding.
- Permanente evaluatie.
- Bezoek tentoonstellingen.
Evaluatievorm Permanente evaluatie.
Periodegebonden evaluatie: eindbeoordeling met jury bestaande uit lesgevers en jaarverantwoordelijke(n)
Evaluatie criteria: Beantwoorden aan de vooropgestelde doelstellingen.
Evaluatie tijdens de 1ste examenperiode, geen 2de zittijd.
Algemeen:
Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
OP-leden NM
|
|