BESTUURSRECHT
 
Wordt gegeven in 2de jaar Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management
Hoorcollege [A] 52.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 180
Studiepunten [E] 6
Niveau inleidend
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Eddy STORMS
Referentie HBBEST02A00007
 
Trefwoorden
publiek recht, administratief recht, uitvoerende macht, centralisatie & decentralisatie (administratief toezicht), gemeente - provincie - ocmw, rechtsbescherming tegen overheidsoptreden (geschillen van bestuur) , rechtbanken, administratieve rechtscolleges, raad van state

Doelstellingen
De studenten maken kennis met de basisbegrippen van het bestuursrecht, zoals administratieve rechtshandeling, (de beginselen of wetten van) de openbare dienst en de verschillende vormen van organisatie van een openbare dienst met hun kenmerken. De studenten moeten deze begrippen terugvinden in de dagelijkse bestuurspraktijk, zoals die uit de actualiteit blijkt. Vervolgens worden de elementaire regels met betrekking tot de samenstelling, de werking en de bevoegdheden van de territoriaal gedecentraliseerde besturen (gemeente, provincie en ocmw) behandeld. De studenten moeten in staat zijn de gelijkenissen en verschillen tussen deze regels te vinden, o.a. aan de hand van voorbeelden uit de dagelijkse bestuurspraktijk. Tenslotte is er aandacht voor een inleiding tot de 'rechtbescherming tegen overheidsoptreden (geschillen van bestuur)', door een systematisch overzicht van de juridische (en politieke) mogelijkheden binnen het bestuur en bij de rechterlijke macht, waarvan op basis van de grondwettelijke bepalingen de bevoegdheidsverdeling tussen gewone rechtbanken en administratieve rechtscolleges, evenals de belangrijkste bepalingen in verband met de Raad van State, aan bod komen. Van de studenten wordt niet verwacht dat zij deze procedures volledig theoretisch beheersen, maar wel dat ze dit alles praktisch kunnen situeren in een groter geheel, ook in de dagelijkse actualiteit.

Leerinhoud
De cursus bestaat uit 3 grote delen:
Deel 1: de basisbegrippen van het bestuursrecht
Een overzicht van de (klassieke) bronnen van het bestuursrecht, waarna ook aandacht besteed wordt aan minder klassieke bronnen, zoals 'ministeriële omzendbrieven' en 'beginselen van behoorlijk bestuur', vervolgens de administratieve rechtshandeling en de kenmerken ervan (eenzijdig, verbindend, vermoeden van wettigheid of 'privilège du préalable'), met aandacht voor de administratieve contracten, zoals 'overheidsopdrachten', het begrip 'openbare dienst' en de beginselen of wetten van de openbare dienst (veranderlijkheid, continuïteit en benuttigingsgelijkheid) evenals de verschillende vormen van organisatie van een openbare dienst (centralisatie & decentralisatie, zowel territoriaal als functioneel), met hun varianten (regieën, gepersonaliseerde besturen) en hun kenmerken (hiërarchie versus autonomie en administratief toezicht)
Deel 2: de elementaire regels met betrekking tot de samenstelling, de werking en de bevoegdheden van de territoriaal gedecentraliseerde besturen (gemeente, provincie en ocmw) worden bestudeerd aan de hand van de gemeente-, provincie- en ocmw-wet.
Deel 3: de mogelijkheden om bestuurshandelingen aan te vechten, zowel bij de wetgevende macht (met aandacht voor de functie van 'ombudsman'), als binnen de uitvoerende macht (verschillende vormen van administratief beroep), als bij de rechterlijke macht (het jurisdictioneel beroep), met de bevoegdheidsverdeling tussen de gewone rechtbanken en de administratieve rechtscolleges en de belangrijkste bepalingen in verband met de bevoegdheden van de Raad van State en de kenmerken van de vernietigings- en schorsingsprocedure.

Begincompetenties
De juridische competenties van de opleidingsonderdelen 'Inleiding Recht' en 'Inleiding tot het Belgisch en Europees Constitutioneel Recht' ( 1e Bachelor Bestuurskunde en Publiek Management) moeten in voldoende mate verworven zijn.
Ook de competenties van het opleidingsonderdeel 'Privaatrecht' (2e Bachelor Bestuurkunde en Publiek Management) moeten in voldoende mate verworven zijn. Indien dit niet het geval is moet Privaatrecht opgenomen worden in het geïndividualiseerde curriculum.
- De studenten moeten vertrouwd zijn met de grondwettelijke beginselen van de organisatie van de overheden, zoals het concept van de 'scheiding der machten' en dit kunnen toepassen op de uitvoerende macht zelf en op de verhouding tussen de uitvoerende macht enerzijds en de wetgevende macht en de rechterlijke macht anderzijds.

Eindcompetenties
- Kennis, maar vooral inzicht in de basisbegrippen
- De studenten moeten in staat zijn om uit een bepaalde concrete (actuele) situatie in de dagelijkse bestuurspraktijk de bestuurs- (of administratief-)rechterlijke aspecten ervan af te leiden (problematiseren)
- De studenten moeten in staat zijn de bestuurs- (of administratief-)rechterlijke aspecten te analyseren aan de hand van de leerstof
- De studenten moeten (de contouren van) een juridische oplossing kunnen aangegeven (of bekritiseren)

Leermaterialen
Maes R., Bestuursrecht (3 delen), Acco Leuven, en wetboek (of een ander gelijkwaardig wetboek) Dagelijkse bestuurspraktijk, zoals die uit de actualiteit blijkt (artikelen uit kranten en (juridische) tijdschriften: beslissingen en uitspraken)

Studiekosten
Cursus: ong. 40 EUR
Wetboek: 50 EUR (wordt ook gebruikt voor andere juridische vakken)

Studiebegeleiding
Vragen en opmerkingen van studenten kunnen, voor, na en tijdens (o.a. door de voorbereiding van) de lessen behandeld worden, collectief of individueel, al dan niet na afspraak en via de elektronische leeromgeving (blackboard en/of dokeos)

Onderwijsvormen
Hoorcolleges met actieve participatie van de studenten. De studenten bereiden de les voor door zelf voorbeelden uit de dagelijkse bestuurspraktijk (actualiteit) op te zoeken, de bestuurs- (of administratief-)rechterlijke aspecten af te leiden (te problematiseren) en deze aspecten vervolgens te analyseren aan de hand van de (reeds behandelde of nog te behandelen) leerstof.

Evaluatievorm
Schriftelijk (gesloten boek) examen, waarbij het gebruik van een (niet becommentarieerd) wetboek is toegelaten. De vragen zijn gekoppeld aan concrete voorbeelden uit de dagelijkse bestuurspraktijk (artikelen uit kranten en tijdschriften, beslissingen en uitspraken) vergelijkbaar met de lessen.

Student met examencontract: er wordt een aangepaste evaluatievorm 'op maat' ontworpen, na bespreking van vooropleiding en voorkennis met de betrokken student(en). Minstens wordt van hen verwacht dat ze de cursustekst studeren en de relevante wetteksten kunnen raadplegen en begrijpen, terwijl ze bijkomend relevante vakliteratuur moeten verwerken (het standaardwerk en handboek: Overzicht van het Belgisch Administratief Recht, Dujardin e.a., Kluwer Rechtswetenschappen, en andere aan te duiden en te bepalen publicaties)

OP-leden
Eddy Storms