Trefwoorden Atelier mode 2.2.
Doelstellingen In dit opleidingsonderdeel leren de studenten vorm+materie+kleur samen te brengen binnen een silhouet en een reeks silhouetten samen te brengen tot een geheel.
Naast de artistieke begeleiding van het modeontwerpen is er bij de uitvoeringsfase technische ondersteuning. Het modetekenen is een ondersteuning bij de ontwerpfase.
Leerinhoud
Atelier mode
-De student heeft de kennis, het inzicht, de methodiek, de nodige kritische zin en artistieke interesse en mogelijkheden om met een professionele ingesteldheid sfeer, ontwerpideeën, naar vorm en materie, voor een persoonlijke, actuele en toekomstgerichte mini-collectie beeldend (prenten, foto’s, tekeningen, proefrealisaties,..) en verbaal te communiceren.
-De student heeft de kennis, het inzicht, de methodiek, de nodige kritische zin en artistieke interesse en mogelijkheden om binnen een concept vorm en materie (waaronder zelfontworpen en/of bewerkte materialen) en kleur samen te brengen tot een coherent geheel binnen de juiste sfeer.
-De student heeft de kennis, het inzicht, de methodiek, de nodige kritische zin en artistieke interesse en mogelijkheden om een presentatie te maken van zijn collectie waarbij alle onderdelen (silhouetten, accessoires, mannequinkeuze, make-up, kapsel, muziek, presentatieboek) een totaalbeeld te vormen binnen de sfeer van zijn concept.
artistieke luik
Bij de opbouw van concept en collectie wordt gestreefd naar een systematische aanpak van de creativiteit dat wil zeggen:
-bij het verzamelen van informatie, verbanden leggen, interpreteren
-bij research van stoffen, kleuren en vormen voor het silhouet binnen het concept
-bij het omzetten van 2-D ontwerpen en/of 3-D studies naar vorm in 3-D realisaties (via een toile) met behulp van patroonkennis, moulage, drapage, en de technische bagage naar afwerking
-bij het realiseren in 2-D/3-D van ontwerpideeën qua stofontwerp of bewerking voor de collectie en bij het vinden van technische oplossingen
-bij het kritisch te beoordelen en aanpassen van de realisaties
-bij het samenbrengen van de verschillende elementen (materie, stofontwerp, kleur, vorm,afwerking...) binnen een silhouet en binnen de collectie
technische luik
- ontwerpideeën uitwerken, realisatie van 2-D ontwerpen van silhouetten in 3-D studies (toiles) omzetten via patronen, stofontwerpen en/of bewerkingen voor de collectie ontwikkelen
- ideeën voor stofontwerpen/bewerkingen ontwikkelen en toepassen in de silhouetten
- juiste stofkeuze leren maken in functie van het ontwerp
- afwerkingstechnieken bepalen en toepassen in functie van ontwerp, materie
- de realisatie
Modetekenen
-De student moet modetekeningen kunnen maken die sfeer uitstralen, leesbaar zijn en kunnen gebruikt worden als communicatiemiddel naar derden toe.
-De student leert het stileren van menselijk lichaam, stofweergave, kleding en accessoires in verschillende technieken en moet dit kunnen toepassen op de ontwerptekeningen, presentatietekeningen van de collectie.
Geschiedenis van de mode
-periode na 1945
-studie kleding, accessoires, textiel
-situeren van de kleding binnen haar economische, sociologische en culturele context
-haute-couture, couture, pret-a-porter, concerns binnen de modewereld
-bespreken van Belgische en buitenlandse ontwerpers
Begincompetenties De student moet slagen voor de verschillende opleidingsonderdelen van het eerste semester van het tweede jaar
Eindcompetenties Creërend vermogen
De student heeft bewezen te werken aan een eigen vorm - en beeldtaal.
Hij slaagt erin zijn concept om te zetten in ontwerp en realisatie van een mini-collectie.
Hij neemt voldoende initiatief in het vinden van oplossingen van gestelde problemen tijdens de realisatie inzake compositie, kleur, vorm, materie, verhoudingen en vinden van technische oplossingen.
De student heeft zijn manier van waarnemen verscherpt waardoor hij in staat is om een eigen beeldtaal verder te ontwikkelen als bron van persoonlijk, creatief werk.
Kritische reflectie
De student beoordeelt zijn eigen werkproces en overziet implicaties van keuzes tijdens conceptvorming en realisatie van de mini – collectie en kan die verantwoorden.
Hij verscherpt kritische zin en een intellectueel weerbare persoonlijkheid.
Hij geeft bewijs van autonoom onderzoek, procesmatig denken en reflectief denken over beeld, vorm en inhoud van zijn eigen werk.
Hij is zich bewust van maatschappelijke en culturele ontwikkelingen zowel historisch als eigentijds en het belang ervan op het gebied van het modeontwerpen.
Communicatief vermogen
De student is in staat zijn eigen werk op een adequate manier te presenteren en toe te lichten.
Hij kan een kritisch gesprek aan rond het proces en resultaat.
Organiserend vermogen
De student heeft de nodige werkdiscipline en haalt deadlines.
Hij beheerst de verschillende aspecten van het ontwerpproces en is in staat een balans te vinden tussen de verschillende activiteiten.
Hij heeft het nodige organisatorisch talent om de juiste mensen samen te brengen en te motiveren nodig voor de presentatie van het werk.
Vermogen tot groei en vernieuwing
De student toont via zijn werk aan dat hij over een persoonlijke artistieke visie beschikt en gemotiveerd is deze verder te ontwikkelen.
De student heeft de juiste motivatie t.a.v. het mode-ontwerpen.
Hij toont aan in staat te zijn nieuwe kennis, inzichten en vaardigheden te verwerven en is bereid deze te actualiseren.
Hij legt verbanden tussen de beeldende kunst en andere kunstdisciplines.
Hij gaat constructief om met de kritiek van anderen.
Hij heeft een kritische onderzoekende houding voor het verdere ontwikkelen van zijn eigen werk.
Beroepsgerichte competenties
De student heeft kennis genomen van het artistiek/vormgevend veld van een modeontwerper.
Algemene theoretische vorming
De student heeft een eigen visie van de actuele stand van zaken in het artistiek domein en kan deze verantwoorden.
Leermaterialen
Studiekosten 1000 euro
Studiebegeleiding Permanente individuele begeleiding
Onderwijsvormen Begeleid werkatelier, zelfstudie
Evaluatievorm Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
Procesevaluatie: permanente evaluatie door de begeleiders. Dat telt voor de helft van de punten.
Productevaluatie: eindevaluatie van het afgewerkte product door een interne jury in de maand juni. Deze evaluatie staat op de helft van de punten.
Geen tweede zittijd mogelijk.
OP-leden Anke Loh,
Martine Gyselbrecht,
Joris Vermassen,
Annie Neve
|
|