Trefwoorden Communicatieve vaardigheden: agogische vaardigheden en taalvaardigheden
Doelstellingen 1. agogische vaardigheden:
kennis:
basisbegrippen van de theoretische onderbouw van het agogische handelen beheersen.
vaardigheden:
De studenten kunnen
- zich bewust worden van hoe mensen elkaar wederzijds beïnvloeden door hun manier van observeren, communiceren, feedback geven, ...;
- bewust zijn van en rekening houden met problemen bij het waarnemen en observeren;
- de fenomenen die bij de sociale perceptie een rol spelen, kunnen onderkennen;
- a.d. h.v. de communicatieaxioma's inzichten en vaardigheden verwerven in communicatieprocessen;
- een aanzet geven tot het toepassen van sociale vaardigheden:
actief kunnen luisteren.
een assertieve gedragsstijl kunnen aannemen.
feedback kunnen geven.
Ik-boodschappen kunnen geven.
de geen -verliesmethode kunnen hanteren in conflictsituaties.
2. taalvaardigheden:
vaardigheden:
De studenten kunnen
- een communicatieopdracht plannen
- strategieën toepassen om efficiënt te communiceren;
- het Standaardnederlands zo correct mogelijk hanteren (schriftelijk zowel als mondeling);
- in een vlotte, lezergerichte stijl een korte informatieve brief met goed of neutraal nieuws schrijven volgens de vaste briefstructuur;
- informatieve brieven analyseren en becommentariëren;
Leerinhoud 1. agogische vaardigheden:
- observeren: begripsomschrijving, belang, eisen die gesteld worden aan goede observatie, de waarneming en veel voorkomende waarnemingsfouten;
- communiceren: begripsomschrijving, communicatieschema, communicatiewetten (axioma's van Watzlawick), communicatiestoringen;
- spreek- en luistervaardigheden;
- omgaan met problemen: visie van Gordon.
2. taalvaardigheden:
- Het communicatieproces: kennis doelgroep, doelstellingen, communicatieve aspecten van de inhoud, ruis.
- Aanpak van de communicatieopdracht volgens de OVUR-strategie;
- Innerlijke en uiterlijke structuur van de brief;
- Publiekgericht formuleren van schriftelijke tekstsoort: de brief;
- Formuleren (schriftelijk): correcte spelling, correct woordgebruik, stijl, correcte zinsbouw;
- Formuleren (mondeling): correcte uitspraak, correct woordgebruik, correcte intonatie;
- Aandacht voor duidelijk en aantrekkelijk Standaardnederlands.
Begincompetenties Eindtermen middelbaar onderwijs
Eindcompetenties 1. agogische vaardigheden:
- Functioneel geheel 1: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.1 De beginsituatie van de kinderen en de groep achterhalen.
- Functioneel geheel 2: de leraar als opvoeder
2.1 In overleg een positief leefklimaat creëren voor de kinderen in de groep en op school;
2.2 De emancipatie van de kinderen bevorderen.
- Functioneel geheel 4: de leerkracht als organisator
4.1 Een gestructureerd speelleerklimaat bevorderen.
- Functioneel geheel 7: de leraar als lid van een schoolteam
7.1 Overleggen en samenwerken in het schoolteam;
7.2 In team een taakverdeling opstellen en naleven;
7.3 Het eigen pedagogische en didactische handelen bespreekbaar maken in teamverband.
Attitudes:
A1 Beslissingsvermogen: durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan en er ook de verantwoordelijkheid voor opnemen;
A2 Relationele gerichtheid: in contact met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen;
A4 Leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen;
A6 Zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken;
A7 Verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en zich ervoor engageren een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen;
A9 Flexibiliteit: bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, o.m. middelen, doelen, mensen en procedures;
A10 Gerichtheid op correct taalgebruik en communicatie: in de mondelinge en schriftelijke communicatie met kinderen, ouders, leden van het schoolteam en externen hanteren de studenten een correct taalgebruik en hebben zij aandacht voor het belang van non-verbale communicatie.
2. taalvaardigheden:
Attitudes:
A10: Gerichtheid op correct taalgebruik en communicatie: in de mondelinge en schriftelijke communicatie met kinderen, ouders, leden van het schoolteam en externen hanteren de studenten een correct taalgebruik en hebben zij aandacht voor het belang van non-verbale communicatie.
Leermaterialen Syllabi
Studiekosten 2 x 5 euro
Studiebegeleiding De lector besteedt aandacht aan de individuele behoeften.
Onderwijsvormen 1. agogische vaardigheden:
Theoretische lessen gekoppeld aan praktische oefeningen, opdrachten, rollenspel en video.
2. taalvaardigheden:
Aan de theoretische lessen worden praktische oefeningen en opdrachten verbonden.
Individueel werk, klassikaal werk en groepswerk.
De verschillende werkvormen gelden zowel voor de mondelinge als voor de schriftelijke oefeningen.
Evaluatievorm 1. agogische vaardigheden:
- schriftelijk examen juni 90 %
- permanente evaluatie 10 %: opdrachten en participatie in de lessen
- permanente evaluatie kan niet ingehaald worden in tweede examenperiode.
- examencontract: een vervangende opdracht voor permanente evaluatie in de eerste examenperiode;
- Studenten die 10/20 behalen voor agogische vaardigheden dienen hiervoor geen examen te doen in de tweede examenperiode bij een tekort voor de cluster communicatieve vaardigheden.
2. taalvaardigheden:
- Permanente evaluatie voor het mondelinge gedeelte: 30 %
- Schriftelijk examen in juni: 70 %
- Herexamen is mogelijk zowel voor het mondelinge als voor het schriftelijke deel.
- De studenten met examencontract leggen in juni zowel een mondeling als een schriftelijk examen af.
OP-leden Agogiek: Katrien Durinck, Emmie Van Malderen, Marjan Tratsaert, Lien Coppens, Sylvie Vandaele, Kelly Vandriessche.
Taalvaardigheden: Lien Vanopstal en Sigrid Suy.
|
|