ONTWERPEN 1.2.
 
Wordt gegeven in 1ste jaar professionele Bachelor in de interieurvormgeving
Hoorcollege [A] 13.0
Werkcollege [B] 125.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 50.0
Totale studietijd [D] 358
Studiepunten [E] 12
Niveau  
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Bart BRANTS
Referentie ACINVG01A00016
 
Trefwoorden
Ontwerpen 1.2.

Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel “inrichting op één niveau ” is het 2de luik van de over de 6 modules gespreide “ontwerp-“opleidingsonderdelen.
Deze worden beschouwd als de rode draad doorheen de opleiding met een groeiende graad van complexiteit en eveneens met de mogelijkheid tot verdere differentiatie die in relatie staat tot het beroepenveld. Typefuncties gaande van voorstudie tot organisatie komen hierbij geleidelijk aan allemaal aan bod. De student verwerft de nodige competenties om op een adequate manier de er opvolgende opleidingsonderdelen onder de brede noemer “ontwerpen” aan te vatten. De verworven competenties zijn noodzakelijk en essentieel voor de complexe materie van het ontwerpen.

Leerinhoud
Organisatie en ontwerp van de verschillende deelfuncties van het wonen in onderlinge samenhang kunnen integreren tot totaalwoonst.
De student leert binnen een gegeven context op één bouwlaag een oplossing bedenken als antwoord op het in de opdracht geformuleerde eisenpakket. Aan de architectuur van de gegeven ruimte mogen geen ingrepen gebeuren, zodanig dat de student zich volledig kan focussen op de inrichting van de ruimte zelf. Bij het ontwerpproces worden ontwerpmethodieken gehanteerd. Het ontwerp moet tevens beantwoorden aan de ergonomische normen. Ruimtelijk denken, creatief denken, een ruimtelijke ingreep bedenken, schaal hanteren, meer gedetailleerd plantekenen, voorstelling van een ruimtelijk ontwerp maken met schetsen, perspectieven, schaalmodel blijven de sleutelwoorden. Er worden tevens linken gelegd met de audiovisuele en beeldende kunsten telkens in relatie tot om het even welke vorm van een interieur. Voorstellingstechnieken worden uitgebreid en gericht toegepast.

Begincompetenties
zie eindcompetenties “ontwerpanalyse en initiatie”.
Open geest, kritische ingesteldheid, zin voor esthetiek, zin voor innovatie, creativiteit, empathie, werklust, stressbestendig.

Eindcompetenties
·         Algemene competenties:

Denk- en redeneervaardigheid – verwerven en verwerken van informatie – vermogen tot kritische reflectie – creativiteit en soepelheid van geest - het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen zowel aan specialisten als aan leken – ingesteldheid tot levenslang leren en opvolgen van actualiteit – organisatievermogen – nauwkeurig kunnen werken - doorzettingsvermogen.

·         Algemeen beroepsgerichte competenties:

Artistiek aanvoelen en interesse hebben in de audiovisuele en beeldende kunst – overtuigingskracht bezitten en hanteren – assertiviteit en stellingname – empatisch vermogen en kunnen invoelen in een authentieke situatie – getuigen van ruimtelijk inzicht –oplossingsgericht kunnen werken – besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid – inzicht hebben in complexere gehelen – zin voor innovatie en originaliteit – subjectiviteit kunnen onderscheiden van originaliteit – consequent kunnen werken vanuit een visie – zich kunnen welvinden in een eigen standpunt een eigen project kunnen toelichten en argumenteren – algemene smaakbegrippen kunnen onderscheiden van eigen smaakvoelen – kennis van merken, fabrikanten, beurzen binnen de sector – vakliteratuur raadplegen

·         Beroepsspecifieke competenties:

Deelaspecten van het wonen in onderlinge samenhang kunnen integreren – woon-of verblijfsruimtes kunnen inrichten, rekening houdend met gestelde eisen - ontwerpmethodieken en –technieken beheersen - een adequaat organigram kunnen opmaken – structureel inzicht hebben in gebouwen, meubilair en interieurobjecten – ergonomisch inzicht bij de menselijke activiteiten met betrekking tot de algemene woon- en leefomgeving – voeling voor interactie tussen de verschillende kunstdisciplines – gevoel hebben voor vehoudingen, kleur, textuur en materiaalverwerking – in staat zijn tot het be- en instuderen van de eisen, situatie, stellingen, prioriteiten, middelen en context van een opdracht – kennen en beheersen van de verschillende voorstellingstechnieken – Verlichtings-, kleur- en materiaaladvies kunnen geven bouwfysische en emotionele kwaliteiten van de gegeven context kunnen wegen – ruimtelijk aanvoelen hebben als gevolg van ruimtelijke verkenning – een materialenstudie kunnen opstellen

Leermaterialen
Opgaven via copydienst, papier en maquettemateriaal. Uitbreiding materiaal manuele voorstellingstechnieken.

Studiekosten
Materiaal: +/- 150 euro
opgaven: 0 euro (vanuit ateliergelden)
Mogelijk eendagsbezoek: 10 euro
Studiereis: 3-daagse citytrip +/- 170 euro

Studiebegeleiding
Monitoraat (remediëring in de vorm van aangepaste workshops + individuele studiebegeleiding mogelijk op afspraak)

Onderwijsvormen
Hoorcollege, atelier, oefeningsessies, cases begeleid zelfstandig leren.

Evaluatievorm
Permanente evaluatie 2/3 van de punten; jurering 1/3 van de punten.
Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
Geen tweede zittijd mogelijk.


OP-leden
K. De Bondt, J. De Coker, E. Hemerijckx, G. Senepart, S. Termont, T. Wellekens.