Trefwoorden Introductie tot de kunstactualiteit 1.1
Doelstellingen De student dient van bij de start van zijn opleiding de hedendaagse kunst en haar recente geschiedenis (1945 e.v.) te leren kennen, zowel via kaderende overzichten als via de concrete confrontatie met actueel beeldend & audiovisueel werk.
Leerinhoud deelcompetentie:
1. De kunst van 1945 tot nu: overzicht van en inzicht in de ontwikkelingsgeschiedenis van de plastische kunsten van 1945 tot nu. De benadering is eerder cultuurhistorisch dan encyclopedisch: duiding van relaties binnen de kunsten en tussen kunst en maatschappij.
Verschillende kunststromingen worden gesitueerd en in hun logische samenhang verduidelijkt.
2. Practicum kunstactualiteit: een initieel inzicht aangeven van de grote verscheidenheid aan stijlen en toepassingen binnen de hedendaagse beeldende kunst. Overzicht van de belangrijkste tentoonstellingen en manifestaties doorheen het jaar. Overzicht van en duiding van de belangrijkste musea en galeries in België. Een summiere opsomming van 'wie, wat, waar, wanneer, waarom' in de Belgische en internationale wereld van de beeldende kunst. Het voorbereiden, bezoeken en bespreken van een tentoonstelling van hedendaagse kunst. Het zelfstandig leren lezen, synthetiseren, analyseren en beoordelen van kritische teksten en commentaren op dit vlak.
Begincompetenties Motivatie om de actuele beeldende en audiovisuele kunsten zowel op affectief als op cognitief vlak te beleven en kritisch te volgen.
Cognitieve vaardigheden en algemeen kennisniveau die men aan het einde van een middelbare schoolopleiding kan verwachten. Geen specialistische voorkennis, wel een openheid van geest en sterke motivering om het eigen artistiek werk te ervaren tegen de achtergrond van de actuele kunst in het algemeen.
Eindcompetenties Niveau: inleidend
Algemene competentie:
Uitbreiding verwerven van het theoretisch referentiekader inzake de geschiedenis van de hedendaagse beeldende kunst.
Informatie, documentatie en kennis verwerven om zo een eigen argumentatie en visie te ontwikkelen binnen de nieuwste ontwikkelingen van de hedendaagse beeldende kunst.
Specifieke competentie (kerncompetentie):
Ingesteldheid van openheid en nieuwsgierigheid bij de confrontatie met actuele kunstproposities.
Ingesteldheid tot levenslang leren.
Deelcompetenties:
1. de kunst van 1945 tot nu:
Kerncompetentie 1: weet zich te oriënteren in de ontwikkelingsgeschiedenis van de plastische kunsten van 1945 tot nu.
Indicatoren:
- Oriënteert zich in de hoofdstromingen van het actuele artistieke domein sinds 1945.
- Kan de belangrijkste kenmerken van een oeuvre situeren en relateren aan de kunsthistorische context.
- Kan de aangeboden informatie verwerken en synthetiseren.
Kerncompetentie 2: weet zich te oriënteren in de relatie tussen de cultuurgeschiedenis na 1945 en de daarin ingenomen kunsttheoretische posities.
Indicatoren:
- Oriënteert zich schematisch in de evolutie van de ideeën over mens- en samenleving sinds 1945 (cultureel, filosofisch, politiek, economisch)
- Kan zich inleven in door kunstenaars ingenomen kunsttheoretische posities en kan deze posities onderling vergelijken.
- Kan ingenomen kunsttheoretische posities linken aan gerealiseerde kunstproposities.
- Kan de aangeboden informatie verwerken en synthetiseren.
2. Practicum kunstactualiteit:
Kerncompetentie 1: weet zich te oriënteren in de ontwikkelingsgeschiedenis en de huidige positionering van de actuele plastische kunsten
Indicatoren:
- Oriënteert zich in het actuele artistieke domein.
- Kan de belangrijkste kenmerken van een oeuvre situeren en relateren aan de kunsthistorische context.
- Geeft blijk van een ruime culturele en maatschappelijke interesse.
- Kan de aangeboden informatie verwerken en synthetiseren
Kerncompetentie 2: de student weet zich te oriënteren in de theoretische referentiekaders die zijn/haar inzicht in de kunst en in de maatschappelijke realiteit verdiepen.
- Oriënteert zich in de maatschappelijke actualiteit (politiek, sociaal, economisch, cultureel) en kan haar kritisch volgen en analyseren.
- Kan de structuur van teksten en van argumentaties analyseren.
- Kan de aangeboden informatie verwerken en synthetiseren.
Leermaterialen Cursus, studieboek, didactisch materiaal n.a.v. tentoonstellingen.
Studiekosten 1. Kunst van 1945 tot nu: cursus betaald vanuit ateliergelden; aankoop studie.
2. Practicum kunstactualiteit: boek. kosten voor de te bezoeken tentoonstellingen.
Studiebegeleiding Algemene studiebegeleiding, zoals voorzien in het departement; verder na afspraak met de docent.
Onderwijsvormen Hoorcollege, werkcollege, tentoonstellingsbezoek.
Evaluatievorm 1. Kunst van 1945 tot nu: mondeling examen.
2. Practicum kunstactualiteit: permanente evaluatie, geschreven werkstuk (bespreking van tentoonstellingen).
Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
Voor iedere deelcompetentie van dit opleidingsonderdeel moet minstens de helft van de punten worden behaald.
Examenzittijd op einde van het semester én 2e zittijd in september.
OP-leden
|
|