GRAFIEK 1.2
 
Wordt gegeven in 1ste jaar Bachelor in de beeldende kunst - afstudeerrichting: grafische vormgeving en grafiek
Hoorcollege [A] 25.0
Werkcollege [B] 25.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 100.0
Totale studietijd [D] 300
Studiepunten [E] 12
Niveau  
Onderwijstaal Nederlands
Titularis ACAD VAKGROEP
Referentie ABBKUG01K00008
 
Trefwoorden
Grafiek 1.2.

Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel Keuze Grafiek voorziet in het domein waar de technieken, de strategieën en andere elementen die de massamedia en het publiceren typeren, worden ingezet voor de ontwikkeling van kunst.
Het onderdeel is het logisch voortzetten van wat werd aangereikt in de Initiatie Grafische Vormgeving en Grafiek, echter nu specifiek voor studenten geïnteresseerd in de bevraging en het aanwenden van deze technieken en fenomenen in het domein van de kunst.
Aan de orde is het gericht leren inzetten van klassieke grafische technieken voor de ontwikkeling van werk.
Centraal staat de indirecte, relatief arbeidsintensieve manier van werken eigen aan deze klassieke procédés en het ondervinden en bevragen van de implicaties.
Dit opleidingsonderdeel is tevens voorbereidend op het opleidingsonderdeel Grafiek 2.1 in de 2-de Bachelor, waar de nadruk ligt op het trans- en crossmediaal aanwenden van deze klassieke technieken, verbreed met de mogelijkheden van nieuwe digitale technieken.

Leerinhoud
1.
- Veel ruimte voor de ontwikkeling van de beeldend/conceptuele vermogens.
- Leren analyseren van eigen werk en het opsporen van de mogelijkheden die erin liggen besloten.
- Dit proces wordt begeleid door het aandragen van zoveel mogelijk referentie-elementen.
- Zelfstandig onderzoek: schriftelijke reflecties/beschrijvingen omtrent het werk en het documenteren van het conceptieproces, intensief bezoek aan tentoonstellingen en lezingen.
- Frequente confrontaties met het werk van medestudenten uit de andere jaren.
2.
Verdere uitdiepen van de technieken van:
- het etsen (droge naald, lijnetsen, aquatint, drukken in 1 kleur)
- de hout-/linosnede (snijden beeldvormen en drukken in meerdere kleuren)
Introductie en ontwikkelen van werk met de basismogelijkheden van
- de zeefdruk (belichten, manueel vervaardigen grafische films, drukken in 1 kleur)
- de fotografiek (analoog fotograferen, ontwikkelen films, werken in de donkere kamer, rayografie, afdrukken op basis van geprinte films, experimenteren met camera obscura).
Belangrijk bij het aanwenden van deze technieken, is dat ze leiden tot de ontwikkeling van eigen werk waarin zelf vooropgestelde thema’s worden uitgediept en beeldend worden verkend.


Begincompetenties
Algemene competenties:
- De student bezit een grote gedrevenheid, een ruime culturele interesse en oriënteert zich in het actuele artistieke domein.
- Hij is sociaal en weet te communiceren over zijn werk.
Specifieke competenties:
- De student beheerst de basisprincipes van de klassieke grafische technieken (etsen/lino- en houtsnede).
- Het geheel van grafisch werk en tekenwerk geeft duidelijk blijk van een gericht zoeken naar en uitdiepen van zelf vooropgestelde thema’s.
- De student demonstreert inzichten te hebben ontwikkeld omtrent de verschillende media/expressievormen ingezet in zijn werk. Hij weet zijn werk mondeling te situeren en is in staat argumenten aan te brengen die zijn keuzes onderbouwen.


Eindcompetenties
Algemene competenties:
- De student weet zich opgenomen in de dynamiek van het atelier grafiek. Hij is sociaal en weet te communiceren over zijn werk zowel met de docenten als met zijn collega studenten.
- Hij weet zijn werk mondeling te situeren en is in staat argumenten aan te brengen die zijn keuzes onderbouwen.
- De student getuigt van een afgewogen zelfstandigheid.
- Hij in staat zijn werkproces te documenteren en daarover schriftelijk te reflecteren.
Specifieke competenties:
- De student heeft de nodige zelfdiscipline aan de dag gelegd om de nieuwe grafische technieken waarin hij werd geïntroduceerd, te verkennen.
- Het geheel van grafisch werk en tekenwerk geeft duidelijk blijk van een gericht zoeken naar en uitdiepen van zelf vooropgestelde thema’s. De geschreven reflecties en de verzamelde documentatie sluiten hier eveneens bij aan.
- Het werk van de student getuigt van een evolutie die aantoont dat hij zijn beeldend-conceptuele vermogens heeft verbreed en uitgediept.


Leermaterialen
Bijna alle leermaterialen zijn aanwezig in de ateliers (computers, scanners, software, intkten, machines, proefpapier, zink, hout, bijtels, gutsen, …).
De student moet zelf voorzien in papier en een basis aan tekenmaterialen.
Ook in specifieke materialen die hij wenst aan te wenden in zijn werk dient hij zelf te voorzien.
Het bezitten van een eigen computer vergemakkelijkt het zelfstandig onderzoek, maar is geen noodzaak gezien het atelier hierin ruim voorziet.
Naslagwerken en teksten waarnaar wordt verwezen zijn uitleenbaar in de zeer goed uitgebouwde bibliotheek van het departement en kunnen tevens worden verkregen via het internet.
In specifieke teksten en beelden waarnaar verwezen, worden de studenten voorzien via de cursussen op Dokeos (het digitaal platform van de Hogeschool).
Daar zijn alle nodige verwijzingen en bronnen opgenomen.
Ander (bronnen)materiaal is eveneens aanwezig in de ateliers (introductiefilms, films, documentaires, specifiekere literatuur, softwarehandleidingen, …)


Studiekosten
150 €

Studiebegeleiding
- De student wordt persoonlijk en in groep begeleid in de ateliers.
Derhalve moet de student steeds persoonlijk communiceren met de docenten.
Dit gebeurt in hoofdzaak mondeling, maar eveneens schriftelijk via de cursusplatformen op Dokeos (https://dokeos.hogent.be).
- Het atelier grafiek voorziet eveneens in studiebegeleidingsmateriaal voor zelfstandig onderzoek (mogelijkheid tot opvragen van digitale presentaties ingezet tijdens de gemeenschappelijke besprekingen van introductiefilms of van diabank en digitale databank met een overzicht van grafisch werk waarnaar verwezen tijdens de lessen).

Onderwijsvormen
Atelier, hoor- en werkcolleges, projectwerk, extra-muros activiteiten, zelfstandig studeren.

Evaluatievorm
Verplichte deelname aan alle onderwijs- en studie-activiteiten.
1. De evaluatie valt onder het systeem van de permanente evaluatie.
2. Er is geen mogelijkheid tot tweede zittijd.
3. Omschrijving evaluatie:
- Tijdens de periode februari-mei zijn er permanente evaluaties van het artistiek proces (zie leerinhouden).
- In de examenperiode van juni is er een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury.
- De evaluatie van het artistiek proces wordt door de examenjury afgewogen tegenover de kwaliteit van het artistiek werk voorgelegd tijdens de jury. Deze afweging levert dan een eindcijfer voor het opleidingsonderdeel op.


OP-leden
Erwin Wittevrongel