BEELD & TAAL ONDERZOEK 2.2.
 
Wordt gegeven in 2de jaar Bachelor in de beeldende kunst, Grafiek - afstudeerrichting: grafische vormgeving en grafiek
Hoorcollege [A] 25.0
Werkcollege [B] 25.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 125.0
Totale studietijd [D] 375
Studiepunten [E] 15
Niveau  
Onderwijstaal Nederlands
Titularis ACAD VAKGROEP
Referentie ABBKUG02A00006
 
Trefwoorden
Beeld & taal onderzoek 2.2.

Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel Grafiek 2.2. is een vervolg op het opleidingsonderdeel Grafiek 2.1.. Centraal staat de bestudering van de betekenisverschuivingen in de conceptie en receptie van het kunstwerk als gevolg van het trans- en crossmediaal aanwenden van diverse grafische technieken. Het zwaartepunt ligt in dit verband bij het (digitaal) publiceren in kunstverband (de publicatie betreffende de kunst en het publiceren als artistiek gebaar, als strategie van betekenisgeving). Dit leidt tevens tot het onderzoeken van de verhouding taal/beeld, de taligheid van het beeld, de beeldende aspecten van de gedrukte en geschreven taal.

Leerinhoud
1.
- Experimenteren met het trans- en crossmediaal inzetten van de verschillende grafische technieken en het onderzoeken van betekenisverschuivingen en de conceptuele implicaties als gevolg van deze implementerende methodes.
- Voorstellingen van het individuele werk aan de medestudenten.
- Zelfstandig onderzoek: schriftelijke reflecties/beschrijvingen omtrent het werk en het documenteren van het conceptieproces, intensief bezoek aan tentoonstellingen en lezingen.
- Experimenteren met Dokeos als publicatiekanaal (implementeren verschillende digitale formaten op het platform en in de documenten die worden uitgewisseld, koppelen van bestanden op servers aan documenten, …).
- Experimenteren met de mogelijkheden van publicatievormen in analoge en digitale media en onderzoek naar de relatie tekst/beeld.
- Het onderzoeken van het trans- en crossmediaal inzetten van technieken.

2.
Uitdiepen van de mogelijkheden voor het eigen werk van:
- het etsen (droge naald, lijnetsen, suikeraquatint, vernis-mou, drukken in meerdere kleuren, experimenteren met andere etsgronden, implementeren zeefdruk voor o.a. het fotografisch etsen),
- de hout-/linosnede (snijden beeldvormen, experimenteren met alternatieve materialen, drukken in meerdere kleuren);
- de zeefdruk (belichten van digitaal aangemaakte rasterbeelden en bitmaps, implementeren van andere grafisch-digitale technieken, drukken op alternatieve dragers);
- de lithografie (tekenen met krijt, implementeren van tönerprints en inktjetafdrukken, drukken);
- grafische software (leren omgaan met digitale formaten zoals .doc, .pdf, .wav, .psd, .jpeg, .png, .fla, .swf, .dcr, .mpeg, .mov, .htm(l), …);
- digitale kleurbeheersing;
- printen op grote formaten en verschillende dragers.

- Belangrijk bij het leren aanwenden van al deze technieken, is dat ze leiden tot de ontwikkeling van eigen werk waarin zelf vooropgestelde thema’s worden uitgediept en beeldend worden verkend.

Begincompetenties
Algemene competenties:
-De student bezit een grote gedrevenheid, een ruime culturele interesse en oriënteert zich in het actuele artistieke domein.
- Hij is sociaal en weet te communiceren over zijn werk.
- Hij weet zijn werk mondeling te situeren en is in staat argumenten aan te brengen die zijn keuzes onderbouwen.

Specifieke competenties:
- De student beheerst de principes van de klassieke grafische technieken van het etsen, de hout-/linosnede de zeefdruk en de lithografie.
- Hij kan om met digitale formaten zoals .jpeg, .psd, .png, .wav, .doc, .pdf.
- Het geheel van grafisch werk en tekenwerk geeft duidelijk blijk van een gericht zoeken naar en uitdiepen van zelf vooropgestelde thema’s.

Eindcompetenties
Algemene competenties:
- De student weet zich opgenomen in de dynamiek van het atelier grafiek. Hij is sociaal en weet te communiceren over zijn werk.
- Hij weet zijn werk mondeling en schriftelijk te situeren, over zijn artistieke proces te reflecteren en zijn artistieke keuzes te argumenteren en te documenteren.
- De student getuigt van een afgewogen zelfstandigheid.

Specifieke competenties:
- De student heeft de nodige zelfdiscipline aan de dag gelegd om de nieuwe grafische technieken waarin hij werd geïntroduceerd, te verkennen.
- Het werk van de student geeft duidelijk blijk van een gericht zoeken naar en uitdiepen van zelf vooropgestelde thema’s.
- De student is in staat te werken met de conceptuele verschuivingen die de diverse grafisch procedés teweegbrengen in de thema’s van zijn kunst.
- Het werk van de student getuigt van een evolutie die aantoont dat hij zijn beeldend-conceptuele vermogens heeft verbreed en uitgediept.

Leermaterialen
Bijna alle leermaterialen zijn aanwezig in de ateliers (computers, scanners, software, intkten, machines, proefpapier, zink, hout, bijtels, gutsen, …).
De student moet zelf voorzien in papier en een basis aan tekenmaterialen. Ook in specifieke materialen die hij wenst aan te wenden in zijn werk dient hij zelf te voorzien.
Het bezitten van een eigen computer vergemakkelijkt het zelfstandig onderzoek, maar is geen noodzaak gezien het atelier hierin ruim voorziet.
Naslagwerken en teksten waarnaar wordt verwezen zijn uitleenbaar in de zeer goed uitgebouwde bibliotheek van het departement en kunnen tevens worden verkregen via het internet.
In specifieke teksten en beelden waarnaar verwezen, worden de studenten voorzien via de cursussen op Dokeos (het digitaal platform van de Hogeschool). Daar zijn alle nodige verwijzingen en bronnen opgenomen.
Ander (bronnen)materiaal is eveneens aanwezig in de ateliers (introductiefilms, films, documentaires, specifiekere literatuur, softwarehandleidingen, …)

Studiekosten
150 €

Studiebegeleiding
- De student wordt persoonlijk en in groep begeleid in de ateliers. Derhalve moet de student steeds persoonlijk communiceren met de docenten. Dit gebeurt in hoofdzaak mondeling, maar eveneens schriftelijk via de cursusplatformen op Dokeos (https://dokeos.hogent.be).
- Het atelier grafiek voorziet eveneens in studiebegeleidingsmateriaal voor zelfstandig onderzoek (mogelijkheid tot opvragen van digitale presentaties ingezet tijdens de gemeenschappelijke besprekingen; van introductiefilms of van diabank en digitale databank met een overzicht van grafisch werk waarnaar verwezen tijdens de lessen).

Onderwijsvormen
Atelier, hoor- en werkcolleges, projectwerk, extra-muros activiteiten, zelfstandig studeren.

Evaluatievorm
1. De evaluatie valt onder het systeem van de permanente evaluatie.
2. Omschrijving evaluatie:
- Tijdens de periode februari-mei zijn er permanente evaluaties van het artistiek proces (zie leerinhouden).
- In de examenperiode van juni is er een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury.
- De evaluatie van het artistiek proces wordt door de examenjury afgewogen tegenover de kwaliteit van het artistiek werk voorgelegd tijdens de jury. Deze afweging levert dan een eindcijfer voor het opleidingsonderdeel op.

Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
Geen tweede zittijd mogelijk.


OP-leden
Jean-Paul Monbaliu