Trefwoorden bestuur, beleid, bestuurskunde, basisbegrippen, beleidskunde, relatie politiek-administratie, bestuur-samenleving
Doelstellingen Introductie in basisbegrippen, oriëntatie in de wereld van de publieke sector, wetenschappelijke stromingen/scholen in de bestuurs- en beleidskunde, aanbrengen van de noodzakelijke elementen om maatschappelijke vraagstukken te kunnen omzetten in bestuurlijke problematieken
Leerinhoud Met de inbreng van enkele belangrijke toeleverende wetenschapsdomeinen in het eerste semester, zijn de studenten klaar om in dit opleidingsonderdeel de wondere wereld van het openbaar bestuur en de bestuurskunde in te duiken. Komen aan bod:
·De studenten op een grondige wijze oriënteren in de wereld van de publieke sector: bestuursniveaus, beleidsdomeinen, de structuur van administraties, de verzelfstandigde overheidsinstellingen, de ruime publieke sector met de inbreng van organisaties in het maatschappelijk middenveld, de positie van de burger in dat geheel (als cliënt, als rechtsonderhorige, als kiezer en als coproducent);
·De verschilpunten en gelijkenissen tussen de publieke en de private sector belichten maar ook de toegenomen verwevenheid en de vermenging van beide sferen (rol van de overheid, privatisering, publiek-private samenwerking);
·De historische opkomst en de ontwikkeling van de bestuurskunde schetsen met aandacht voor de input van inzichten vanuit (in hoofdzaak) de organisatiewetenschap en de politologie;
·De eigen focus van de bestuurskunde belichten als overwegend multidisciplinaire wetenschap aan de hand van concrete voorbeelden. Een overzicht bieden van de actuele thema’s die nu de agenda van het bestuurskundig onderzoek domineren;
·De voornaamste relatievelden of –spanningen uit de bestuurskunde belichten: de spanning doelmatigheid versus democratie, de relatie politici-administratie, de relatie bestuur-samenleving;
·Ingaan op de beleidskunde als tak van de bestuurskunde die zich toelegt op het bestuderen van het fenomeen beleid: macht in en rond beleid, agendavorming, fasen in de beleidsvorming, beleidsvorming in netwerken, actoren in en rond beleid, het belang van omgevingsfactoren bij de vormgeving van beleid. Doorheen deze thema’s situeren we de belangrijkste wetenschappelijke auteurs uit de beleidswetenschap.
Begincompetenties
Kennis: de studenten hebben een interesse voor wat er in de samenleving gebeurt. Die uit zich door het actief volgen van de kwaliteitspers; lid van lokale verenigingen, politieke partijen,…
Kennis: de studenten hebben in de aspectwetenschappen (mens, groep en organisatie; recht; politieke geschiedenis; politicologie) van het eerste semester basiskennis gekregen die het mogelijk maakt om het functioneren van het bestuur breed in te bedden;
Inzicht: de studenten moeten de verbanden zien tussen actuele vraagstukken in de bestuurskunde en problematieken die in de aspectwetenschappen aan bod zijn gekomen.
Eindcompetenties Kennis: de studenten zijn vertrouwd met de basisbegrippen, basisstromingen en basisauteurs van de bestuurs- en beleidskunde
Inzicht: ze kunnen actuele vraagstukken omzetten in een elementaire bestuurskundige vraagstelling en daarbij elementen uit de aspectwetenschappen gebruiken; De studenten zijn in staat de vertaalslag te maken van de bestuurskundige literatuur naar de bestuurskundige praktijk.
Vaardigheden: studenten kunnen informatie uit het werkveld, van gastsprekers en uit de actieve omgang met organisaties verwerken in een heldere notitie en deze koppelen aan inzichten uit de cursus.
Leermaterialen Door de docent samengestelde cursus
Studiekosten Richtprijs 25 EURO
Studiebegeleiding Monitoraat en feedbackrondes op vraag van de student en focus op de oefeningen
Onderwijsvormen Het opleidingsonderdeel bestaat uit volgende elementen:
A Klassieke hoorcolleges vormen de basis;
B Tussentijdse beperkte bestuurskundige en beleidskundige oefeningen als toets van de leerstof en als verplichte actieve verwerking (toepassingen zoeken, voorbeelden uit de pers halen,...) met feedback door de docenten;
Het systematisch bijhouden en toelichten van een documentatiemap over begrippen en thema’s uit de cursus en met feedback door de docenten;
Start van de systematische aanleg van een beroepsgerichte portfolio als basis voor de opbouw van een eigen profiel (op basis van eigen werk), voor gebruik in externe contacten (thesis, stage, opdrachten, arbeidsmarkt)
C Contacten en eerste ervaringen met het werkveld in de vorm van gastsprekers, bezoeken en vormen van participatie in organisaties.
Evaluatievorm Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding en permanente evaluatie van opdracht tijdens het jaar
OP-leden Filip De Rynck
Sandra Heleyn
|
|