Trefwoorden Elektronica
Doelstellingen De studenten moeten de gebruikelijke analoge en digitale componenten kennen,
en met deze componenten eenvoudige analoge en digitale schakelingen kunnen ontwerpen
die een vooropgestelde functionaliteit realiseren.
Leerinhoud
Analoge Elektronica
Operationele versterkers:
o Basisschakelingen met OpAmps.
o Begrippen slew-rate; bandbreedte; offsetverschijnselen.
Digitaal-analoog conversie:
o Sommatieversterker met bit-gewogen ingangen.
o Converter met R-2R laddernetwerk.
Niet-lineaire tweepolen:
o Diodes.
o Toepassingen van diodes voor gelijkrichting en signaalverwerking.
Niet-lineaire driepolen; bipolaire transistoren:
o Werkingsgebieden.
Niet-lineaire driepolen; veldeffect transistoren:
o Verschillende types: JFET, NMOS, PMOS.
o Werkingsgebieden.
o Toepassingen van MOS in digitale schakelingen.
o Toepassingen van MOS in de vermogenselektronica.
Digitale Elektronica
o Digitale signalen
o Basispoorten, waarheidstabellen
o Binair talstelsel, Boolese algebra.
o (De)multiplexers, adders.
o Flipflops : RS, geklokte RS, JK, D, T; latch
o Asynchrone en synchrone tellers.
o Schuifregisters
o Geheugens
o ADC/DAC
o Multivibrators; antidenderschakelingen en sturing van analoge elektronica
Begincompetenties Zie eindcompetenties Wiskunde II en Netwerkanalyse.
Eindcompetenties * In staat zijn om kritisch, creatief en wetenschappelijk te denken en te redeneren
* In staat zijn om algemeen wetenschappelijke inzichten toe te passen op wetenschappelijke
problemen
* In staat zijn om eenvoudige analoge en digitale schakelingen met discrete componenten te analyseren,
ontwerpen en testen
Leermaterialen Cursus.
Ondersteunend materiaal beschikbaar op het de Dokeos-leeromgeving.
Studiekosten Cursus: 10€
Studiebegeleiding Persoonlijk contact: steeds mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de docent /
oefeningverantwoordelijke.
Onderwijsvormen Hoorcolleges theorie
Klassikaal geleide oefeningen
Evaluatievorm Theorie: Schriftelijk examen met gesloten boek
Oefeningen: Schriftelijke testen
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden Patrick Van Torre, Paul Devos
|
|