Trefwoorden Meettechnieken
Doelstellingen
1. Voldoende KENNIS opdoen i.v.m.
Toleranties en passingen; meet- en amplificatiesystemen; analyse van meetafwijkingen; kwaliteitsbeheersing en meettechniek; controle van vorm- en plaatstoleranties, oppervlakteruwheid, metrische driehoekige iso-schroefdraad en tandwielen; software, gekoppeld aan een 3-coördinatenmeetmachine om geometrische metingen uit te voeren; kalibratie van meettoestellen.
2. Voldoende ERVARING opdoen i.v.m.
Uitvoeren van metingen met traditionele en digitale meetmiddelen; gebruik van meetgegevensverwerkers; toepassingen van statistische methodes i.v.m. kwaliteitsbeheersing en meettechniek; gebruik van een meetprojector en een 3-coördinatenmeetmachine in combinatie met software om geometrische metingen aan producten uit te voeren
Leerinhoud
Toleranties en passingen; meet- en amplificatiesystemen; Analyse van meetafwijkingen; Geometrische metingen; Kwaliteitsbeheersing en meettechniek; Controle van vorm- en plaatstoleranties, oppervlakteruwheid, schroefdraad en tandwielen; Gebruik van een meetprojector en 3-coördinatenmeetmachine in combinatie met software om geometrische metingen aan producten uit te voeren.
Begincompetenties
Kandidaat Industrieel Ingenieur
Eindcompetenties
Leermaterialen
- Toleranties, passingen en meetmethoden in de fijnmeettechniek (R. Van Melle & J. De Lille)
- Selectie van Belgische Normen, boekdeel 3 SBM Brussel
- Nota's i.v.m. kwaliteitsbeheersing en meettechniek, oppervlakteruwheid, vorm- en plaatstoleranties, schroefdraad, tandwielen, 3-coördinatenmeetmachine,labo-oefeningen
- R. Vandenmeersschaut
Studiekosten
- T, P & M : € 11 ; SBN : € 3.5 ; Nota: € 1.5
- Totaal € 16
Studiebegeleiding Buiten de voorziene contacturen kan de student op afspraak terecht bij de titularis voor bijkomende uiteenzetting en demonstratie.
Onderwijsvormen
Hoorcolleges : uiteenzetting en demonstraties
Labo : geleide praktische proeven
Evaluatievorm
Theorie : (mondeling examen) 40%
Labo's (permanente evaluatie) : 60%
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden
Roger VANDENMEERSSCHAUT
|
|