Trefwoorden
Toegepaste Mechanica en Thermodynamica
Doelstellingen
Leerinhoud
- Waaierpompen : Inleidende begrippen. Snelheidsdriehoeken.Berekening van de manometrische opvoerdruk. Rendementen van de waaierpomp. De leidings- en pompkarakteristiek. Het werkingspunt. Stabiliteit. Serie- en parallelschakeling van centrifugaalpompen. Optreden van cavitatie. Speciale centrifugaalpompen.
- Plunjerpompen : Samenstelling, werking en indeling. Berekening van het drukverloop gedurende zuig- en persslag. Arbeidsdiagramma. Doel en werking van luchtketels. Berekening. Toepassingen.
- Speciale pomptypes : Pompen met roterende zuiger. Tandwielpompen. Axiale zuigerpompen. Cellenpompen. Membraanpompen. Diepzuigpompen. Peristaltische pomp.
- De 4-takt benzine-motor : Principe-werking. Functie van de belangrijkste onderdelen. Koeling. Smering. Het theoretische arbeidsdiagramma. Meercylindermotoren. Het werkelijk p-v diagramma. Vooropening en nasluiting van kleppen. Overlapping van kleppen. Leveringsgraad. Voorontsteking. Berekening van de ideale mengverhouding. De luchtfaktor; Koppel- en vermogenkromme. Effectief rendement. De carburator. De elektronische benzine-injectie. Batterijontsteking.
- De dieselmotor : Basisprincipe. Opstellen van het theoretisch en werkelijk p-v diagramma.. Rendement. Motoren met directe en indirecte injectie. Vergelijking. Voorinjectie. Werking van de injecteurs. Beschrijving van de hogedrukinjectiepompen. De boschpomp in lijn en de roterende injectiepomp.
- Compressoren : Zuigercompressoren. Theoretische compressiearbeid. Compressievermogen.Schadelijke ruimte. Volumetrisch rendement. compressoren met meer dan een trap. tussenkoeling. Roterende compressoren. De Rootscompressor. De cellencompressor. Schroef- en vloeistofringcompressor.
Begincompetenties
Eindcompetenties
Leermaterialen
Eigen nota's
Studiekosten
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen
Evaluatievorm
Theorie (mondeling/schriftelijk examen) : 100%
Labo, oefeningen (permanente evaluatie) : 0%
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden
Christian VANDENPLAS
|
|
