MAATSCHAPPIJ EN INSTELLINGEN VAN DE LAGE LANDEN
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Duits - Tsjechisch
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Duits - Spaans
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Duits - Russisch
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Frans - Tsjechisch
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Frans - Spaans
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Frans - Russisch
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Frans - Duits
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Engels - Tsjechisch
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Engels - Spaans
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Engels - Russisch
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Engels - Frans
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Engels - Duits
Hoorcollege [A] 13.0
Werkcollege [B] 13.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 75
Studiepunten [E] 3
Niveau inleidend
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Nog niet bepaald
Referentie VBTAAL03A00004
 
Trefwoorden
kennis van land en volk, h270 sociale en economische geschiedenis, h310 kunstgeschiedenis, h540 Nederlandse taal- en letterkunde

Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel Maatschappij en instellingen van de lage landen (NMI3) wil de studenten inzicht verschaffen in de politieke, maatschappelijke en culturele instellingen in Vlaanderen en Nederland. Daartoe leren de studenten de kennis assimileren die in de vorm van hoorcolleges wordt aangeboden. In aansluiting daarbij leren ze ook zelfstandig actuele informatie opzoeken, verwerken en mondeling presenteren aan hun medestudenten.
De studenten oefenen de vaardigheid om op een effectieve manier voor een publiek te spreken. Via een inleiding en nadere begeleiding krijgen ze inzicht in de factoren die daarin een belangrijke rol spelen(afgrenzen van stof, structureren, redundantie verzorgen, verbale en non-verbale ondersteuning). Bovendien leren ze met 2 of 3 samenwerken aan hetzelfde project.

Leerinhoud
De politieke, maatschappelijke culturele instellingen in Vlaanderen en Nederland (met inbegrip van de Nederlandse Taalunie) worden vooral vanuit vergelijkend perspectief bestudeerd, met nadruk op de actuele situatie. De instellingen worden geplaatst tegen de achtergrond van het algemeen culturele kader van beide landen. Waar nodig wordt hun ontstaan bovendien vanuit historisch oogpunt belicht.
Ook de mondelinge presentaties zijn gewijd aan onderwerpen uit de Nederland- en Vlaanderenkunde. In die presentaties slaat de leerinhoud zowel op de te verwerven vaardigheid van het spreken voor publiek, als op de eigenlijke kennisinhoud i.v.m. het besproken onderwerp.

Begincompetenties
Geen begincompetenties vereist, tenzij de gemiddelde algemene vorming die kan worden verwacht van een afgestudeerde secundair onderwijs

Eindcompetenties
De student:
- heeft kennis van de actuele situatie van de maatschappij en de instellingen binnen het Nederlandse taalgebied
- kan die situatie plaatsen in historisch en vergelijkend perspectief
- kan de eigen culturele context van Vlaanderen en Nederland benaderen vanuit intercultureel perspectief
- kan nadere informatie over een van de behandelde thema’s opzoeken, persoonlijk verwerken en presenteren.


Leermaterialen
Syllabus: S. Evenepoel, Maatschappij en instellingen van Vlaanderen en Nederland
Hand-outs

Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 5.0 EUR
syllabus 2,5 EUR
materiaal voor presentaties 2,5 EUR

Studiebegeleiding
Uitgebreide mondelinge en schriftelijke feedback bij de mondelinge presentaties

Onderwijsvormen
Hoorcolleges (helft van het aantal colleges)
Werkcolleges in deelgroepen waarin elke student 2 mondelinge presentaties verzorgt (1 alleen; 1 samen met 1 of 2 medestudenten)

Evaluatievorm
Permanente evaluatie (presentaties 1/3) en mondeling examen (2/3)

OP-leden
Stefaan EVENEPOEL (N6)
Lut HAECK (Nb)