Trefwoorden Geschiedenis van de fotografie 1.1.
Doelstellingen a. de student verwerft inzicht en kennis over het ontstaan en de evolutie van het medium binnen politieke, sociaal-economische en culturele context.
b. de student kan een beeld plaatsen binnen zijn chronologische context en kan binnen een diachronische context verbanden leggen tussen andere foto's, werk van fotografen en refereren naar hedendaagse kunst.
c. de student kan zelfstandig en kritisch beelden analyseren en gebruikt de informatie en kennis om zijn werk te documenteren (projecten, eigen werk).
Leerinhoud a. reflectie over het medium: beknopt overzicht aan de hand van enkele standaardteksten.
b.- chronologisch overzicht van de fotografie, geplaatst binnen de politieke, socio-economische en culturele context.
- protofotografie
- ontstaan van de fotografie
- eerste fotoreeksen: registratie van de omringende realiteit
- kunstfotografen, picturalisten en amateurfotografen
- Straight Photography
- moderne fotografie
- chronologisch overzicht per decennium (jaren '60 t.e.m. hedendaagse fotografie)
c. diachronisch overzicht (thema's binnen de fotografie, behandeld binnen de context van de projecten, als toelichting bij een tentoonstelling of aansluitend op een actueel feit.
d. mogelijkheid tot het inrichten van excursies naar het Museum voor Fotografie (Antwerpen, Charleroi) of het bezoek van lopende tentoonstellingen.
Binnen de inhoud wordt waar nodig verwezen naar theoretische verhandelingen en discussies.
De colleges trachten bovendien aan te sluiten bij projecten uit de praktijk, waarbij het chronologisch parcours verlaten wordt en er thematisch onderzocht wordt hoe onderwerpen in het verleden en in de actualiteit, zowel door middel van fotografie als met andere media verbeeld worden.
Begincompetenties Artisitieke Ingangsproef.
Eindcompetenties Kritische reflectie:
de student leert het eigen werk en dat van anderen te beschouwen, analyseren, duiden en evalueren.
- is zich aantoonbaar bewust van maatschappelijke en culturele stromingen zowel historisch als eigentijds en van het belang ervan op het eigen vakgebied.
- toont in staat te zijn relevante informatie op te zoeken en te verwerken.
Vermogen tot groei en vernieuwing:
de student beschikt over voldoende gedrevenheid om zich maximaal te ontplooien in de eigen artistieke discipline. Hij toont in staat te zijn nieuwe kennis, inzichten en vaardigheden te verwerven en de bereidheid om deze te actualiseren.
Algemene theoretische vorming
de student geeft blijk zich te oriënteren in de theoretische referentiekaders die zijn/haar inzicht in de kunst en in de maatschappelijke realiteit verdiepen.
- kan de structuur van teksten en van argumentaties analyseren.
- geeft blijk van ruime culturele interesse.
- oriënteert zich in de geschiedenis van kunst.
- oriënteert zich in het actuele artistiek domein.
Leermaterialen
Studiekosten Ongeveer 75€.(tentoonstellingsbezoeken)
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen Hoorcolleges, excursies.
Evaluatievorm Schriftelijke oefening. Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.
Algemeen:
-Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Examenmogelijkheid in de 1ste en de 2de examenperiode.
OP-leden
|
|