SPINKUNDE
 
Wordt gegeven in 3de jaar Textiel
Hoorcollege [A] 50.0
Werkcollege [B] 25.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 200
Studiepunten [E] 7
Niveau  
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Geert DE CLERCQ
Referentie IITEXT03A02621
 
Trefwoorden
Spinkunde

Doelstellingen
Er wordt een volledig overzicht geboden over de respectievelijke processtappen die worden doorlopen bij de verwerking van de grondstofbalen tot gesponnen garens.

In de geleide oefenactiviteiten worden toepassingen gebracht op in theorie behandelde leerstof. De student zal spintechnische berekeningen leren maken aan de hand van gegeven machineschema's.

Leerinhoud
In een eerste hoofdstuk wordt de garennummering uitvoerig behandeld. vervolgens worden de recentste principes van de openers, mengers en reinigers besproken. De werking en constructie van kaarde, kammachine, uitrekbank en spilbank zijn het onderwerp van de fijne voorbereiding op het spinnen. hierna volgt een theoretische benadering van de twistvorming en een uitgebreide bespreking van het ringspinnen, rotorspinnen, overspoelen en twijnen. Een laatste gedeelte handelt zowel over de technische als de technologische aspecten van de nieuwe spinsystemen zoals air jet-spinnen, frictie-spinnen, zelftwist-spinnen e.d.

De oefeningen sluiten nauw aan bij de leerstof en kunnen eventueel aangevuld worden met een bedrijfsbezoek, zodat geziene principes van naderbij kunnen bestudeerd worden.

Begincompetenties
geen

Eindcompetenties


Leermaterialen
De cursus spinkunde werd volledig vernieuwd (versie jaar 2000) en aangevuld met de recentste gegevens uit brochures van constructiehuizen.

Studiekosten
De cursus kost naar schatting € 10.

Studiebegeleiding
Steeds mogelijk na mondelinge afspraak.

Onderwijsvormen
Theorie : hoorcolleges

Oefeningen: zelfstandig werk tijdens de oefeningensessies met klassikale verbetering en toelichting waar nodig.

Evaluatievorm
Theorie 73% Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
Oefeningen 27% Permanente evaluatie met een test tijdens de laatste les

De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.

OP-leden
Els JANSSENS