VEZELKENNIS
 
Wordt gegeven in 1ste jaar professionele Bachelor in de modetechnologie
Hoorcollege [A] 36.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 150
Studiepunten [E] 5
Niveau inleidend
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Els JANSSENS
Referentie TCMODE01A00006
 
Trefwoorden
360 anorganische chemie, 390 organische chemie, 370 macromoleculaire chemie, 470 textieltechnologie

Doelstellingen
theorie
Elk kledingstuk is opgebouwd uit vezels, deze kunnen zowel van natuurlijke als van synthetische aard zijn. De diverse vezeltypes onderscheiden zich van elkaar in talrijke eigenschappen waaronder: lengte, fijnheid, sterkte, elasticiteit, structuur, chemische en thermische resistentie e.d. Deze kenmerken zullen bepalend zijn voor de gebruikstoepassingen van het betreffende eindproduct. De module Chemie beoogt de student een ondersteunende kennis bij te brengen voor de module Textielgrondstoffen binnen het opleidingsonderdeel Vezelkennis.

Oefeningen
Vezelonderzoek heeft tot doel de diverse textielvezels te leren identificeren.
De student dient in staat te zijn om aan de hand van enkele eenvoudige methoden te bepalen uit welke grondstofelementen een gegeven confectiemateriaal is opgebouwd.

Leerinhoud
De leerstof van het vak Chemie is lineair opgebouwd en bevat 3 luiken:
- anorganische chemie : opbouw van materie, scheikundige bindingen, enkele belangrijke verbindingsklassen (zuren,basen en zouten), elektrolyten en reactievergelijkingen. Vraagstukken.
- organische chemie : voorstellen van organische moleculen, karakteristieke organische functies.
- polymeerchemie : opbouw van polymeren, polymeernomenclatuur, indeling van polymeren en polymerisatiereacties.

De leerstof van het vak Textielgrondstoffen is thematisch opgebouwd.
Theorie:
Een studie over textielgrondstoffen begint steeds met een indeling van de vezels naar herkomst.
Vervolgens zal de student in een tweede deel kennis maken met een aantal begrippen die de algemene eigenschappen van textielvezels omkaderen. De betekenis van hygroscopiciteit, vezellengte, -fijnheid, -sterkte en -elasticiteit behoren ongetwijfeld tot de meest elementaire fysische kenmerken van een textielvezel. Eigenschappen die eerder op moleculair/chemisch vlak te verklaren zijn, komen ook aan bod. De student krijgt een duidelijk overzicht van de thermische eigenschappen, de licht- en weersbestendigheid van textielvezels, alsook hun reactie ten aanzien van chemicaliën.
Een derde deel omvat een uitgebreide omschrijving van de natuurlijke vezels. Hierin worden zowel de teelt, de oogst, de vezelwinning als de eigenschappen van de plantaardige vezels (zoals katoen en vlas) besproken. Ook voor de vezels van dierlijke oorsprong wordt een soortgelijke bespreking gevoerd, rekening houdend met de typische structuur van wol en haartypes. De zijdeteelt kent een speciale vorm van vezelwinning en verdient dus eveneens de nodige aandacht.
In een vierde deel worden de geregenereerde vezels, zoals viscose, acetaat en cupro, behandeld.
Het vijfde deel beschrijft de productiemethodes van synthetische vezels zoals polyamide, polyester, polyacryl, polyvinylchloride, polyetheen, polypropeen, polyurethaan en aanverwanten. Hun diverse eigenschappen en reacties t.o.v. externe invloeden geven een duidelijk beeld van hun gebruiksmogelijkheden.
De verschillende methodes die kunnen aangewend worden om de grondstof van ongekende confectiematerialen te identificeren, vormen het onderwerp van een zesde deel.
De beschrijving van deze textielvezels wordt steeds afgesloten met mogelijke gebruikstoepassingen voor confectiedoeleinden, alsook de onderhoudsvoorschriften die dienen nageleefd te worden. Bijgevolg wordt in het zevende deel nagegaan met welke voorschriften de producent/consument dient rekening te houden inzake wassen, zwieren, drogen, strijken, bleken en chemisch reinigen.
Tot slot dienen de studenten Modetechnologie op de hoogte te zijn van de etikettering die van toepassing is in kledingindustrie. Deze kennis wordt hen bijgebracht in het achtste deel van de module Textielgrondstoffen.

Oefeningen

Voor de identificatie van textielvezels gaan we op verschillende manieren tewerk. De student zal de microscopische structuur van de vezels onderzoeken in langszicht en in dwarsdoorsnede, hierbij leert hij het gebruik van de microscoop en het maken van preparaten. De snelste identificatiemethode is deze gebaseerd op een brandproef. Hierbij wordt de reactie van het vezelmateriaal t.o.v. een brandende lucifer nagegaan. De verbrandingsgeur die hierbij ontwikkeld wordt is één van de criteria die bepalend zijn voor de identificatie.

Begincompetenties
Er zijn geen specifieke begincompetenties vereist.

Eindcompetenties
Beroepsgerichte competenties: Je moet in staat zijn technische specificaties en kwaliteitseisen van een textielprodukt te bepalen en op te volgen.

Leermaterialen
cursus

Studiekosten
cursus: 5 euro
De studenten dienen gebruik te maken van een eigen labojas: richtprijs 25 euro.
totaal: 30 euro

Studiebegeleiding
Chemie: brugcursus en monitoraat
Textielgrondstoffen: de studenten kunnen afspraak maken met de docent voor het bekomen van bijkomende uitleg.

Onderwijsvormen
De oefeningen worden gegeven onder de vorm van practica. Theorie: hoorcollege.

Evaluatievorm
Vak Chemie: 30 punten: schriftelijk examen, bestaande uit theorievragen (gesloten en of open vragen) en vraagstukken.
Vak Textielgrondstoffen: 70 punten:
Theorie :50 punten:mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.
Oefeningen: 20 punten: waarvan 50 % verslagen, 30 % werk in het labo en 20 % toets; geen mogelijkheid tot tweede zittijd.

In geval van tweede zittijd beperkt de te kennen leerstof zich tot deze van het vak waarvoor geen 10/20 behaald werd. De punten van het niet opnieuw afgelegde vak blijven behouden.

OP-leden
Nog niet gekend