MODERNITEIT EN TEKSTANALYSE 3.2.
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de audiovisuele kunsten - afstudeerrichting: animatiefilm
3de jaar Bachelor in de audiovisuele kunsten - afstudeerrichting: film
Hoorcollege [A] 40.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 80.0
Studiepunten [E] 3
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Frank VANDE VEIRE
Referentie ABAKUA03A00009
 
Trefwoorden
Moderniteit en tekstanalyse 3.2.

Doelstellingen
Deelcompetentie literatuur
Het is expliciet de bedoeling dat de student door kritische lectuur van anderstalige teksten over kunst, zich minder bedient van de algemene clichés en misvattingen die omtrent het creatief proces zelf nog welig tieren.

Deelcompetentie theorie moderniteit
In de 2e bachelor werd de inzet van de filosofische esthetica in het algemeen behandeld, alsook de Kantiaanse en postkantiaanse esthetica van Hegel en de romantici.
Nu worden de esthetica van Nietzsche, die de romantiek radicaliseert en van enkele belangrijke filosofen uit de 20e eeuw behandeld.
Er wordt benadrukt dat voor Nietzsche, Heidegger, Bataille en Adorno de kunst een waarheidsgebeuren is.
Zij openbaart iets over hoe het met de mens gesteld is.
Binnen een kunstopleiding is het noodzakelijk dat de student kennis maakt met de manier waarop enkele grote filosofen de revolutionering van de kunst in de 20e eeuw in hun denken verwerkt hebben.
Inzicht in het spanningsveld dat zij openleggen helpt de student nadenken over de betekenis van zijn eigen kunstpraktijk.

Leerinhoud
Deelcompetentie literatuur
Er zullen teksten voortgaand op de lessen van het 1e semester verder teksten gekozen worden die te maken hebben met kunst, kunstfilosofie en actualiteit in de breedste zin van het woord.
Deze teksten zullen stammen uit: recente publicaties, recente kunsttijdschriften, recente sites op het internet.
Werktalen: afwisselend Engels, Frans of Duits.
Grammaticale en syntactische moeilijkheden worden behandeld naargelang ze zich aandienen in de te analyseren teksten.

Deelcompetentie theorie moderniteit
Met de tragische kunstfilosofie van Nietzsche, die vooruitloopt op de ideeën van de avant-garde, wordt de stap naar de 20e eeuw gezet.
Heidegger ziet de kunst als openbaring van een dimensie die in een tijdperk van techniek en management dreigt verloren te gaan.
Voor Bataille openbaart de kunst, in een wereld waarin arbeid en behoeftebevrediging de norm stellen, een dimensie van onbeheersbaar exces.
Adorno ziet de kunst als een tegengewicht voor de instrumentele rede die steeds meer de maatschappij in zijn greep heeft.

Begincompetenties
Algemene kennis van de vakken kunstgeschiedenis en algemene kunstfilosofie zoals ze worden aangeboden in het huidig curriculum.
Algemene basiskennis van Frans en Engels zoals aangebracht in het ASO.
De student heeft voorkennis van de kerndefinities en stromingen uit de geschiedenis van de wijsbegeerte.

Eindcompetenties
Algemene competenties
Verbreden van het referentiekader, zelfreflectie vanuit filosofische en literaire referentiekaders, uitdiepend niveau.

Kerncompetenties
De student begrijpt de inzet van het 20e eeuwse denken over kunst en heeft een genuanceerd inzicht in de kunstfilosofie van Nietzsche, Bataille en Adorno.

Kerncompetenties
Inzicht in intellectuele discussies over kunst.
In staat zijn teksten op dat vlak in Frans en Engels te lezen en bediscussiëren.

Leermaterialen
eigen nota's, cursus, artikels
Als cursus worden hoofdstuk 4, 7 en 8 gebruikt van het boek "Als in een donkere spiegel. De kunst in de moderne filosofie".
Auteur: Frank Vande Veire

Studiekosten
cursus (betaald via ateliergeld)
Het boek van Frank Vande Veire wordt betaald met het ateliergeld

Studiebegeleiding


Onderwijsvormen
hoorcolleges – opdrachten

Evaluatievorm
Deelcompetentie theorie moderniteit
Schriftelijk examen, voornamelijk ‘gesloten’ vragen, bijvoorbeeld: ‘Wat is de betekenis van de Griekse tragedie voor Nietzsche?’ ‘Wat is voor Bataille de betekenis van de grotkunst in Lascaux?’

Deelcompetentie literatuur
De studenten zal worden gevraagd op een mondeling examen een fragment kritisch te bespreken en eventueel voorbeelden uit de eigen artistieke praktijk te geven.
Daarbij moet de student inzicht tonen in:
1. de concrete tekststructuur zoals ze zich voordoet in de tekst (grammaticaal en syntactisch)
2. de argumentatie die wordt uitgebouwd
3. de manier waarop een eventueel in andere taal gestelde tekst in goed Nederlands kan worden vertaald
4. de culturele context waarin de besproken tekst thuishoort, dus met decodering van het perspectief of de strategie die in de tekst aan bod komt

Algemeen
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Examenmogelijkheid in de 1e en 2de examenperiode.

OP-leden