Trefwoorden
Beeld & taal onderzoek 2.1.
Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel Grafiek 2.1. is een vervolg op het opleidingsonderdeel Keuze Grafiek uit de 1ste Bachelor. De kennis over de mogelijkheden die de klassieke grafische technieken bieden voor het ontwikkelen van kunst en de conceptuele implicaties daarvan, worden in dit opleidingsonderdeel verder uitgediept en tevens initiërend bestudeerd in het domein van de nieuwe (digitale) media. Centraal staan het trans- en crossmediaal inzetten van de verschillende (digitale) grafische technieken. Dit opleidingsonderdeel staat in mooi contrast tot het opleidingsonderdeel Tekenen, waar de student net de directe manier van het onwikkelen van beelden dient te onderzoeken. Grafiek 2.1. is tevens voorbereidend op het opleidingsonderdeel Grafiek 2.2., waar vooral het (digitaal) publiceren als artistiek gebaar, als artisitek ‘medium’ centraal staat.
Leerinhoud
1.
Groepsbesprekingen en analyses naar aanleiding van / omtrent:
- een aantal fundamentele teksten uit het veld van de kunstkritiek over de technische reprduceerbaarheid van het kunstwerk en het ontstaan van de nieuwe (digitale) media en publicatietechnieken.
- voorstellingen van individueel werk aan de medestudenten;
- bespreking van de houdbaarheid van de dichotomieën presentie/representie en productie/reproductie in de domeinen waar nieuwe (digitale) media worden ingezet, specifiek het domein van de hedendaagse kunst.
2.
Uitdiepen van de mogelijkheden voor het eigen werk van
- het etsen (droge naald, lijnetsen, aquatint, vernis-mou, drukken in meerdere kleuren);
- de hout-/linosnede (snijden beeldvormen, experimenteren met alternatieve materialen, drukken in meerdere kleuren);
- de zeefdruk (experimenteren met belichten en mogelijkheden van films, implementeren van grafisch-digitale technieken, drukken in meerdere kleuren);
- de fotografie(k) (digitaal fotograferen en implementeren van grafisch-digitale technieken).
Introductie in
- de mogelijkheden van de lithografie (stenen prepareren, tekenen met krijt, drukken in 1 kleur);
- de mogelijkheden en de begrippen van digitale technieken en grafische software (scannen, resoluties, digitaal aanmaken films voor zeefdruk (bitmaps/rasters), printen op groot formaat, introductie basismogelijkheden van diverse grafische publicatiesoftware, leren omgaan met digitale formaten zoals .doc, .wav, .psd, .jpeg, .png, …);
- de kleurenleer en digitale kleurbeheersing.
- Belangrijk bij het aanwenden van deze technieken, is dat ze leiden tot de ontwikkeling van eigen werk waarin zelf vooropgestelde thema’s worden uitgediept en beeldend worden verkend.
- Onderzoek naar de mogelijkheden voor het eigen werk van het trans- en crossmediaal aanwenden van de verschillende grafische technieken.
3.
- Zelfstandig onderzoek: schriftelijke reflecties/beschrijvingen omtrent het werk en het documenteren van het conceptieproces, intensief bezoek aan tentoonstellingen en lezingen.
Begincompetenties
Algemene competenties:
-De student bezit een grote gedrevenheid, een ruime culturele interesse en oriënteert zich in het actuele artistieke domein.
- Hij weet zijn werk mondeling te situeren en is in staat argumenten aan te brengen die zijn artistieke keuzes onderbouwen.
Specifieke competenties:
- De student beheerst de basisprincipes van de klassieke grafische technieken etsen, de hout-/linosnede en de zeefdruk.
- Het geheel van grafisch werk en tekenwerk geeft duidelijk blijk van een gericht zoeken naar en uitdiepen van zelf vooropgestelde thema’s.
- De student demonstreert inzichten te hebben ontwikkeld omtrent de verschillende media/expressievormen ingezet in zijn werk.
Eindcompetenties
Algemene competenties:
- De student weet zich opgenomen in de dynamiek van het atelier grafiek. Hij is sociaal en weet te communiceren over zijn werk.
- Hij weet zijn werk mondeling en schriftelijk te situeren en is in staat argumenten aan te brengen die zijn keuzes onderbouwen.
- De student getuigt van een afgewogen zelfstandigheid.
Specifieke competenties:
- De student heeft de nodige zelfdiscipline opgebracht om de grafische technieken waarin hij werd geïntroduceerd, te verkennen.
- Hij kent de (technische) mogelijkheden van het trans- en crossmediaal aanwenden van grafische technieken.
- Het geheel van grafisch werk en tekenwerk geeft duidelijk blijk van een gericht zoeken naar en uitdiepen van zelf vooropgestelde thema’s.
- De student is in staat te werken met de conceptuele verschuivingen van de diverse grafische procedés teweegbrengen in de thema’s van zijn kunst.
- De geschreven reflecties en de verzamelde documentatie tonen dit aan.
- Het werk van de student getuigt van een evolutie die aantoont dat hij zijn beeldend/conceptuele vermogens heeft verbreed en uitgediept.
Leermaterialen
Bijna alle leermaterialen zijn aanwezig in de ateliers (computers, scanners, software, intkten, machines, proefpapier, zink, hout, bijtels, gutsen, …).
De student moet zelf voorzien in papier en een basis aan tekenmaterialen. Ook in specifieke materialen die hij wenst aan te wenden in zijn werk dient hij zelf te voorzien.
Naslagwerken en teksten waarnaar wordt verwezen zijn uitleenbaar in de zeer goed uitgebouwde bibliotheek van het departement en kunnen tevens worden verkregen via het internet.
In specifieke teksten en beelden waarnaar verwezen, worden de studenten voorzien via de cursussen op Dokeos (het digitaal platform van de Hogeschool). Daar zijn alle nodige verwijzingen en bronnen opgenomen.
Ander (bronnen)materiaal is eveneens aanwezig in de ateliers (introductiefilms, films, documentaires, specifiekere literatuur, softwarehandleidingen, …)
Studiekosten
150 €
Studiebegeleiding
- De student wordt persoonlijk en in groep begeleid in de ateliers. Derhalve moet de student steeds persoonlijk communiceren met de docenten. Dit gebeurt in hoofdzaak mondeling, maar eveneens schriftelijk via de cursusplatformen op Dokeos (https://dokeos.hogent.be).
- Het atelier grafiek voorziet eveneens in studiebegeleidingsmateriaal voor zelfstandig onderzoek (mogelijkheid tot opvragen van digitale presentaties ingezet tijdens de gemeenschappelijke besprekingen; van introductiefilms of van diabank en digitale databank met een overzicht van grafisch werk waarnaar verwezen tijdens de lessen).
Onderwijsvormen
Atelier, hoor- en werkcolleges, projectwerk, extra-muros activiteiten, zelfstandig studeren.
Evaluatievorm
1. De evaluatie valt onder het systeem van de permanente evaluatie.
2. Omschrijving evaluatie:
- Tijdens de periode oktober-december zijn er tussentijdse evaluaties van het artistiek proces (zie leerinhouden).
- In de examenperiode van januari is er een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury.
- De evaluatie van het artistiek proces wordt door de examenjury afgewogen tegenover de kwaliteit van het artistiek werk voorgelegd tijdens de jury. Deze afweging levert dan een eindcijfer voor het opleidingsonderdeel op.
Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Geen tweede zittijd mogelijk.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
OP-leden
Jean-Paul Monbaliu
|
|
