Trefwoorden Inleiding recht
Doelstellingen De studenten vertrouwd maken met het wezen of de aard, de centrale concepten en begrippen, en de werking van recht. Hierbij wordt geen encyclopedische kennis van bestaande rechtsregels nagestreefd, maar wel begrip en inzicht in de samenhang en structuur van het recht in het algemeen, en de bronnen van het recht en hun relatieve juridische waarde in het bijzonder. Verder wordt vooral aandacht besteed aan de centrale begrippen die de studenten zullen nodig hebben in de verdere juridische opleidingsonderdelen in het curriculum.
Leerinhoud De cursus omvat vier grote delen:
In een Inleidend Deel vragen we ons af wat recht eigenlijk is.
Deel I bekijkt recht als een geheel van regels (objectief recht), en gaat hierbij in op:
de kenmerken van rechtsregels in het algemeen,
de soorten rechtsregels naargelang van de inhoud ervan, waarover ze gaan (overzicht van de belangrijkste rechtstakken), en
de soorten rechtsregels naargelang van hun oorsprong, waar ze vandaan komen (de formele rechtsbronnen).
Deel II bestudeert recht als een aanspraak of bevoegdheid van een persoon op een ander (subjectief recht). Hierbij wordt aandacht besteed aan:
de verschillende soorten (subjectieve) rechten en hun algemene kenmerken, en
de soorten titularissen van rechten (wie of wat heeft rechten en plichten) en hun rechtsbekwaamheid (welke soorten rechten kunnen ze hebben),
de manieren waarop rechten kunnen ontstaan, worden gewijzigd (inclusief worden overgedragen) en uitdoven.
Deel III, tenslotte, beschouwt recht als een bijzondere methode om conflicten in de samenleving op te lossen. Daarbij wordt onder meer stilgestaan bij:
de kenmerken van conflicten die juridische kunnen worden beslecht,
de verschillende juridische wegen om conflicten op te lossen,
de bijzondere kenmerken van de juridische methode om geschillen op te lossen (in tegenstelling tot andere methoden van conflictresolutie),
de functie en bevoegdheid van de verschillende rechtscolleges in ons land, en
enkele essentiële aspecten van de juridische procedure.
Begincompetenties Een algemene opleiding middelbaar onderwijs volstaat.
Eindcompetenties
Leermaterialen Een (tegen kopieerkosten beschikbare) door de docent samengestelde bundel, bestaande zowel uit eigen tekst als uit materialen (uittreksels uit bronnen, fragmenten van artikels, uitspraken van rechtbanken, ...), die door de studenten moet worden aangevuld met eigen notities van de besprekingen tijdens de lessen.
Verder dienen de studenten te beschikken over de recentste uitgave van een Codex (een boek met erin de belangrijkste wetgeving); hier bestaan verschillende versies op de markt (VRG Codex, jaarlijks uitgegeven door Kluwer, die elk academiejaar opnieuw moet worden aangekocht; De 5 Jaren Codex, losbladig met jaarlijkse aanvullingen, uitgegeven door Die Keure, waarbij men een abonnement neemt op de aanvullingen). Deze Codex wordt niet alleen gebruikt in dit opleidingsonderdeel, maar ook in de andere juridische opleidingsonderdelen in de opleiding Handelswetenschappen.
Studiekosten Kostprijs tekst- en materialenbundel: ± 20 EURO); kostprijs Codex: 19 à 30 EURO, naargelang van de gekozen uitgave.
Studiebegeleiding Tijdens de lessen krijgen de studenten alle mogelijkheid om vragen te stellen, zowel over zaken waarover zij meer uitleg wensen als over andere problemen die verband houden met de bestudeerde materie. Deze lessen bestaan in grote mate ook uit vragen die de docent stelt aan de studenten, zodat zij een permanente toets krijgen van hun eigen vorderingen.
Daarnaast is er facultatief de mogelijkheid voor de studenten om na afloop van een les hun notities van die bijeenkomst aan de docent te geven voor nazicht. Hierbij is het de bedoeling dat de docent hen richtlijnen en tips geeft, zodat zij in de loop van het semester hun vaardigheid in het nemen van notities kunnen aanscherpen.
Tenslotte kan steeds een individuele afspraak worden gemaakt met de docent.
Onderwijsvormen Colleges gedurende 26 uur (2 uur per week gedurende 1 semester), met actieve participatie van de studenten in de discussies. Een gemiddeld student zal voor dit opleidingsonderdeel ongeveer 64 uur besteden aan zelfstudie (voorbereiding van lessen, verwerking achteraf en studie voor het examen).
Evaluatievorm Op basis van een schriftelijk examen, waarbij aan de studenten een relatief klein aantal ruime overzichts- of begripsvragen worden gesteld, met als doel na te gaan of de student de bestudeerde materie heeft begrepen en of het verband ziet tussen verschillende onderdelen van de stof. Minimale basiskennis kan eventueel worden getest door een reeks multiple-choice vraagjes.
OP-leden KRUITHOF Marc
|
|