VENNOOTSCHAPSRECHT (INCL. VZW-WETGEVING)
 
Wordt gegeven in Postgraduaat Fiscaliteit
Hoorcollege [A] 25.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 75
Studiepunten [E] 3
Niveau gespecialiseerd
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Frank DUQUET
Referentie RYFISC01K00002
 
Trefwoorden
Vennootschapsrecht (incl. VZW-wetgeving) s 141 s 192

Doelstellingen
Het verwerven van inzicht in de belangrijkste commerciële en niet-commerciële samenwerkingsvormen naar Belgisch recht.
Het verwerven van grondige kennis m.b.t. de belangrijkste vennootschapsvormen.
Het efficiënt opzoeken van juridische informatie, inzonderheid het gebruik van het Wetboek van Vennootschappen.
Het kunnen opsporen, inventariseren en verzamelen van bronnen die juridische gegevens bevatten, en de aldus verkregen informatie kunnen toetsen aan de bestaande wetgeving en kunnen toe- of inpassen in de eigen (werk)situatie.
Problemen kunnen onderkennen en oplossen, een gemotiveerd standpunt kunnen formuleren en het standpunt van anderen kunnen analyseren en becommentariëren

Leerinhoud
  1. verenigingen en vennootschappen
  2. bepalingen gemeenschappelijk aan alle vennootschappen en aan alle rechtspersonen (oprichting, bestuur en vertegenwoordiging, inbreng, aansprakelijkheid, winstverdeling, controle, nietigheid, ontbinding)
  3. de vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid: maatschap, tijdelijke handelsvennootschap, stille handelsvennootschap
  4. de personenvennootschappen: vennootschap onder firma en gewone commanditaire vennootschap (oprichting, aansprakelijkheid van vennoten, overdracht van deelneming, duur en ontbinding)
  5. de kapitaalvennootschappen: naamloze vennootschap en de commanditaire vennootschap op aandelen (oprichting, effecten, organen, kapitaal, geschillen, duur en ontbinding)
  6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (oprichting, effecten, organen, kapitaal, geschillen, duur en ontbinding)
  7. de coöperatieve vennootschap (CVOA en CVBA) (oprichting, effecten, organen, kapitaal, geschillen, duur en ontbinding)
  8. vennootschap met sociaal oogmerk
  9. VZW
  10. herstructurering van vennootschappen: fusie, splitsing, inbreng
  11. omzetting van vennootschappen
  12. het economisch samenwerkingsverband en Europese Vennootschap


Begincompetenties
De reeds verworven beginselen van het burgerlijk recht, inzonderheid van het verbintenissen- en contractenrecht en van het handelsrecht

Eindcompetenties
Kennis
  • Kennis vennootschapsrecht: zie leerinhoud
  • Kennis van de bronnen die boekhoudkundige en juridische gegevens bevatten
  • Kennis van de juridische basisbeginselen van het vennootschapsrecht
  • Kennis van juridische en accountancy documenten
  • Kennis vakterminologie
Vaardigheden·
  • Bronnen raadplegen
  • Documenten kunnen analyseren
  • De snel evoluerende wetgeving op terrein van recht volgen en op juistheid, volledigheid en actualiteit nagaan. Eerder formele wetteksten vertalen naar direct bruikbare informatie
  • Alle mogelijke bronnen die juridische gegevens bevatten effectief en efficient opsporen, inventariseren en verzamelen
  • De aangeboden informatie begrijpen en distilleren in functie van de gestelde problemen
  • Kunnen omgaan met informatie op juridisch en accountancy-vlak
  • Via luisteren en vraagstelling tot een nauwkeurige omschrijving van het probleem komen en daarbij hoofd- en bijzaken kunnen onderscheiden
  • Voldoende snel tot conclusies kunnen komen
Attitudes
  • Precisie en nauwkeurigheid
  • Een ingesteldheid tot levenslang leren
  • Leergierigheid, kennis permanent actualiseren


Leermaterialen
GEINGER H. en HEIJERICK N., Inleiding tot het vennootschapsrecht, Brugge, Die Keure
Wetboek van Vennootschappen (cursusdienst)

Studiekosten
Handboek cursusdienst (gangbare marktprijs)

Studiebegeleiding
Mogelijkheid tot vragen stellen, klassikaal en individueel indien nodig.
Mogelijkheid tot contactname via e-mail en dokeos

Onderwijsvormen
Doceermethode afgewisseld met leergesprekken.
Begeleide oefeningen en zelfstudieopdrachten

Evaluatievorm
  • Eerste examenzittijd: 50% schriftelijk examen (gedeeltelijk met behulp van het wetboek) en 50% permanente evaluatie
  • Tweede examenzittijd: 100% schriftelijk (gedeeltelijk met behulp van het wetboek)


OP-leden