HET MENSELIJKE 2.1.
 
Wordt gegeven in 2de jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: fotografie
Hoorcollege [A] 30.0
Werkcollege [B] 50.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 70.0
Totale studietijd [D] 300
Studiepunten [E] 12
Niveau  
Onderwijstaal Nederlands
Titularis ACAD VAKGROEP
Referentie ABBKUF02A00001
 
Trefwoorden
Het menselijke 2.1.

Doelstellingen
‘Het Menselijke’ is een van de thema’s uit de fotografie die in de opleidingsonderdelen van de 2-de bachelor terug te vinden zijn.
De andere zijn: ‘het Ruimtelijke’ en ‘het Object’.
In de 2-de bachelor worden de inzichten en verworvenheden uit de 1-ste bachelor verder uitgediept.
Aspecten die aan bod komen zijn:
-het verder onderzoek van de fotografische taal; de relatie tussen beeldinhoud, vormgeving en techniek
-het bijbrengen van inzichten in verband met de fotografische benadering van een onderwerp
-theoretische beschouwingen en kritische beoordeling
-het bepalen van een eigen standpunt
-de verdere ontwikkeling van de visie; een persoonlijke benadering is essentieel
-de theoretische en praktische voorbereiding van een project
-waarneming en optimaal gebruik van het bestaande licht en de specifieke eigenschappen en mogelijkheden van artificieel licht

Leerinhoud
De studie gebeurt
- op inhoudelijk vlak.
- op het vlak van de vormgeving
- op technisch vlak
Inhoudelijke aspecten door middel van verschillende genres en thema’s:
Deelcompetenties:
1) Portret
Het begrip “Portret” definiëren via het persoonlijk werk
2) Reportage fotografie
Een verslag maken van een éénmalige gebeurtenis
3) Documentaire fotografie
Het in beeld brengen en het bepalen van een standpunt ten aanzien van de ‘realiteit’, de maatschappij, de wereld, gebruik makend van het medium fotografie.
Bij deze deelcompetenties is het onderzoek minstens even belangrijk als het eindresultaat. Via fotobespreking wordt de student aangeleerd zijn/haar werk kritisch te beoordelen (inhoud, vormgeving, techniek) en wordt getracht de grenzen te verleggen.
Aspecten van de vormgeving:
- Cadrage en compositie
- Licht (daglicht, kunstlicht, handflits) aanwenden in functie van de beeldvorming
- Scherpte / onscherpte
- Afdruk
Technische aspecten:
- Van lichtmeting tot afdruk
- Het gebruik van het middenformaat
- Studioverlichting: verlichtingsschema’s. (theoretisch en praktisch)
- Labotechnieken & Barietverwerking
- Handflits
- Presentatie
4) Technologie: zie technische aspecten
5) Geschiedenis van de fotografie


Begincompetenties
Opleidingsonderdelen ‘Studie van de fotografische beeldtaal’ en ‘Het Menselijke’ in de 1-ste bachelor met vrucht gevolgd hebben.
Of opleidingsonderdelen die na evaluatie als vergelijkbaar kunnen beschouwd worden.

Eindcompetenties
1.Creërend vermogen
De student geeft blijk van een persoonlijke artistieke visie en kan die realiseren
-kan welomschreven opdrachten tot een goed einde brengen en kan omgaan met open opdrachten
-verdiept zich in de wetmatigheden van visuele communicatie en in de grammatica van het beeld
-toont dat hij gebruik maakt van kennis en inzicht in de manier waarop de verschillende communicatiemiddelen en –vormen ervaringen veroorzaken en betekenissen overdragen
2.Kritische reflectie
De student verdiept zich in het beschouwen, analyseren, duiden en beoordelen van het eigen werk en dat van anderen
-kan een gestelde opdracht analyseren en erover communiceren
-verscherpt kritische zin en een intellectueel weerbare persoonlijkheid
3.Communicatief vermogen
De student kan zijn werk presenteren en toelichten
-is in staat zijn eigen werk te presenteren en toe te lichten
4.Organiserend vermogen
De student kan een inspirerende en functionele werksituatie voor zichzelf opzetten en in stand houden
-beheerst de verschillende aspecten van het ontwerpproces/leerproces en is in staat een balans te vinden tussen de verschillende activiteiten
-kan overweg met deadlines
5.Vermogen tot samenwerken
De student zal in een samenwerkingsverband een actieve bijdrage leveren met respect voor de rol en verantwoordelijkheid van alle betrokkenen
-kan deelnemen aan een overleg met respect voor planning en timing
6.Vermogen tot groei en vernieuwing
De student toont voldoende gedrevenheid om zich maximaal te ontplooien in het eigen vakdomein
-toont in staat te zijn nieuwe kennis, inzichten en vaardigheden te verwerven en is bereid om deze te actualiseren
-heeft een kritische onderzoekende houding voor het verder ontwikkelen van eigen oeuvre
7.Beroepsgerichte competenties
De student verdiept zich in het beroepsmatig functioneren als beeldend kunstenaar/fotograaf
-heeft het terrein van het instroomgebied, waarvoor hij initieel heeft gekozen, verkend
8.Algemeen theoretische vorming
De student geeft blijk van eigen ideeënontwikkeling en van vermogen filosofische inzichten te hanteren om eigen ideeën te vormen en te verwoorden
-is in staat een goed onderbouwde rationele argumentatie op te bouwen inzake probleemstellingen uit de maatschappelijke actualiteit


Leermaterialen


Studiekosten
500 euro

Studiebegeleiding
Het onderwijs verloopt veelal via individuele gesprekken met de lesgevers.

Onderwijsvormen
Theoretische uiteenzettingen, groepsbespreking, individuele bespreking, beeldanalyse, werkatelier (studio en labo), opdrachten en eigen werk.

Evaluatievorm
Algemene criteria: voldoen aan de eindcompetenties
Specifieke criteria:
- schriftelijk geformuleerd eisenpakket (minimumeisen), omschreven door de lesgevers
- inhoudelijk inzicht
- creativiteit aangaande het medium
- beheersen van de techniek op het niveau 2-de bachelor
- regelmatige aanwezigheid / inzet
De evaluatie valt onder het systeem van de permanente evaluatie en vindt plaats tijdens het academiejaar en in de 1-ste examenperiode.
Alleen de examencommissie kan toestemming verlenen dat er een tweede evaluatie wordt gepland.
De werkstukken moeten op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. Er is geen uitstel mogelijk.


OP-leden
Guy Marchal, Lieve Colruyt, Jan Stragier, Marc De Moor, Véronique Govaert