INSTRUMENT- OF ZANG - SOLOPRAKTIJK 1
 
Wordt gegeven in 1ste jaar Bachelor in de specialisatie jazz-lichte muziek, Jazz-Lichte Muziek - afstudeerrichting: Uitvoerende muziek
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 52.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 182.0
Totale studietijd [D] 312
Studiepunten [E] 12
Niveau  
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Nog niet bepaald
Referentie MBMUZU01A00023
 
Trefwoorden
h820-muziek-instrument, 830-muziek-zang, h805-muziek-improvisatie

Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel Instrument- of zang -solopraktijk is het kern-opleidingsonderdeel van deze specialisatie. Het wil studenten helpen zich te ontwikkelen tot musicus, met dien verstande dat niet alleen de technisch-motorische aspecten aan bod komen om te kunnen functioneren als actief uitvoerder, maar eveneens alle cognitieve aspecten van de uitvoeringspraktijk. Uiteindelijk doel is het aanreiken van alle mogelijke informatie die de student in staat moet stellen zelfstandig tot een gefundeerde uitvoering te komen, daarbij rekening houdend met de steeds wijzigende omstandigheden in een zich steeds vernieuwend heden. Het opleidingsonderdeel daarom bestaat deels uit progressief verwerven van technische speelvaardigheid op niveau van een professioneel musicus, deels uit het vermogen tot het creëren van improvisaties over akkoordenschema's, de meest courante uitingsvorm in jazz en vaak in lichte muziek. Het opleidingsonderdeel is gerelateerd aan alle andere opleidingsonderdelen. Vanaf het begin wordt deze expressievorm onderbouwd met theoretische én praktische voorbeelden, gerelateerd aan stukken die hetzelfde niveau hebben als deze die in de kleine ensemblelessen ingestudeerd worden.

Leerinhoud
Het aangeboden pakket bestaat uit individueel instrumentonderricht.
Vertrekpunt voor ontwikkelen van de technisch-motorische en creatieve vaardigheden zijn muzikale thema's.
De thema's zijn bij aanvang harmonisch opgebouwd uit diatonische akkoorden (zowel in grote als kleine tertstoonaarden),
daarna wordt gewerkt met thema's die opgebouwd zijn uit niet-diatonische akkoorden (zoals tussendominanten);
ook wordt gewerkt rond blues en Rhythm Changes in verschillende toonaarden.
Tweede aspect van de studie bestaat uit het melodisch variëren binnen het idioom van de jazz en zijn verschillende stijlperiodes (van Early Jazz tot nu).br /> Derde aspect is de studie van karakteristieke ritmische fraseringen, eigen aan jazz en lichte muziek.
De lessen worden geduid met theoretische én praktische voorbeelden uit transcripties (bestaande en door de student zelf uitgeschreven solo's).
Tijdens de studie komen zowel jazz als lichte muziek aan bod waaronder de zgn. pop.

Repertoire vereisten:
Bachelor 1:
- duur: minimum 20 minuten
- Standards: 10
- Rhythm en Blues: in alle toonaarden
- Zichtlezing: 1 stuk
-Techniek
Bachelor 2:
- duur: minimum 30 minuten
- Standards: 15
- Rhythm en Blues: in alle toonaarden
- Zichtlezing: 1 stuk
-Techniek
Richtlijnen betreffende examinering.
Het examen wordt minimaal af te leggen in trioformatie zoals bvb. piano, bas en drums of gitaar, bas en drums.
Blazers en zangers opteren steeds voor een kwartet (student + trio).
Standards: de standards zijn van buiten gekend.
Voor Ba1 staan 20 minuten gelijk aan drie standards waarvan twee door de jury worden gekozen uit de lijst van 10 standards. Een mag door de student zelf gekozen worden.
In Ba 2 staat 30 minuten gelijk aan vier standards (drie door de jury en een door de student bepaald).
Rhythm Changes en Blues: alle 12 toonaarden moeten gekend zijn.
Voor het eerste jaar gaat het nog om “eenvoudige versies” van deze schema’s,
in het tweede jaar moet het schema “meer ontwikkeld” zijn, met substituutakkoorden e.a.
De student krijgt de toonaard ter plekke opgedragen. Hij/zij speelt een thema, een solo en een begeleiding (voor ritmesectie studenten) met de formatie die begeleid heeft bij de standards.
Het thema mag uit een riff bestaan die de student in alle twaalf toonaarden kan uitvoeren (vb.: Lester Leaps In of Bag’s Groove).
Je mag ook bvb. drie verschillende Rhythm Changes of Blues stukken in vier verschillende toonaarden studeren. 3 x 4 maakt immers twaalf toonaarden. Je moet deze stukken niet van buiten spelen, breng dus gerust de thema’s mee.
Drummers zullen 12 verschillende thema’s moeten kennen. Hiervoor kunnen ze kiezen uit de bijgevoegde lijst of zelf stukken voorstellen.
Zichtlezing: de student krijgt, nog steeds met zijn trio/kwartet als begeleiding, een stuk à vu uit te voeren dat speciaal voor deze examenperiode werd gecomponeerd. Er zal een stuk geschreven worden voor Ba 1 en een voor Ba 2.
Technische proef: de student legt tenslotte individueel een technische proef af. Deze wordt gehaald uit een portofolio die de student in de loop van het jaar samenstelt in samenspraak met de docent. Hierin kunnen etudes, technische oefeningen, toonladders, getranscribeerde solo’s e.a. verwerkt zitten.
Vermits de R.C./Blues, het à vu stuk en de technische proef bovenop de standards komen zal het examen voor Ba1 ca. 30 minuten, voor Ba 2/K 2 ca. 40 minuten duren.

Begincompetenties
voldoen aan de toelatingseisen van het ingangsexamen van het eerste bachelorjaar.

Artistieke toelatingsproeven:
1) Praktische gehoortesten: nazingen of naspelen van melodische intervallen en ritmische structuren en het op het gehoor herkennen van de basisakkoorden akkoorden( drieklanken en dominant septimeakkoord)
2) het noteren van de melodieschets en akkoordschema van een eenvoudig werk uit het lichte repertoire
3) Het prima vista spelen van een eenvoudig fragment van een werk uit het jazz-lichte muziekrepertoire
4) de student dient een repertoire van vijf werken naar keuze uit te voeren. Hij wordt hierbij begeleid door docenten
5) Gesprek: de kandidaat wordt getoetst op motivatie, algemene culturele kennis, discipline, communicatieve vaardigheid


Eindcompetenties
° heeft een behoorlijke muzikale sensibiliteit
° heeft een behoorlijk muzikaal gehoor
° heeft een open geest en het vermogen tot verwondering
° bezit een behoorlijk muzikaal voorstellingsvermogen
° heeft een behoorlijke technische vaardigheid waarbij de aanzetten van een eigen musiceerstijl en muzikale persoonlijkheid aanwezig zijn
° leest behoorlijk goed op zicht
° kan nieuw repertoire instuderen en op behoorlijk niveau onderzoekend, experimenterend en beschouwend, kennis, intuïties en emoties omvormen tot een muzikale uitvoering
° kan bestaande kennis over het hedendaagse en historische uitvoeringspraktijken op een behoorlijk niveau in praktijk brengen tijdens muziekuitvoeringen
° heeft, indien vereist voor de muziekstijl waarin men specialiseert, een verkenningsdrang ontwikkeld van het raakvlak van verschillende opvattingen, culturen, stijlen en genres
° heeft aandacht en een open geest met betrekking tot niet westerse muziekculturen en uitvoeringspraktijken
° kan, indien vereist voor de muziekstijl, diverse elektronische apparatuur, informatietechnologie en media behoorlijk aanwenden voor hun artistieke projecten
° heeft een behoorlijke kennis van en inzicht in de disciplines noodzakelijk voor persoonlijk artistiek onderzoek in de muziek
° heeft een behoorlijke attitude tot het verdiepen en verfijnen van de muzikale expressie
° beheerst op behoorlijk niveau de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties om zich als beginnend musicus te bewijzen
° documenteert en archiveert zijn werk op behoorlijk niveau
° is gemotiveerd om de speeltechniek steeds verder te ontwikkelen en is gedreven om het muzikaal inlevingsvermogen verder te verfijnen. Vertoont hierbij een groot doorzettingsvermogen
° is bekend met de stressfactoren bij de instrumentstudie en de uitvoering
° toont het vermogen tot reflectie, analyse en evaluatie
° heeft een open geest en het vermogen tot verwondering en kan behoorlijk zijn ervaringen en bevindingen ten voordele van de ontwikkeling van het eigen muzikaal oeuvre inzetten
° bouwt aan inzicht en vertrouwen in de eigen mogelijkheden en werkt gestaag aan de verdere ontplooiing als musicus
° kan behoorlijk omgaan met en is desgevallend weerbaar tegen kritiek van externen
° toont ontluikende ambitie om zich verder en steeds diepgaander te bekwamen als uitvoerend musicus
° kan behoorlijk rekening te houden met de eisen, (impliciete) verwachtingen en relevante opmerkingen van opdrachtgevers


Leermaterialen
Ensemble syllabus met cd

Studiekosten
° ca. 10 à 15 Euro (deze syllabus is dezelfde als voor de kleine ensembles !)

Studiebegeleiding
° er bestaan verschillende methodes en publicaties omtrent deze cursus:
How To Improvise / H. Crook (Advance Music)
Approaching the Standards / Dr. Willie L. Hill (Warner Music)
Charlie Parker Omnibook / M. Goldsen (Atlantic Music)

° via monitoraat wordt de student permanent begeleid
° de student kan tijdens de spreekuren terecht bij de coördinator

Onderwijsvormen
° werkcolleges
° projectwerken
° oefensessies
° toonmomenten


Evaluatievorm
Bachelor 1: klasexamen
Bachelor 2: klasexamen
Bachelor 3: openbaar gejureerd examen


OP-leden
Volgens keuze instrument