Trefwoorden
Waarneming, voorstelling, vormgeving modeltekenen 1.1.
Doelstellingen
Tekenen is een essentieel onderdeel van de opleiding Beeldhouwkunst.
Het behoort tot de basis van de opleiding, omdat het tekenen een ondersteunend medium is aan de driedimensionale vormgeving.
Het tekenen kan aangewend worden als bevragende methode/middel tot observatie.
Tekenen is het afbeelden binnen een tweedimensionale ruimte van iets wat driedimensionaal ervaren wordt: dit vergt inzicht in de beeldende weergave van de werkelijkheid.
Dat inzicht kan aangewend worden bij het ontwerp van beeldhouwwerk.
Het tekenen is tenslotte ook een autonoom medium dat het resultaat kan zijn van een zeer persoonlijke ontwikkeling van het waarnemend, voorstellend en vormgevend vermogen.
Leerinhoud
Het eerste deel van dit artistiek en praktijkgebonden vak bestaat erin opbouwend opdrachten te verwezenlijken i.v.m. vormanalyse, materiaalgebruik, perspectief, volumeweergave, licht, schaduw, slagschaduw, schriftuur, textuur, compositie, bijzondere tekentechnieken en eerste studies naar het levend model met de nadruk op de studie van de kop/het menselijke hoofd en de onderbouw ervan.
Het vak tekenen werkt ondersteunend aan de atelieropdrachten.
Vlugschetsen naar model oefenen de waarneming en leiden naar bijzondere thema’s zoals; beweging, spanning, expressie en naar de aanpassing van de tekentechniek.
Enkele aanverwante technieken aan de tekenkunst worden uitgelegd en kunnen in oefeningen aan bod komen.(bv.: monotype, bister, lavis, enz.)
Het proces, het zoeken, de inventiviteit, de evolutie worden belangrijker geacht dan het bekomen van “afgewerkte”producten.
De studenten houden een schetsboek bij waarin zij op regelmatige basis oefeningen maken naar de vakinhoud.
Het schetsboek kan eveneens ontwerpschetsen bevatten voor het atelierwerk.
Zij krijgen een opdracht buiten de lessen die geëvalueerd wordt op het einde; een toepassing op de vakinhoud.
Een persoonlijke benadering van deze opdracht wordt gestimuleerd.
Begincompetenties
Geslaagd zijn voor de toelatingsproef.
Geen (beroeps)specifieke begincompetenties vereist.
Eindcompetenties
De mate waarin de student(e) aan de vooropgestelde doelstellingen tegemoetkomt:
Algemene competentie
-een initieel inzicht in de waarneming en de weergave van de werkelijkheid
-de eerste ontwikkeling van een persoonlijke benadering en weergave van de werkelijkheid
-de eerste ontwikkeling van een eigen vormgeving en schriftuur naar aanleiding van het exploreren van de tekentechnieken
Specifieke competentie
-bewuste toepassing van compositie binnen de ruimte van het tweedimensionale vlak
-onderzoek van de mogelijkheden en beperkingen van een aantal tekenkundige basistechnieken en materialen
-inzicht in de architectuur van de kop/het hoofd en een beginnende accurate waarneming, voorstellend en vormgevend vermogen
De mate waarin een relatief inzicht in de beeldende weergave verworven werd en de evolutie hierin, zou afleesbaar moeten zijn uit de gepresteerde tekenobjecten.
Leermaterialen
De oefeningen en opdrachten worden verduidelijkt aan de hand van documentatie, kunstboeken, boeken uit de bibliotheek van het departement, tentoonstellingen, materiaaltechnische literatuur, video’s.
Studiekosten
De studenten worden aangemoedigd te investeren in divers tekenmateriaal naast het basismateriaal dat beschikbaar is in het tekenatelier.
De aanschaf van een schetsboek vormt de grootste uitgave.
Bedrag: 25 €
Studiebegeleiding
Studenten worden steeds begeleid, ook buiten de lesuren(op afspraak).
Er is steeds mogelijkheid tot het bekijken, inspireren, bespreken en bijsturen van de resultaten naar aanleiding van de opdrachten.
Onderwijsvormen
Werkcolleges met klassikale en persoonlijke begeleiding.
Er is permanente evaluatie tijdens de atelieruren met aanbreng van het nodige didactisch materiaal, referenties, documentatie, e.d.
Er wordt geschetst op verplaatsing, indien de opdracht dit vereist.
Tentoonstellingen worden bezocht en eventueel gekoppeld aan opdrachten.
Evaluatievorm
De evaluatie valt onder het systeem van de permanente evaluatie.
De evaluatie wordt enkel in de eerste examenperiode ingericht, aangezien dit vak een praktijkvak is. (= geen 2e zittijd).
Omschrijving van de evaluatie:
- Tijdens de lessen zijn er permanente evaluaties van het artistieke proces.
- Na een eerste semester is er een evaluatie; de toegekende cijfers tellen voor 1/3 van de punten.
- In de examenperiode is er een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury. Het toegekend cijfer telt voor 2/3 van de punten.
- Werkstukken, schetsboek(en) en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
- De resultaten, het proces van het realiseren en de evolutie bij de student worden geëvalueerd samen met de ateliertitularis.
OP-leden
V. Hallaert
|
|
