Trefwoorden Elektriciteitstechnologie voor gebouwen en werven
Doelstellingen
theorie :
Een inzicht geven in de samenstelling, de werking en de eigenschappen van enkele fundamentele elektrische machines.
Labo : Toepassing op de gegeven theorie. Leren omgaan met bedrijfspanning, meettoestellen en meetmethoden.
Leerinhoud
theorie :
- Samenstelling en principe van een elektrische machine als energie-omzetter : elektrische en magnetische keten.
- Principe en eigenschappen van transformatoren : éénfazige en driefazige
- Idem voor gelijkstroomgeneratoren en -motoren.Snelheidsregeling, ook langs elektronische weg.
- Idem voor de driefazige inductiemotor
- Samenstelling en principe van de synchrone generator (alternator)
labo :
- Gelijkstroommotor :
opstellen, aanzetten, snelheidsregeling van onafhankelijk bekrachtigde motor; opname van elektromechanische karakteristieken door belastingsproef met remdynamo. Koppel-snelheidskarakteristiek.
- Vermogenmeting:
en bepalen van cosco éénfasig en driefasig 4 draadsnet en driedraadsnet. Ster- en driehoekschakeling van verbruikers. Energiemeters.
- Transformatoren :
éénfasige transformator : nullastproef, kortsluitproef, kortsluitproef (procentuele kortsluitspanning)
belastingsproef : uitwendige karakteristiek
driefasige distributietransfos: klemmerkingen, klokgetalschakelgroepen, eigenschappen Y-y; D-y.
- Driefasige asynchrone machines :
algemene eigenschappen, omkeren van draairichting, invloed van lijndraadonderbreking, keuze van motor bij bepaald net. Aanzetmethoden : ster-driehoekaanzet. Opname rechtstreeks van motorkarakteristieken.
- Eénfasige eenzijdige en dubbelzijdige gelijkrichting
Rimpel. True-RMS, gemiddelde waarde.Vorm van het gelijkgerichtsignaal bij ohmse en ohmsindruktieve belasting. Zichtbaar maken van stroom en spanningsvorm.
Begincompetenties
Eindcompetenties
Leermaterialen
Theorie : eigen cursus
Labo: eigen nota's en opgavenbundel
Elektriciteit, deel 3: Elektrische Machines, door M.A.J.op 't Roodt
Studiekosten
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen Contactonderwijs
Evaluatievorm
Theorie (mondeling/schriftelijk examen) : 73%
Labo, oefeningen (permanente evaluatie) : 27%
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden
Guy WILLEMS
|
|