Trefwoorden Projecten praktijk/theorie
Doelstellingen Studenten dienen te leren omgaan met de verhouding inhoud/betekenis – beeld.
Zij dienen te leren hun eigen interesses in dit veld te profileren, vanuit een diversiteit van aangereikte informatie, om dit te laten resulteren in een eigen beeld(taal).
Leerinhoud De vakgroep Theoretische Omkadering van de Kunsten lanceert binnen de aanverwante opleidingsonderdelen de formule van projecten theorie/praktijk waarop studenten kunnen intekenen (telkens te kiezen voor 6 studiepunten).
De projecten hebben, zoals de titel suggereert, een praktisch luik en een theoretisch.
Ze beogen een integratie van beide en worden begeleid door docenten atelier en docenten theorie.
Het theoretisch luik kan zowel bestaan uit lessen/lezingen als discussies of zelfstandig werk voor de student.
Het praktisch luik is atelierwerk.
De student wordt aan het einde van het semester geëvalueerd op participatie aan de theoretische reflectiemomenten en verwerking van het theoretisch materiaal en op het praktijkwerk dat vorm kreeg (zowel proces als resultaat).
Project 1 Darwin und kein Ende
Gedurende 5 tot 6 weken geven vier docenten theorie in kleine groep een tot twee colleges over thema's die verband houden met de Engelse wetenschapper Charles Darwin ( 1809-1882 ), bioloog en vader van de evolutietheorie.
leder docent doet dit vanuit een zelf gekozen invalshoek, waardoor de immense invloed die Darwin vanaf de 19de eeuw heeft gehad op ons wereldbeeld en mensbeeld, maar ook op de kunsten en de beeldproductie duidelijk wordt.
Tot de dag van vandaag is zijn theorie ook voorwerp van intense controverse, zeker tegen de achtergrond van een godsdienstig reveil (intelligent design als nieuw paradigma).
De colleges vormen het vertrekpunt voor verder persoonlijk onderzoek (dossier) dat uiteindelijk moet resulteren in autonoom tekenwerk.
De docenten van de afstudeerrichting tekenen staan in voor de begeleiding van dit tekenwerk.
Leerkrachten praktijk: Wouter Coolens, Geert Clarisse, Carlo Mistiaen
Leerkrachten theorie: Peter De Smet, Piet van Robays, Martine Clierick, Charlotte De Groote
Project 2 Migranten in Vlaanderen
Dit project is een onderzoek in de Beeldende Kunsten (beoefening en ontwikkeling van de kunsten) in de autonome kunst van de fotografie.
Het doel is een onderzoek naar de evolutie van de heersende artistieke consensus binnen de communicatieve velden van de documentaire fotografie.
Het hedendaagse beeldmateriaal voor het vergelijkend onderzoek vindt aansluiting bij het fotografische project 'Immigraten, een poging tot benadering (1980), een documentaire studie over de toenmalige Gentse migrantengemeenschap.
Dit onderwerp zal anno 2005 opnieuw gefotografeerd worden (:re-documentaire) door zowel huidige studenten fotografie als door toenmalige deelnemers aan het project – vandaag afgestudeerde en professionele fotografen.
Dit levert voor het onderzoek een actueel beeld van de migrantengemeenschap in Vlaanderen.
De analyse van het beeldmateriaal van beide projecten moet dit onderzoek in staat stellen de evolutie en het specifieke gebruik van beeldtaal binnen de documentaire fotografie in kaart te brengen.
In overleg met het departement is geopteerd voor het onderzoeksproject in te passen binnen het traject van aanverwante vakken.
Er waren namelijk aanverwanten voorzien die de samenwerking tussen praktijk en theorie stimuleren.
Dit geeft de studenten bovendien de mogelijkheid om studiepunten te verwerven voor het gepresteerde werk.
Zo komen de vaste opleidingsonderdelen niet in het gedrang.
Concreet betekent dit dat de fotografiestudent van de 2° bachelor per semester voor 6 studiepunten kan instappen in dit documentair project.
Fotografiestudenten en filmstudenten van de 1° en 2° meestergraad kunnen voor hun keuzevak ook opteren voor dit project en studiepunten verdienen.
Voor studenten fotografie 1° bachelor voorzien we een samenwerking met de geïnteresseerden tijdens de projectweek (kalenderweek 13 van 2006 net voor de paasvakantie) waar ook de meewerkende studenten van 1°en 2° Mgr verder werken aan dit specifieke onderzoeksproject.
Hierover overleggen we met de collega’s 1° bachelor voor concretere afspraken.
Praktische organisatie van het project.
De werving vindt plaats tijdens de voorstelling van de keuzevakken op de eerste dag van het academiejaar.
Synopsis voorstelling onderzoeksproject voor de studenten.
- Re-documentaire migranten in Vlaanderen (voorlopige werktitel).
- Kadert binnen onderzoek in de kunsten
- Onderzoek naar documentaire fotografie, vindt aansluiting bij het project "Immigranten".
- Een poging tot benadering uit 1980.
- Actueel beeld scheppen van de migrantengemeenschap in Vlaanderen gedurende het academiejaar.
- Fotografisch en inhoudelijk onderzoek van het onderwerp.
- Leefwereld en leefomstandigheden.
- Voorwaarden:
- De interesses van de kandidaat liggen in documentaire fotografie.
- Bereid om minstens (!) 1 semester intensief te fotograferen voor het project
- intensieve betrokkenheid bij het onderwerp en het project
- regelmatige (ong. om 14 dagen) voorbereiding en realisatie van fotografische opnamen
- systematische werkwijze in opname en archivering van het opnamemateriaal
- evaluatie van de realisatie van de totaliteit van de beelden gebeurt tijdens het 2e semester, als alle hedendaags beeldmateriaal ter beschikking is.
- Tussentijdse evaluaties (individueel en in groep) worden tijdens het volledig verloop van het realisatiejaar georganiseerd.
- Beelden ter beschikking stellen van het verdere theoretische onderzoek. Dat gebeurt in samenwerking met AMSAB en Masereelfonds.
- bovendien resulterend in een publicatie en een tentoonstelling.
- Voorzieningen:
- volledige introductie betreffende onderwerp, werkmethode en verdere afspraken voor de geïnteresseerden
- werkingskosten: opnamemateriaal (films), ontwikkeling van films (betaald door de onderzoekscommissie voor de kunsten, ex-COBEK)
Leerkrachten : Lieve Colruyt & Veronique Govaert
Project 3 Kunst in de gemediatiseerde wereld
De studenten verdiepen zich zelfstandig en begeleid in een specifieke problematiek aangegeven vanuit het theoretische veld.
Het gaat om de relatie kunst/massamedia, specifieker de verhoudingen voorstelling/ervaring/kunst/media met als centrale tekst: ‘Als comateuze patiënten aan een reanimatiemachine — kunst in een gemediatiseerde wereld’ van Frank Vande Veire.
Gemeenschappelijke lezingen, discussies en analyses van de basistekst, gelinkte literatuur en documentatiemateriaal, zijn de aanleiding tot het ontwikkelen van een individueel of gemeenschappelijk schriftelijk/beeldend werk met grafische, al dan niet digitale, (re)productie- en publicatiemedia.
Ook een schriftelijke reflectie op het werk en proces zijn hieraan inherent.
- Gemeenschappelijke lezingen, begeleide atelierwerking (in groep en individueel)
- Evaluatievorm: jury en beoordeling van paper.
Leerkrachten:
Frank Vande Veire, Mireille Gesquière, André Lefèvre (theorie), Erwin Wittevrongel en Bram Crevits (praktijk)
Project 4 Over de dramaturgie van het tentoonstellen
In “De kunstenaar die zijn eigen werk presenteert” stelt de onlangs overleden Zwitserse kunstenaar Rémy Zaugg dat een tentoonstelling een presentatie is.
Zij is de presentatie van een verzameling voorwerpen.
Hoewel zij een hoeveelheid getoonde objecten is, is zij vooral ook de activiteit van het tentoonstellen.
In die zin is de tentoonstelling een daad, d.w.z. een performance.
Tentoonstellen is tentoon-stellen, voor-stellen, bloot-stellen, open-stellen; het is iets uit het duister, uit het willekeurige, uit het onbeduidende naar voren halen; het is licht werpen op, te zien geven, het is het onopgemerkte doen opmerken; maar het is ook citeren, noemen, aanwijzen, uit de anonimiteit halen, het persoonlijke of intieme openbaar maken.
Kortom, het is binnen oogbereik, in zicht brengen.
Tentoonstellen is dus hetzelfde als zeggen: kijk hier eens.
Tentoonstellen is een daad waardoor objecten aan bezichtiging worden blootgesteld en de blik de taak krijgt zich op deze voorwerpen te richten.
Vanuit de theorie zien we dramaturgie (komend uit theater en performance) in deze aanverwante als het maken van verbindingen tussen artefacten, objecten en subjecten, het lichaam van de kunstenaar en zijn werk, het lichaam van de kijker en het werk en tussen maker en kijker.
Deze dramaturgie brengt elementen samen die een meerwaarde kunnen geven aan de relatie kunstwerk en kijker, aan het communiceren van betekenissen, aan het interpreteren van een reeks kunstwerken.
Het project behandelt ook het probleem het publiek.
Een kunstwerk is pas een kunstwerk als het aan een derde getoond wordt.
Wie maakt deel uit van het publiek van een kunstwerk?
Naar analogie van Rudi Laermans kan je spreken van 3 publieken:
1. De maker, 2. de collega's, docenten, critici, toevallige bezoekers van het atelier en tenslotte 3. de veronderstelde en de toevallige kijker.
Een tentoonstelling opzetten betekent creatief meedenken met de kunstenaar. De curator is een medespeler in dit proces. De kunstenaar kan echter ook optreden als de curator van zijn eigen werk, maar vervult dan een andere functie dan kunstenaar te zijn.
Vanuit de praktijk trachten we in deze aanverwante een werkwijze voor het vormgeven en organiseren van tentoonstellingen over te brengen die in vele situaties bruikbaar is, kop en staart geeft aan de procesgang, hoe het zich voltrekt, waar en wanneer welke disciplines ingeschakeld moeten worden …
Verschillende vormgevingstechnische methoden kunnen aan bod komen, zowel toegepast binnen het platte vlak als in de ruimte. Studenten werken een eigen tentoonstellingsproject uit aan de hand van een aantal zelf gekozen objecten (vb. eigen kunstwerken in een contextuele samenhang) en presenteren dit aan elkaar in ruimtes binnen de muren van de Bijloke.
Leerkrachten:
André Lefèvre (theorie) & Sjoerd Paridaen (praktijk)
Begincompetenties Algemene begincompetenties zoals vereist bij de start van 2e bachelor.
Eindcompetenties De student is in staat inzicht te verwerven in beeldend en tekstueel materiaal.
Hij kan op een persoonlijke manier een thematisch veld ordenen in functie van de creatie van beeldend werk in de ruimste zin van het woord.
Leermaterialen Teksten, beeldmateriaal.
Studiekosten Geen.
Studiebegeleiding Algemene studiebegeleiding zoals voorzien door het departement.
De docenten kunnen op afspraak geconsulteerd worden.
Onderwijsvormen Hoorcolleges, werk- en discussiecolleges, individuele begeleiding.
Evaluatievorm De student stelt een dossier samen binnen een bepaald thematisch veld: teksten, beeldmateriaal, eigen werk.
Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
Voor iedere deelcompetentie van dit opleidingsonderdeel moet minstens de helft van de punten worden behaald.
Examenmogelijkheid in de 1ste en 2de examenperiode.
OP-leden In elk project staan theorie- en praktijkdocenten samen in voor onderwijs en begeleiding.
|
|