Trefwoorden Ruimtelijke beeldvorming 1.1.
Doelstellingen Zowel projectie, perspectief als schetsen zijn media om ruimtelijk inzicht aan te scherpen en dus onontbeerlijk in ontwerp- en uitvoeringsfase.
Het is noodzakelijk deze aangereikte competenties te beheersen als communicatiemiddel naar derden toe.
Leerinhoud Lineair.
De basisbeginselen worden aangeleerd om 3-dimensionale gegevens op een 2-dimensionaal vlak weer te geven aan de hand van elementaire begrippen en methodes die verband houden met ruimtelijke beeldvorming.
Begincompetenties Geen (beroeps)specifieke begincompetenties vereist.
Eindcompetenties Algemene competenties: de student moet in staat zijn om ordelijk, net en nauwkeurig te werken en dit met gevoel voor verhouding en compositie.
Algemene beroepsgerichte competenties: binnen een bepaalde tijdslimiet een driedimensionaal gegeven kunnen analyseren en tekenkundig weergeven op een 2-dimensionaal vlak.
Specifieke competenties: ingewikkelde ruimtelijke figuren aan de hand van projectietekenen kunnen ontleden en weergeven. Perspectieftekeningen kunnen maken aan de hand van vluchtpuntenmethode. Ruimtes en objecten (bestaand of fictief) schetsmatig kunnen weergeven.
Leermaterialen Cursussen worden via centrale kopiedienst gratis aangeboden.
Handboek “Wetenschappelijk tekenen”; R. Verschraegen (ISBN 90-306-1322-X)
Studiekosten 47 Euro
Studiebegeleiding Monitoraat.
Indien noodzakelijk mogelijkheid tot persoonlijke afspraak.
Dokeos: “ruimtelijke beeldvorming”
Onderwijsvormen Hoorcolleges gekoppeld aan demonstraties, gevolgd door oefensessies.
Evaluatievorm Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
Voor iedere deelcompetentie van dit opleidingsonderdeel moet minstens de helft van de punten worden behaald.
Perspectief en wetenschappelijk tekenen:
Permanente evaluatie: er wordt telkens op de toegepaste kennis, dus oefening, beoordeeld.
Deze permanente evaluatie staat op de helft van het totaal.
De andere helft van het totaal zijn examenpunten, die door middel van een te maken oefening behaald worden.
Schetsen: Permanente evaluatie 2/3 - examen: 1/3
Er is examenmogelijkheid in zowel 1ste als 2de examenzittijd.
OP-leden Steven Neetens, Veronique Welvaert en Sandra Termont
|
|