Trefwoorden Tekenen dossier & verbeelding 2.2.
Doelstellingen - Het voorontwerp wordt uitgewerkt en gekoppeld aan de presentatieproblematiek.
- De student moet in staat zijn een specifieke tentoonstellingscontext te kiezen in functie van- en in wisselwerking met het beeldend werk(relatievorm/inhoud).
- Een zelfgekozen thema voorleggen (voor 3-e bachelor tekenen) en dit kunnen motiveren.
- De student toont een eerste portfolio-versie i.v.m. zijn plastisch werk.
Leerinhoud Artistiek/niet artistiek gebonden – praktijk/niet praktijkgebonden)
- Het thema.
- De tentoonstellingsproblematiek (+relatie vorm/inhoud )
- Het zelfgekozen thema.
- De bezochte tentoonstellingen (+opdracht).
- Het ver-beelden van het thema.
- De complexiteit van de tekentaal.
Vakinhouden van de deelcompetenties.
Keuzevak tekenen 1 : Beeldverhaal.
- Technieken van het scenarioschrijven.
- Character driven story.
- Analyse van films en televisieseries.
- De complentariteit van beeld en tekst in het beeldverhaal.
- Kenmerken van gestructureerde synopsis, treatment, step outline.
- Kenmerken van verschillende karakters (case-study uit film; literatuur…)
- Techniek en vormvereisten van een scenario (Word, Final Draft…)
Keuzevak tekenen 2 : Het gelaat als lichaam.
- Een aantal studies op basis van waarneming omtrent het gelaat als ‘portret’ of ‘zelf-
portret’.
- Onderzoek naar betekenis en zin van dit thema in historische en hedendaagse kunstcontext, raadplegen van bronnenmateriaal.
- Onderzoek naar het belang van mimesis/gelijkenis.
- Onderzoek naar mogelijke tekenkundige interpretatievormen van het portret: realistisch, psychologisch, geabstraheerd, karikaturaal, metaforisch.
Keuzevak tekenen 3 : Tekenkundige interpretatie van 2-dimensionaal beeldmateriaal.
- Zie semester 1 ( deze aanverwante wordt aangeboden in de 1e en de 2e semester.)
Keuzevak tekenen 4 : Waarneming en licht.
- Zie semester 1
Keuzevak tekenen 5 : Waarnemingstekenen levend model.
- Zie semester 1
Keuzevak tekenen 6 : Kleur en tekening.
- De primaire kleuren, mengkleuren en zwart en wit.
- De functionaliteit van kleur binnen een tekening.
- De persoonlijke kleurenkaart.
- Onderzoek van de ‘dekkende’ materialen ( gouache,tempera,pastel,acryl…) in combinatie met een zo groot mogelijke diversiteit aan dragers. (formaten van dragers)
- De tekening in historisch en actueel perspectief.
- Het inhoudelijke aspect van de gemaakte tekeningen.
Begincompetenties Zie eindcompetenties module 2.1.
Eindcompetenties -Verdere ontwikkeling van eigen vorm- en beeldtaal.
-Verdiept zich in de wetmatigheden van de visuele communicatie en in de grammatica van het beeld.
-Verscherpt kritische zin en een intellectueel weerbare persoonlijkheid.
-Beoordeelt eigen werkproces en overziet implicaties van keuzes en kan deze verantwoorden.
-Geeft blijk van reflectief denken over beeld, vorm en inhoud van het eigen werk.
-Documenteert en archiveert zijn werk en neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen portfolio.
-Is in staat het werk op adequate wijze te presenteren en toe te lichten.
Leermaterialen
Studiekosten
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen - Zelfstandig werk in het atelier/thuis (ver-beelding van het thema).
- Individuele begeleiding.
- Permanente evaluatie.
- Opbouwen tentoonstelling.
- Bezoek tentoonstellingen (gekoppeld aan opdracht).
- Werken aan portfolio.
Evaluatievorm Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
De evaluatie valt onder het systeem van de permanente evaluatie.
De evaluatie wordt in de eerste examenperiode ingericht. Geen mogelijkheid tot tweede zittijd.
Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
OP-leden
|
|