Trefwoorden T 130: productietechnologie, T 480: technologie van andere producten
Doelstellingen In dit project zullen de studenten de verworven competenties van alle opleidingsonderdelen van het eerste jaar aanwenden om in grotere groepen in een bedrijf te werken aan een opdracht gelinkt aan de vakken industriële confectietechnieken en procesbeheer.
Leerinhoud Introductiedag:
Deze dag dient ter voorbereiding van de projectweek en bestaat uit een bedrijfsbezoek en een seminarie ivm teambuilding.
De projectweek zelf :
Analyseren en uitwerken van een door de docenten gekozen model uit de collectie van het bedrijf.
Op basis van de productiedocumenten worden de productievoorbereiding uitgewerkt.
Ter plekke worden de kledingstukken uitgewerkt en bestudeerd via de gekende studies voor procesanalyse.
Op de laatste dag van de projectweek wordt een presentatie gehouden voor de docenten en een aantal personen van het bedrijf.
Begincompetenties De eindcompetenties bereikt hebben van het opleidingsonderdeel industriële confectietechnieken deel 1 en deel 2 uit het eerste jaar.
De eindcompetenties bereikt hebben van het opleidingsonderdeel Confectiemachines 1 uit het eerste jaar.
Het is aan te raden het opleidingsonderdeel Procesbeheer gevolgd te hebben.
Eindcompetenties Algemene competenties:
Relativeringsvermogen: niveau 1: Is in staat een probleem te onderkennen.
Verantwoordelijkheidszin: niveau 2: streeft het objectief na. Schuift verantwoordelijkheid niet naar collega's.
Leiding geven : niveau 1: Kan mensen enkel instrueren voor eenvoudige taken op korte termijn.
Heeft zelf nog ondersteuning nodig; houdt informatie achter (ter goeder trouw).
Treedt controlerend op.
Algemene beroepsgerichte competenties:
Resultaatgerichtheid : niveau 1: Student is gemotiveerd en actief bezig, maar hij wordt te vaak in beslag genomen door bijkomstigheden.
Hij heeft het moeilijk met plannen. Verliest vaak tijd met het afwerken van details.
Assertiviteit : niveau 1:Als het moet zal hij zijn standpunt verdedigen.
Hij heeft een steun in de rug nodig om zichzelf te profileren.
Hij blijft nerveus bij publiek optreden.
Zin voor samenwerking : niveau 2: Bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken, volgens opgelegde keuze.
Beslissingsvermogen: niveau 2: Kan voor zichzelf en zijn medestudenten een duidelijk doel stellen.
Kan tijdig beslissen om het gemeenschappelijke doel te bereiken.
Zin voor initiatief : niveau 2: Neemt de gepaste initiatieven. Zoekt de kansen om zijn werk te verbeteren. Doet voorstellen tot verbetering.
Plannen en organiseren: niveau 2: Ziet ook taken buiten de opdracht. Stuurt bij als het dreigt mis te lopen.
Beroepsgerichte competenties:
Opvolgen van marktevoluties.
Analyseren van studies voor uitbreiding en vernieuwing.
Geven van toelichting en advies aan confectiemedewerkers.
Mede bepalen van verkoopsargumentatie, verkoopsproces ,marktaandeel, levensduur, prijspositionering en reclame van het product.
Opvolgen van de productieplanning en de productiecapaciteit en het signaleren van afwijkingen aan de bedrijfsleiding.
Begeleiden en opvolgen van automatisering, productflow, lay-out, materiaalstroom en materiaaltransport.
Vertrouwd zijn met de verschillende confectiespecifieke technieken: patroneren (manueel en CAD),
assemblagetechnieken van verschillende confectieartikelen, werkmethodes en confectiemachines.
Opvolgen van, analyseren van en optimaliseren van methode - en arbeidsstudiesystemen;
werk - en productiemethodes en het motiveren tot techniekvernieuwing.
Ondersteunen van de opstart van een buitenlandse productie - eenheid.
Leermaterialen Projecthandleiding
Studiekosten Transportkosten van en naar het bedrijf .
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen Projectonderwijs
Evaluatievorm max te behalen punten: 160 ptn.
OP-leden Nog niet gekend
|
|